Samenvatting: Materieel Strafrecht | 9789058507655 | P A van Laar
- Deze + 400k samenvattingen
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden
Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van Materieel strafrecht | 9789058507655 | P.A. van Laar
-
1 Legaliteitsbeginsel
Dit is een preview. Er zijn 2 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1
Laat hier meer flashcards zien -
Op welke 3 gezichtspunten is het legaliteitsbeginsel gebaseerd?
De schuldgedachte
De rechtsstaatgedachte
De rechtszekerheidgedacht -
Het leg.beginsel legitimeert en limiteert de mogelijkheid van strafrechtelijk optreden. ( geboden en verboden voor de overheid) Dit uit zich in verschillende aspecten. Benoem deze 5 aspecten
- Het verbod van terugwerkende kracht
- Lex certa beginsel
- "wettelijk' uit art 1 betekent wet in formele zin en daarop gebaseerde wetten door delegatie.
- Verbod op analogische interpretatie
- Interpretatiemethoden
-
Geef de definitie van lex-certa beginsel?
De kenbaarheid van het recht vereist dat de wet duidelijk is.
( Strafbepalingen moeten voldoende concreet duidelijk maken welke gedragingen zijn verboden en strafbaar zijn gesteld en of de norm de verdachte voldoende in staat stelt zijn gedrag daarop af te stemmen) -
Wat houdt het verbod op analogische interpretatie in?
Bij het toepassen v.e. strafbep. mag de rechter deze op verschillende manieren uitleggen. Hij mag daarin niet zo ver gaan dat nieuwe regelgeving wordt ontwikkeld ( taak wetgever) -
De grens tussen extensieve interpretatie en het verbod op analogie is dun. Onder welke voorwaarden is ext. interpreteren toelaatbaar?
Extensief interpreteren is toelaatbaar mits dit binnen de grenzen van de delictomschrijving valt -
3 Delictsomschrijving en tenlastelegging
Dit is een preview. Er zijn 4 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 3
Laat hier meer flashcards zien -
De voorwaarde van wederrechtelijkheid ziet toe op de vraag of de gedraging die onder de DO valt, in strijd is met het recht. Onder welke omstandigheden vervalt de wederrechtelijkheid?
Indien de dader zich op een rechtvaardigheidsgrond kan beroepen. -
In welke gevallen wordt OVAR uitgesproken?
- Het bewezenverklaarde voldoet niet aan de DO
- Rechter legt de DO restrictief uit --> OVAR o.g.v.niet -kwalificeerbaarheid
- OM fout--> vergeet bepaald bestanddeel van de toepasselijke DO te omschrijven
- DO is ongeldig ( ism hogere regeling)
- schuld en wederrechtelijkheid kunnen als elementen niet bewezen worden
-
4 Opzet
Dit is een preview. Er zijn 18 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 4
Laat hier meer flashcards zien -
Feitelijke opzetvormen zien op de soort van opzet. Waaruit kan deze worden afgeleid?
Uit de concrete gedragingen van de dader(s) -
Wat is de betekenis van oogmerk?
Waarbij de wil primair is gericht op het gevolg. Gericht op het hebben van een bedoeling. Het bereiken van het doel is niet noodzakelijk, het doel beogen is al voldoende -
Wat houdt de opzetvorm noodzakelijkheidsbewustzijn in ?
Het gevolg is niet primair gewild, maar hangt wel onlosmakelijk samen met het primaire doel.
Vorm van opzet waarbij bepaalde redelijkerwijs voorzienbare gevolgen intreden, die de dader op de koop toe heeft genomen om tot de uitvoering van zijn strafbaar feit te komen. HR Thomas van Bremerhaven
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden