Samenvatting: Materieel Strafrecht

Studiemateriaal generieke omslagafbeelding
  • Deze + 400k samenvattingen
  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
LET OP!!! Er zijn slechts 97 flashcards en notities beschikbaar voor dit materiaal. Deze samenvatting is mogelijk niet volledig. Zoek a.u.b. soortgelijke of andere samenvattingen.
Gebruik deze samenvatting
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo

Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van Materieel Strafrecht

  • 1 Week 1

    Dit is een preview. Er zijn 7 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1
    Laat hier meer flashcards zien

  • We kennen in het materiële strafrecht 3 vormen van het strafbare feit. Welke zijn deze?

    - Het historische strafbare feit
    - Het wettelijke strafbare feit
    - Het juridische strafbare feit
  • Waarom kun je stellen dat het juridische strafbare feit een aanvulling vormt op het historische strafbare feit?

    Omdat je spreekt van een historisch strafbaar feit wanneer de delictsomschrijving is vervult. Hierbij hou je geen rekening met de strafrechtsdogmatiek (bijvoorbeeld eventuele uitsluitingsgronden) wanneer ook na het beoordelen van deze dogmatiek het strafbare feit overeind blijft staan spreek je van een juridisch strafbaar feit. 

    Omdat je dus met meer dan alleen de delictsomschrijving rekening moet houden kun je stellen dat het juridische strafbare feit een aanvulling vormt op het historische strafbare feit.
  • Wat bedoelen we met de voorwaarden voor strafbaarheid? Waarom kun je stellen dat de laatste twee voorwaarden anders zijn dan de rest?

    Met de voorwaarden voor strafbaarheid bedoelen we de voorwaarden die vervult moeten worden om strafbaar gesteld te kunnen worden. Deze zijn: 

    - een menselijk gedraging
    - passen binnen een wettelijke delictsomschrijving
    - wederrechtelijk
    - aan schuld te wijten

    De laatste twee 'wederrechtelijkheid' en 'schuld' worden als elementen veronderstelt van het strafbare feit. 

    Het kan ook voorkomen dat deze twee bestanddeel zijn geworden van het strafbare feit. Als dat zo is en deze twee zijn niet bewezen dan volgt er vrijspraak.
  • Wat zijn gekwalificeerde delicten? Kennen we ook een tegenhanger hiervan?

    Gekwalificeerde delicten zijn delicten die een strafverzwaring kennen. De tegenhanger zijn geprivileerden delicten, deze kennen juist een strafvermindering.
  • Wat zijn de omstandigheden waaronder een menselijke gedraging strafbaar gesteld kan worden?

    - Persoonlijke omstandigheden: 
    Inwendige: psyschische gesteldheid dader
    Uitwendige: bepaalde hoedanigheid/kwaliteit dader

    - Onpersoonlijke omstandigheden: 
    Begeleidende omstandigheden --> staan expliciet in delictsomschrijving
  • Wat bedoelen we met een geobjectiveerd bestanddeel?

    Wanneer het niet belangrijk is voor de strafbaarstelling van de dader of er opzet was in dit delict, dan spreken we van een geobjectiveerd bestanddeel.
  • Voordat je naar 350 Sv kan gaan en de vier vragen die hierin moeten worden beantwoordt dien je eerst naar een ander artikel te gaan. Benoem dit artikel en leg uit wat je moet beantwoorden.

    Je dient hiervoor eerst naar artikel 348 Sv te kijken, hierin staan enkele vragen die je eerst dient te beantwoorden:

    - Is de dagvaarding geldig? (woonplaats en naam op dagvaarding?)

    - Is de rechter bevoegd? (juiste rechter?)

    - Ontvankelijkheid OvJ ( kan de OvJ de zaak aanhangig maken bij de rechter?)

    - Zijn er redenen tot schorsing?
  • In art. 350 Sv staan vier vragen vastgelegd, welke vragen zijn dit?

    - kan het TLL worden bewezen?

    - Is het feit strafbaar? 
    kwalificatie van het strafbare feit in een wettelijke delictsomschrijving.
    Is bewezenverklaarde kwalificatie wederrechtelijk?

    - Is verdachte strafbaar (schulduitsluitingsgrond) (verwijtbaarheid)

    - Welke straf of maatregel dient te worden opgelegd?
  • Wat dient er te worden beantwoordt bij de tweede vraag van 350 Sv?

    Past op de wettelijke kwalificatie van de gedraging ook een wettelijke delictsomschrijving? 
    359 lid 2 dient hier in acht te worden genomen, dit is de motiveringeis waar de rechters zich aan dienen te houden. 

    Wanneer er bij de tweede vraag sprake is van een rechtvaardigingsgrond dan neemt dit de wederrechtelijkheid weg.
  • Wat dient er bij de derde vraag van 350 Sv te worden beantwoord?

    Of er sprake is van een schulduitsluitingsgrond, wanneer dit wordt aangenomen dan wordt de schuld in de zin van verwijtbaarheid weggenomen.
LET OP!!! Er zijn slechts 97 flashcards en notities beschikbaar voor dit materiaal. Deze samenvatting is mogelijk niet volledig. Zoek a.u.b. soortgelijke of andere samenvattingen.

Om verder te lezen, klik hier:

Lees volledige samenvatting
Deze samenvatting +380.000 andere samenvattingen Een unieke studietool Een oefentool voor deze samenvatting Studiecoaching met filmpjes
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart