Startpagina / Samenvattingen / MBA belastingwetgeving / partner-awr-5a

Algemene Wet inzake Rijksbelastingen - Begripsbepalingen - Basispartnerbegrip

6 belangrijke vragen over Algemene Wet inzake Rijksbelastingen - Begripsbepalingen - Basispartnerbegrip

Wat mogen fiscale partners doen?

Zij mogen bijvoorbeeld in hun aangifte inkomstenbelasting de negatieve inkomsten uit eigen woning vrijelijk verdelen, door deze vrije verdeling kunnen zij de aftrek opnemen bij de partner die het hoogste inkomen heeft, wat leidt tot een hogere teruggave dan wanneer de negatieve inkomsten bij ieder voor de helft in aanmerking wordt genomen.

Geldt het basispartnerbegrip van art. 5a AWR voor alle heffingswetten?

Ja, zij het dat het mogelijk is dat in de heffingswet uitbreidingen en beperkingen worden opgenomen. Voor de wet IB is hiervan gebruik gemaakt.

Wie wordt als partner aangemerkt volgens art 5a AWR?

Als partner wordt aangemerkt:

de echtgenoot (of geregistreerd partner, art 2 lid 6 AWR) en
de ongehuwde meerderjarige personen:

met een notarieel samenlevingscontract en
die staan ingeschreven op hetzelfde woonadres in de basisregistratie personen (wet BRP)

Kan een persoon op enig moment meerdere (fiscale) partners hebben?

Neen. Een persoon kan op enig moment slechts een partner hebben. Het is niet mogelijk twee fiscale partners tegelijk te hebben (art. 5a lid 5 AWR)

Vanaf welk moment is men partner?

In het jaar van huwelijk of het sluiten van een samenlevingscontract is men partner vanaf het moment van het sluiten van het huwelijk of het samenlevingscontract. Men is tevens in dat jaar partner in de periode voor het sluiten van het huwelijk/ samenlevingscontract als men ingeschreven stond op hetzelfde woonadres in de basisregistratie personen (art. 5a lid 2 AWR)

Wanneer is men geen partner meer?

In het jaar van echtscheiding of scheiding van tafel en bed blijven gehuwden elkaars partner totdat zij niet meer op hetzelfde woonadres in de basisregistratie personen zijn ingeschreven en een verzoek tot ontbinding van huwelijk of van scheiding van tafel en bed bij de rechtbank is ingediend (art. 5a lid 4 AWR).

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

MBA belastingwetgeving | 9789463172318 | Kees Jacobs

Bekijk samenvatting