Wortelstiften, Cementen & Failure
21 belangrijke vragen over Wortelstiften, Cementen & Failure
Wat is een directe opbouw?
Stift in wortelkanaal -> cementeren -> uitharden -> composietopbouw op maken
- glasvezelstift is minder radiopaker dan metalen stift
Wat is een indirecte opbouw met directe techniek?
Stiftruimte prepareren -> aangietbare gouden stift inzetten -> rode plastic opbouw maken (net zoals met composiet) -> in de goede vorm in de mond slijpen -> eruit halen -> omzetten in goud
- aangietbare stift wordt dus in zijn geheel een gouden opbouw -> in de tand cementeren -> afdruk maken -> kroon maken
Wat is een indirecte opbouw met indirecte techniek?
Stiftjes in wortelkanaal steken -> afdruk an maken (stiftjes blijven in afdruk zitten) -> dan worden ze uitgegoten -> tandtechnieker maakt het lab de gehele opbouw -> afdrukken -> lab -> kroon erover
- tandtechnicus bepaalt dus hoe de vorm van de opbouw eruit komt te zien
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden
Wat is het doel van de stift?
- macromechanisch -> retentie door vorm dus frictie van wortel in kanaal
- micromechanisch -> retentie door chemische hechting van composiet aan materiaal van stift.
- NIET: versterken van de wortel
- Als er genoeg coronair weefsel is om een opbouw te kunnen maken is het gebruik van een stift niet nodig
Welke eisen zijn er aan het stiftsysteem?
- minimale afname van tandweefsel
- prepareren zodat de stift in kanaal past -> afname van tandweefsel -> verzwakt de wortel
- geen piekspanningen (kunnen leiden falen van restauratie of breuk van element)
- piekspanningen -> worden veroorzaakt als je twee materialen met hele verschillende flexibiliteit gaat samenvoegen en daarop gaat staan drukken
- verwijderbaar
- esthetisch
- compatibel met andere restauratiematerialen
- het liefst dat het ook nog chemisch aan elkaar kan hechten
Welke eisen zijn er aan het stiftsysteem?
- minimale afname van tandweefsel
- prepareren zodat de stift in kanaal past -> afname van tandweefsel -> verzwakt de wortel
- geen piekspanningen (kunnen leiden falen van restauratie of breuk van element)
- piekspanningen -> worden veroorzaakt als je twee materialen met hele verschillende flexibiliteit gaat samenvoegen en daarop gaat staan drukken
- verwijderbaar
- esthetisch
- compatibel met andere restauratiematerialen
- het liefst dat het ook nog chemisch aan elkaar kan hechten
Welke stiftmaterialen zijn er van oud naar nieuw?
- metaal, prefab
- carbonvezel
- glasvezel
Wat zijn de voor- en nadelen van metaal - gegoten stiftopbouw?
- klinisch bewezen (tientallen jaren gebruikt)
- sterk
- nadelen
- uitgebreide preparatie (zonder ondersnijdingen)
- niet esthetisch (niet tandkleurig)
- Risico op wortelfractuur (door hoge stijfheid)
Wat zijn de voor- en nadelen van keramische - zirkoniumoxide stiftopbouw?
- voordelen
- sterk
- esthetisch
- nadelen
- zeer stijf, maar ook bros -> breuk
- risico (misschien meer dan bij metaal) op wortelfractuur
- slechte hechting aan composiet(cementen)
- bijna niet te verwijderen (doordat het zo hard is)
- dus: niet gebruiken!
Wat zijn de voor- en nadelen van metaal - prefab?
- sterk
- nadelen
- hoge elasticiteitsmodulus -> hoge spanningen worden doorgegeven aan dentine wat wortelfracturen kan veroorzaken
- elasticiteitsmodulus -> maat voor de stijfheid
- risico op wortelfractuur
- lage elasticiteitslimiet -> sneller/makkelijker stiftbreuk
- elasticitetislimiet -> het punt waarop de stift zodanig wordt vervormd, dat hij niet meer terug kan keren in zijn oorspronkelijke vorm
- goedkope stiften -> onedel materiaal -> kunnen corroderen -> expansie -> falen!
- bij gegoten opbouw wordt er vaak goud gebruikt wat niet kan corroderen
Wat is de conclusie van stiftmaterialen?
- laagste risico op wortelfractuur
- stijfheid komt beste overeen met dentine
- compatibel met composietcement en opbouwmateriaal
- belangrijkste van wortelstift is de retentie -> De stift moet inwendig goed vastzitten zodat die trekkrachten kan weerstaan; stift moet niet loskomen van kanaal wanneer er druk opstaat.
Waar komt het door als een (glas)vezelstift faalt?
- loskomen van de stift
- endodontisch falen (als gevolg van microlekkage)
Wat is het nut van een adhesief?
- twee groepen -> stiften cementeren met composiet zonder adhesie of met adhesief
- daarna worden de stiften eruit getrokken -> bepalen hoeveel kracht hiervoor nodig was
- resultaat -> stiften gecementeerd met een composietcement zonder adhesief zitten even vast als met adhesief, dus retentie van een adhesief geplaatste stift is vooral afhankelijk van de schuiffrictie
- conclusie -> het creëren van een adhesief continuüm of "monoblock" is dus niet reëel
Waar wordt een "monoblock" niet gevormd?
- meer vrije vlakken (grotere C-factor/krimpfactor) -> hoe meer het ervanaf kan krimpen -> kan meer spanning ontstaan
- cement is omringd door wanden -> cement krimpt dus altijd van een kant af (dentine of stift) -> beperkte verbinding -> geen "monoblock" gevormd
- geen ideale omstandigheden voor hechting aan dentine -> het is vervuild door vijzel, natriumhypochloriet, sealer, cementen dus hechting hieraan is bepekt -> geen "monoblock gevormd".
Hoe gaat de vorming van "resin-dentin interduffusion zone"?
- na het etsen van dentine onstaat er een oppervlak dat bedekt is met spaghetti van collageenvezels -> deze laag wordt gepenetreerd met kunststof (hybride laag)
- het restauratiemateriaal hecht aan de hybride laag
Wat is het verschil tussen stiften cementeren in complete wortel en in halve wortel?
- wortels door middel zagen -> halve wortel cementeren dus stift naar worteloppervlak toe bewegen -> minder krimpspanning (C-factor is namelijk lager)
- side note: hechting van composietcement aan stift is sterker dan hechting aan dentine -> cement krimpt naar stift toe -> oefent kracht uit op hechtvlak tussen dentine en cement (krimpspanning)
- resultaten: kracht die nodig is om stift van wortel te trekken is veel hoger bij halve wortels dan bij volledige wortels
- conclusie: lagere hechtsterkte bij wortelkanalen komt dus door verschil in C-factor -> lagere C-factor betekent minder krimpspanning en dus betere hechting.
Wat doe je bij elke restauratie met stift?
Wat zijn andere hindernissen bij het vullen?
- slecht zicht
- slechtere bereikbaarheid
- snelle uitharding composiet apicaal
- omdat apicaal veel lagere zuurstofspanning is dan coronaal
Wat is het verband tussen lengte van kanaalvulling en coronaire lekkage?
- langere kanaalvulling -> betere afsluiting
- de afsluitende eigenschappen zijn proportioneel aan de lengte van de overgebleven vulling
- korte guttaperchastift -> veel lekkage
Wat bepaalt voor een groot gedeelte de mate van biocompatibiliteit van composietcementen?
- monomeren komen vrij -> moeten door tubuli heen -> door wortelcement heen -> komen dan pas in het lichaam terecht
- normaliter geeft dit geen probleem, behalve als je allergisch voor het composietcement bent
- stift met cement moet dus niet tot volledige werklengte geplaatst worden, er moet 3-4 mm guttapercha apicaal blijven -> vormt zo een barrière voor het vrijkomen van restmonomeren.
Wat bepaalt het succes van de endodontische behandeling op lange termijn?
De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden