Winst uit onderneming en resultaat uit overige werkzaamheden

15 belangrijke vragen over Winst uit onderneming en resultaat uit overige werkzaamheden

Meerkeuzevraag 5.1
Een auto die zowel zakelijk als privé wordt gebruikt:

  1. behoort altijd tot het verplichte ondernemingsvermogen.
  2. behoort alleen tot het verplichte ondernemingsvermogen als er niet meer dan 500 km op jaarbasis privé mee wordt gereden.
  3. behoort altijd tot het keuzevermogen.
  4. behoort alleen dan tot het keuzevermogen als deze zowel zakelijk wordt gebruikt en er meer dan 500 kilometer privé mee wordt gereden.

4. Behoort alleen dan tot het keuzevermogen als deze zowel zakelijk wordt gebruikt en er meer dan 500 kilometer privé mee wordt gereden.


Meerkeuzevraag 5.2

Een woon-winkelpand waarvan het aan derden verhuurde woongedeelte een aparte ingang heeft:
  1. behoort volledig tot het keuzevermogen.
  2. behoort voor wat betreft het woongedeelte tot het verplichte privévermogen.
  3. behoort voor wat betreft het bedrijfsgedeelte tot het verplichte ondernemingsvermogen.
  4. behoort voor wat betreft het woongedeelte tot het keuzevermogen.

3 & 4:

  • behoort voor wat betreft het bedrijfsgedeelte tot het verplichte ondernemingsvermogen.
  • behoort voor wat betreft het woongedeelte tot het keuzevermogen.

Meerkeuzevraag 5.3
Bij het kiezen van een stelsel voor voorraadwaardering, geldt het volgende:


  1. Eens gekozen blijft gekozen, men mag nooit meer van stelsel wijzigen.
  2. Men mag ieder jaar opnieuw een ander stelsel kiezen, mits dit maar in overeenstemming is met de regels van goed koopmansgebruik.
  3. Men mag alleen een ander stelsel kiezen als het nieuwe stelsel in overeenstemming is met de regels van goed koopmansgebruik en de stelselwijziging niet leidt tot een incidenteel fiscaal voordeel.
  4. Men mag alleen van stelsel wijzigen als dit tot een lagere waardering leidt.

3 is het goede antwoord

  • Men mag alleen een ander stelsel kiezen als het nieuwe stelsel in overeenstemming is met de regels van goed koopmansgebruik en de stelselwijziging niet leidt tot een incidenteel fiscaal voordeel.
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart

Meerkeuzevraag 5.4
Bij onttrekking van goederen voor privégebruik geldt het volgende:


  1. Een onttrekking geschiedt altijd tegen de verkoopprijs.
  2. Een onttrekking geschiedt altijd tegen de inkoopprijs.
  3. Een onttrekking geschiedt tegen de inkoopprijs als het goed van geringe waarde is en niet ten koste van de omzet gaat.
  4. De onttrekking door een autodealer van een nieuwe auto geschiedt tegen de verkoopprijs.

3 & 4:

  • Een onttrekking geschiedt tegen de inkoopprijs als het goed van geringe waarde is en niet ten koste van de omzet gaat.
  • De onttrekking door een autodealer van een nieuwe auto geschiedt tegen de verkoopprijs.


Bij het onttrekken van een nieuwe auto door een autodealer gaat het om een goed dat niet van geringe waarde is.


Meerkeuzevraag 5.5
Bij de verkoop van goederen moet de winst worden genomen:


  1. op het moment van het sluiten van de overeenkomst.
  2. uiterlijk op het moment van levering.
  3. op het moment van het uitschrijven van de factuur.
  4. op het moment van ontvangst van de betaling.

Antwoord 3: Op het moment van het sluiten van de overeenkomst mag de winst worden genomen, uiterlijk moet de winst echter worden genomen op het moment van de levering.


Meerkeuzevraag 5.6
Toepassing van de landbouwvrijstelling:


  1. leidt ertoe dat de volledige boekwinst bij verkoop van landbouwgrond altijd is vrijgesteld.
  2. heeft tot gevolg dat alleen winst is vrijgesteld, maar dat verliezen altijd aftrekbaar zijn.
  3. heeft tot gevolg dat de boekwinst door bestemmingswijziging niet onder de vrijstelling valt.
  4. heeft tot gevolg dat ook de boekwinst op opstallen vrij van heffing is.

De winst op landbouwgrond is vrijgesteld. Winsten door een bestemmingswijziging vallen echter niet onder de landbouwvrijstelling.

3.


Meerkeuzevraag 5.7
Een ondernemer die 1.000 uur op jaarbasis in zijn onderneming werkt, heeft recht op:

  1. zelfstandigenaftrek.
  2. MKB-winstvrijstelling.
  3. opbouw fiscale oudedagsreserve.
  4. stakingsaftrek.

  • Voor de zelfstandigenaftrek en opbouw oudedagsreserve moet men aan het urencriterium voldoen. Hier voldoet de ondernemer aan als hij ten minste 1.225 uren in de onderneming werkzaam is.


2 en 4


Meerkeuzevraag 5.8
De volgende boetes zijn aftrekbaar van de winst uit onderneming:


  1. De boete op een naheffingsaanslag omzetbelasting.
  2. De boete op een naheffingsaanslag loonbelasting.
  3. De boete wegens fout parkeren tijdens een zakelijke rit.
  4. De boete wegens te hard rijden tijdens een zakelijke rit.
  5. Alle vier de boetes zijn niet aftrekbaar.

Alle vier stellingen zijn onjuist. Boetes zijn nooit aftrekbaar (art. 3.14 lid 1 letter c Wet IB).

Nummer 5.

Waar staan de wettelijke bepalingen met betrekking tot winst uit onderneming?

Die staan in de artikelen 3.2 t/m 3.79a Wet IB

Wat zijn de vijf onderdelen die genoemd worden in het boek?

A. Onderneming, ondernemerschap en medegerechtigden;
B. Bepalen van de winst uit onderneming;
C. Ondernemers en ondernemingsfaciliteiten;
D. Staking van de onderneming;
E. Het resultaat uit overige werkzaamheden.

De regels voor de winstbepaling in de Wet IB zijn voor een groot deel ook van toepassing voor de vennootschapsbelasting en voor de bepaling van het resultaat uit overige werkzaamheden.

Volgens welke methoden kan de winst uit onderneming berekend?

De winst uit onderneming kan worden berekend door middel van het opmaken van een resultatenrekening of door middel van een vermogensvergelijking. Beide methodes leiden to eenzelfde uitkomst.

Welke twee begrippen zijn van belang als het gaat om de juiste toerekening van de winst aan het desbetreffende jaar.

Dit zijn:
  1. Het begrip goed koopmansgebruik (art. 3.25 Wet IB);
  2. Het begrip balanscontinuiteit.

Wat is de gebruikelijke fiscale waardering van de bedrijfsmiddelen?

Het uitgangspunt is waardering op de historische kostprijs dan wel op lagere bedrijfswaarde. Dit betreft ook overdrachtsbelasting alsmede het bedrijfsklaar maken van het bedrijfsmiddel. Zoals ook installatiekosten en ook onderhoudskosten die direct na de aankoop worden gemaakt om bijvoorbeeld een pand bedrijfsklaar te maken moeten worden geactiveerd en mogen niet - zoals gebruikelijk is bij onderhoudskosten - ineens ten laste van de winst worden gebracht.

Waar worden opbrengsten belast als er sprake is van TBS

Opbrengsten worden i.p.v. In box 3 belast, belast in box 1 waar de aftrek plaatsvind.
in geval van zaken met verbonden personen

TBS met HIR en KER

Wanneer inkomsten genoten worden uit TBS mogen een HIR en een KER gevormd worden

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo