Samenvatting: Mcb

Studiemateriaal generieke omslagafbeelding
  • Deze + 400k samenvattingen
  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Gebruik deze samenvatting
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo

Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van MCB

  • HC 01 | Aansluiting op EDI

    Dit is een preview. Er zijn 6 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 15/02/2017
    Laat hier meer flashcards zien

  • wat zijn de 5 rijken op basis van morfologie?

    Dieren, planten, schimmels, protisten, monomeren(bacterien)
  • wat zijn de 3 domeinen op basis van genetica

    Archea, Eukarya, Prokarya
  • Welke eigenschappen bevestigen de endosymbiosetheorie dat het mitochondrion een opgenomen bacteriecel is en niet een opgenomen archaeacel. Noem er 3.

    Mitochondriële eiwitten beginnen met formylmethionine. Mitochondrion is gevoelig voor antibiotica. Mitochondriële eiwitsynthesemachinerie heeft 1 RNA polymerase terwijl archaea er 3 heeft. Genetisch zijn bacteriën en archaea verschillend waarbij mitochondriaal DNA heel sterk op dat van bacteriën lijkt.
  • Leg uit waarom archaea geen zuurstof gebruiken maar wel tegen extreme omstandigheden als hitte, zuur en zout kunnen?

     Archaea zijn 3,4 mld jaar geleden ontstaan toen er nagenoeg geen zuurstof aanwezig was op Aarde. Op dezelfde moment was het wel bloedheet, was er veel zuur en ook veel zout aanwezig (water was vooral in gasvorm aanwezig en is later gecondenseerd zodat concentraties afnamen). Voor die tijd waren dat normale omstandigheden.
  • Hoe kan er worden bewezen dat het mitochondrium eerder bestond dan plastiden?

    - het binnenste membraan van beide organellen bevatten enzymen en transport systemen die homoloog zijn met de plasmamembranen in prokaryoten
    - deze organellen repliceren op een soortgelijke manier als bepaalde prokaryoten. Beide bevatten circulair DNA die niet gelinkt zijn met histonen of andere eiwitten 
    - Beiden bevatten ook een 'cellular machinery' met ribosomen om DNA in eiwit te vertalen
    - In geval van grootte, RNA sequencies en antibiotica gevoeligheid lijken de ribosomen meer op prokaryotische dan eukaryotische ribosomen.
  • HC 02 | Verschil eukaryoten en prokaryoten

    Dit is een preview. Er zijn 39 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 16/02/2017
    Laat hier meer flashcards zien

  • eiwit synthese (verschillen EU en PRO)

    Pro: maar 1 polymerase vorm. formylmethionine
    Eur: wel sub units dus 3 RNA polymerase ( het ribosoom is ook groter). methionine.
  • DNA (verschillen EU en PRO)

    EU: in de nucleus, opgerold rond histonen (exonen en intronen)
    pro: circulair en vrij in de cel, ook niet omgeven door histonen (alleen exonen)
  • Waar zorgt het cytoskelet voor bij eukaryoten?

    Voor de beweeglijkheid, vorm en celdeling.
  • mobiliteit (verschillen EU en PRO)

    Prokaryote flagellen: motortje binnen in de cel verbonden met extern flagel
                                          clockwise = trillen
                                          counter     = zwemmen

    Eukaryote flagellen  : geen motor. zit er niet uit als staart. structuren opgebouwt uit eiwitten (tubules) die zich rondom het membraan bevinden
  • Cytoskelet (verschillen EU en PRO)

    PRO wel maar minder complex en sterk dan EU

Om verder te lezen, klik hier:

Lees volledige samenvatting
Deze samenvatting +380.000 andere samenvattingen Een unieke studietool Een oefentool voor deze samenvatting Studiecoaching met filmpjes
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart