Samenvatting: Mbo-Module Anatomie, Fysiologie, Pathologie

Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van MBO-module Anatomie, fysiologie, pathologie

• 2 NTI cursus

• 2.1.3 Functies van de cel

  Dit is een preview. Er zijn 9 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 2.1.3
  Laat hier meer flashcards zien

• Op welke manie/in welke manier komt energie in ons lichaam vrij?

  • Warmte
    
  • Mechanische energie

• Welke drie stelsels zijn betrokken bij de stofwisseling?

  Het hart- en vaatstelsel
  Het ademhalingsstelsel
  Het uitscheidingsstelsel (excretie stelsel)

• Hoe veranderd de groei in levensfases?

  Jonge mensen groeien dus: meer groei dan afbraak
  
  Dit raakt vervolgens in balans (afbraak en groei)
  
  Hoe ouder je wordt hoe dominanter de afbraak weer wordt.

• 2.1.4 Histologie (=weefselleer)

  Dit is een preview. Er zijn 10 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 2.1.4
  Laat hier meer flashcards zien

• Wat zijn de kenmerken van oppervlakteweefsel?

  • Weefsel dat een oppervlak of holte bekleed
    
  • Epitheel: grenst aan de buitenwereld
  • Endotheel: grenst niet aan de buitenwereld
  • Bestaat uit één of meer lagen met bijna geen tussenstof
  • Kunnen stoffen produceren die aan de buitenwereld worden afgegeven (vaak slijm maar ook speeksel, talk, verteringssappen en hormonen)

• Uit welke cellen bestaan botweefsels?

  Botcellen worden osteocyten genoemd, hiertussen liggen collagene vezels en kalkzouten. Botafbraak vindt door osteoclasten plaats en de bolvormig door osteoblasten.

• 2.1.5 Algemene pathologie

  Dit is een preview. Er zijn 21 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 2.1.5
  Laat hier meer flashcards zien

• Wat is het verloop van een ontsteking?

  1. Hyperemie (roodheid)
     
  2. Bloedsnelheid neemt af en leukocyten leggen zich tegen de rand van het bloedvat aan
  3. De leukocyt treed buiten het bloedvat (d.m.v. Diapedese)
  4. De leukocyt wordt naar de beschadigde plaats gelokt (chemotaxis)
  5. Fagocytose door de leukocyt van de andere cel
  6. Ontstaan pus

  • Hierbij ontstaan ook: rubbor, tumor, dolor, calor en function laesia = infiltraat

• Wat is het belangrijkste verschil tussen een ontwikkelingsstoornis en een groeistoornis?

  Een ontwikkelingsstoornis is onomkeerbaar, een groeistoornis is reversibel

• Wanneer spreken we van een beninge gezwel en wanneer van een maligne gezwel?

  Beninge (goedaardig): de cellen behouden hun normale aspect en vermeerderen zich mooi afgehaspeld binnen een orgaan. Kan alsnog negatieve gevolgen hebben door de plaats waar deze groeit.
  
  
  Malgine (kwaadaardig): hebben he vermogen tot uitzaaien of metastaseren, en ze verliezen hun normale aspect, wanneer cellen atypisch worden, dan spreken we van anaplasie. Wanneer er veel metastase optreedt, zal chirurgisch ingrijpen lastiger worden. Overige kenmerken zijn:
  

  • Polymorfie
  • Hoge groeisnelheid
  • Bloedvoorziening

• Welke soorten immunologische stoornissen kan je onderscheiden?

  Het lichaam reageert onvoldoende op lichaamsvreemde stoffen. Dit kan aangeboren zijn maar ook verworden worden door bijvoorbeeld medicijnen. 
  
  Het lichaam reageert te sterk op lichaamsvreemde stoffen: allergische reactie
  
  De immunologische reactie vallen lichaamseigen stoffen aan, een auto-immunologische reactie 

• 3 Circulatiestelsel

• 3.1 Het bloed

  Dit is een preview. Er zijn 23 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 3.1
  Laat hier meer flashcards zien

• Wat zijn de kenmerken van erytrocyten

  0,0075 mm lang en 0,002 mm breed, geen kern, bioncave vorm, hemoglobine (rode kleurstof), levensduur van ongeveer 120 dagen