Verbod op misbruik van een economische machtspositie

55 belangrijke vragen over Verbod op misbruik van een economische machtspositie

IN welk artikel is de misbruik van een economische machtspositie neergelegd?

Op Nationaal niveau: Artikel 24 Mw.
Op Europees niveau: Artikel 102 VWEU.

Wat is het verschil tussen de vereisten voor het kartelverbod en de vereisten voor het misbruikverbod?

1. Bij het kartelverbod moet er sprake zijn van 2 of meer betrokken ondernemingen, bij het misbruikverbod is er slechts 1 onderneming nodig om misbruikverbod vast te stellen.

2. Het kartelverbod geldt zowel voor ondernemingen als voor ondernemingsverenigingen en het misbruikverbod geldt enkel voor ondernemingen.

3. Bij het kartelverbod gaat het om alle soorten ondernemingen die betrokken kunnen zijn bij afspraken of gedragingen, bij het misbruikverbod kunnen enkel ondernemingen betrokken zijn die een economische machtspositie hebben.

4. Er bestaan een heleboel uitzonderingen op het kartelverbod, terwijl op het misbruikverbod slechts 3 uitzonderingen bestaan.

Wat zijn de verschillen tussen een concentratiecontrole en het misbruikverbod?

1. Bij een concentratiecontrole is er sprake van controle vooraf, terwijl bij het misbruikverbod er sprake is van controle achteraf.

2. Bij een concentratiecontrole proberen de betrokken ondernemingen een machtspositie te creëren terwijl bij het misbruikverbod zij die machtspositie al hebben maar daar misbruik van maken (artikel 24 lid 2 Mw).
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart

Wanneer is er sprake van overtreding van het misbruikverbod?

Het hebben van een machtspositie is niet onrechtmatig, het misbruiken van een machtspositie is dat wel.

Wat houdt het misbruikverbod volgens artikel 24 Mw in?

In artikel 24 Mw staat over het misbruikverbod? "Het is ondernemingen verboden om misbruik te maken van een economische machtspositie."
Er bestaat dus geen verbod op het hebben van of het streven naar een machtspositie.

Op welk moment gaat het misbruikverbod spelen?

Het misbruikverbod gaat pas spelen op het moment dat de onderneming een machtspositie heeft en daar misbruik van lijkt te maken.

Welke voorbeelden van het misbruikverbod zijn er neergelegd in artikel 102 VWEU?

Er zijn vier voorbeelden daarin genoemd:
- Onredelijke prijzen
- Productiebeperking of productiequotering, hierdoor komen er minder producten op de markt waardoor men verwacht dat de prijzen zullen stijgen.
- Discriminatie, het discrimineren van de ene afnemer t.o.v. de andere afnemer.
- Koppelverkoop, hierbij verplicht je de afnemer om ook een ander product van je af te nemen.

Dit zijn slechts voorbeelden, het is geen gesloten categorie. Ook andere gedragingen kunnen misbruik opleveren.

Waarom is die lijst met voorbeelden uit artikel 102 VWEU niet opgenomen in de Mededingingswet?

De Mededingingswet in Nederland is bedoeld om niet strenger en niet soepeler te zijn dan EU-mededingingsrecht. In r.o. 3.29 van arrest Curator Veerman/NVM staat dat de voorbeelden die in artikel 102 VWEU worden gebruikt, ook voor artikel 24 Mw kunnen worden gebruikt.

Welke elementen zijn vereist voor de misbruik van een machtspositie ingevolge artikel 24 Mw?

Wil er sprake zijn van misbruik van een machtspositie ingevolge artikel 24 Mw dan moet zijn voldaan aan de volgende vereisten:

1. Er moet sprake zijn van één of meer ondernemingen;
2. Er moet sprake zijn van een machtspositie. Of er sprake is van een machtspositie wordt bepaald aan de hand van de relevante productmarkt en de relevante geografische markt;
3. Er moet sprake zijn van misbruik van de economische machtspositie.

Hoe wordt het fenomeen genoemd wanneer er sprake is van meerdere ondernemingen die misbruik maken van hun economische machtspositie?

Dan wordt er gesproken van een collectieve economische machtspositie. Dat is de situatie waarin ondernemingen die op een bepaalde relevante markt actief zijn, dat elke onderneming dan op zichzelf geen machtspositie heeft ,maar waar de marktstructuur zodanig is dat de ondernemingen die op die markt actief zijn, worden gedwongen of gestimuleerd om zich op dezelfde manier te gaan gedragen op die markt.

Is collectieve misbruik van een economische machtspositie een vaak voorkomend gebeuren?

Nee, het is tot op heden zelfs slechts een theoretische mogelijkheid gebleken. Al heeft de Commissie dus wel geprobeerd dit te betogen in de Airtours-zaak. Wanneer er toch aannemelijk wordt gemaakt dat er sprake is van misbruik van een economische machtspositie dan zal er daarna bij elke individuele onderneming ook nog aan moeten worden getoond dat er sprake is van machtsmisbruik. Tot op heden is dit dus nog niet voorgekomen.

Welke 3 voorwaarden voor collectieve misbruik van een economische machtspositie volgen er uit de Airtours-zaak?

Uit de Airtours-zaak volgt dat er, wil er sprake zijn van collectieve misbruik van een economische machtspositie, er moet zijn voldaan aan 3 voorwaarden:
1. Er moet sprake zijn van een voldoende transparante markt;
2. Er moeten voldoende prikkels overblijven om niet van de collectieve gedragslijn af te wijken (zoals het ontketenen van een prijzenoorlog);
3. De consument en concurrenten moten niet in staat zijn om de gedragslijn te beïnvloeden.

In welk artikel is de definitie van 'economische machtspositie' neergelegd?

Artikel 1 sub i Mededingingswet. Deze begripsomschrijving is een codificatie van de Europese jurisprudentie.

Wat zijn de vereisten wil er sprake zijn van 'een economische machtspositie'?

Wil er sprake zijn van een economische machtspositie dan moet er volgens artikel 1 sub i Mw sprake zijn van:
1. één of meer ondernemingen; 
2. die op de Nederlandse markt of een deel daarvan;
3. in staat is om de daadwerkelijke mededinging te verhinderen;
4. en hij zich onafhankelijk van concurrenten, leveranciers, afnemers of eindgebruikers kan gedragen.

Wat is het belangrijkste element om te beoordelen of er sprake is van een economische machtspositie?

Doro te kijken naar het marktaandeel van de onderneming in kwestie.

Is het mogelijk voor de onderneming met een marktaandeel van 50% of meer om aan te tonen dat er geen sprake is van een economische machtspositie?

Ja, het staat de onderneming vrij om tegenbewijs te leveren.

Welke twee rechtsvermoedens met betrekking tot de economische machtspositie zijn er te onderscheiden?

1. Het rechtsvermoeden bij een marktaandeel van 50% of meer dat er sprake is van een economische machtspositie, arrest AKZO;
2. Het rechtsvermoeden dat er geen sprake is van een economische machtspositie bij een marktaandeel van onder de 30%.

Hoe wordt het marktaandeel van de desbetreffende onderneming geanalyseerd?

Bij de analyse van het marktaandeel zijn de volgende 3 dingen van belang:
1. Marktaandeel >50%: vermoeden van economische machtspositie
2. Marktaandeel <30%: vermoeden van ontbreken economische machtspositie
3. Marktaandeel van de overige spelers.

Na de analyse van het marktaandeel vindt 'de analyse van de markt en de positie van de concurrenten' plaats. Welke aspecten komen hierin aan de orde?

Er wordt bij de analyse van de markt en de positie van de concurrenten gekeken naar de volgende punten;
1. Schaalvoordelen
2. 'Deep pockets'
3. Technologische voorsprong
4. Wettelijke belemmeringen
5. Omschakelingskosten
6. Toetredingsbarrières / expansiebarrières.

Op het moment dat er sprake is van een vermoeden van een economische machtspositie of juist het omgekeerde (dat er geen sprake van is) kunnen de bovenstaande punten ertoe leiden dat men tot een ander oordeel komt.

Wat is belangrijk bij de beoordeling of er sprake is van een economische machtspositie van een onderneming?

Je moet terughoudend zijn met het zeggen dat een onderneming een machtspositie heeft, terwijl je alleen maar kijkt naar de huidige positie. Je moet niet alleen kijken naar het marktaandeel maar ook naar de toetredingsbarrières, denk hierbij aan het voorbeeld van Nokia dat marktleider was en ineens zijn marktaandeel enorm zag zakken door de opkomst van Smartphones waar zij volledig de boot hadden gemist. Als je dan alleen had gekeken naar het huidige marktaandeel dan was er bij Nokia dus sprake van een economische machtspositie, maar door die lage toetredingsdrempel moet je dit standpunt dus sterk reduceren.

Ligt de analyse van de markt en de positie van de concurrenten uit voor wat betreft technologische voorsprong

Een ander belangrijk element voor het beoordelen of er sprake is van een economische machtspositie is om te kijken naar de technologische voorsprong die de onderneming wellicht heeft, zoals bijvoorbeeld intellectuele eigendom of een belangrijke uitvinding die die onderneming heeft gedaan.

Ligt de analyse van de markt en de positie van de concurrenten uit voor wat betreft 'Deep pockets'

Het element van 'Deep pockets' is ook voor belang voor de analyse van de markt en de positie van de concurrenten. Het gaat hierbij om de economische slagkracht van ondernemingen. Hierbij is het van belang of een onderneming deel uitmaakt van een groot concern, dan kan het voor zo'n onderneming bijvoorbeeld veel makkelijker zijn om financiering te krijgen. Vandaar het begrip 'Deep pockets' ofwel: 'Diepe zakken'.

Wat wordt ermee bedoeld dat ondernemingen met een economische machtspositie een 'special responsibility' hebben?

De ondernemingen met een economische machtspositie hebben een 'speciale verantwoordelijkheid'. Zij moeten zich op de markt zo gedragen dat zij ondanks hun machtspositie, hun afnemers  en hun concurrenten niet teveel benadelen.

Wat bedoelen ze met het feit dat men probeert 'nepconcurrentie' te creëren bij het misbruikverbod?

Het doel van het misbruikverbod is om de onderneming die een machtspositie heeft op de markt, zich te laten gedragen alsof er sprake is van voldoende concurrentie. Op die manier probeert men een soort van 'nepconcurrentie' te creëren. 

Wat zijn de vereisten die gelden wil het misbruikverbod uit artikel 102 VWEU van toepassing zijn?

1. Er moet sprake zijn van een Europese dimensie, is die er niet dan moet worden gekeken naar de regels op nationaal niveau. Er is sprake van een Europese dimensie wanneer de overtreding van het misbruikverbod de handel tussen de lidstaten ongunstig kan beïnvloeden.

2. Er moet sprake zijn van één of meer ondernemingen

3. De onderneming moet een economische machtspositie hebben

4. De onderneming moet die economische machtspositie hebben op de interne (Europese) markt of een deel daarvan

5. De onderneming moet misbruik maken van zijn economische machtspositie.

Welke twee vormen van misbruik van de economische machtspositie zijn er krachtens artikel 102 VWEU mogelijk?

1. Gedragingen ten nadele van de consument (= exploitatie abuse)
2. Gedragingen ten nadele van de concurrent (= exclusionary abuse)

Wie bepalen uiteindelijk op Europees niveau of er sprake is van misbruik?

De mededingingsautoriteiten en rechters.

Waarvan is sprake van misbruik van de economische machtspositie ten nadele van de consument?

Dat de consument geen mogelijkheid heeft om naar een andere leverancier uit te maken.

Waarvan is sprake van misbruik van de economische machtspositie ten nadele van de concurrent?

Daarbij wordt gehandeld ten nadele van de concurrent, men probeert dan een concurrent van de markt af te concurreren of ervoor te zorgen dat nieuwe concurrenten niet tot de markt toe kunnen treden.

Welke twee elementen komen zowel bij het kartelverbod als bij het misbruikverbod naar voren?

Dat er moet worden gekeken naar de gedragingen van de ondernemingen aan de hand van de vraag of er sprake is van een beperkend gevolg en of er sprake is van merkbaarheid. Die beide elementen komen dus ook terug bij het misbruikverbod.

Op welk artikel heeft arrest CRV Holding betrekking?

Artikel 102 VWEU, over de misbruik van een economische machtspositie.

Welke vormen van excessief hoge/lage prijzen zijn er te onderscheiden?

Excessief hoge/lage prijzen kunnen uiteenvallen in de volgende categorieën:
1. In geval van excessief hoge prijs is er sprake van een excessieve winstmarge;
2. In geval van een excessief lage prijs is er sprake van een omzet lager dan de gemiddelde variabele kosten
3. Een "price squeeze", arrest HvJ Deutsche Telekom
4. Kruissubsidiëring.

Licht de 'Excessief lage prijzen' toe

In geval van een excessief lage prijs is de prijs lager dan de gemiddelde variabele kosten. Voor de consumenten is dit op de korte termijn voordeling, maar wanneer men hier te lang mee doorgaat dan leidt dit ertoe dat minder sterke concurrenten die zo'n lage prijs niet kunnen volgen, daardoor uit de markt worden gedreven waardoor de consumenten steeds minder te kiezen krijgen. Wanneer de onderneming met een economische machtspositie dan nog de enig overgebleven onderneming is in de markt dan gooit zij de prijzen weer omhoog. 

Wat is het lastige aan het vaststellen dat er sprake is van excessief lage prijzen?

Het lastige hieraan is de vraag wanneer er nou sprake is van een lage prijs en onwenselijkheid van die lage prijs. Je moet dan kijken naar de kostenstructuur van de leverancier in kwestie, het enkel verkopen met verlies levert nog niet per definitie misbruik van een economische machtspositie op.

Wanneer is er sprake van excessief lage prijzen?

text-alignHvJ oordeelde dat wanneer onderneming met een machtspositie zijn producten verkoopt, dan mag hij de prijs zo ver naar beneden doen tot dat gedeelte van de kosten die variabel is, zodra het verlies zo groot wordt dat je ook verlies maakt op je vast kosten, dan is er sprake van misbruik. 
text-alignJe mag dus tot aan je vaste kosten dalen met de prijs, maar wanneer je daaronder komt is er sprake van misbruik van je economische machtspositie.

Waarom is er sprake van misbruik wanneer je zoveel verlies draait dat je zelfs je vaste kosten niet meer terugverdient?

text-alignWanneer je zo laag gaat dat zelfs je vaste kosten die je altijd hebt, niet meer terug kan verdienen, dan is in economisch opzicht het enige motief dat je kunt hebben is het uitdrijven van je concurrenten uit de markt. Als dat namelijk niet het motief is dan zou je stoppen met die productie want is het enorm verliesgevend.

Licht de 'kruissubsidiëring' als vorm van excessief hoge/lage prijzen toe

Wanneer een onderneming een machtspositie heeft op een bepaalde markt en zij het geld wat zij daar verdient, gebruikt om in te zetten ter subsidiëring van haar activiteiten op een andere markt, dan is er sprake van  kruissubsidiëring.

De tweede categorie van misbruik van een economische machtspositie is die van 'Onbillijke contractuele voorwaarden', licht toe

In geval van onbillijke contractuele voorwaarden is er sprake van machtsmisbruik wanneer die contractsvoorwaarden apert onredelijk en onbillijk zijn.
Er is sprake van onbillijke contractuele voorwaarden wanneer de wederpartij die voorwaarden niet had geaccepteerd wanneer de leverancier met wie zij had onderhandeld, geen machtspositie zou hebben gehad.

De derde categorie van misbruik van een economische machtspositie is die van 'discriminerende prijzen of kortingen', licht toe

De discriminerende prijzen of kortingen valt uiteen in de volgende vormen van misbruik:
1. Procentueel of absoluut hoge kortingen;
2. Loyaliteitskortingen (zie arrest CRV Holding).

Wanneer is sprake van loyaliteitsbevorderende korting?

In geval je las klant van een onderneming eerst over een bepaalde drempel in omzet of volume heen moet gaan van wat je afneemt, en dat je dan als je daaraan voldoet een bepaalde korting krijgt. Die korting heeft dan een loyaliteit-bevorderend effect omdat je op die manier als afnemer wordt gestimuleerd om minimaal dat volume af te nemen.

Is het nooit toegestaan om kortingen te geven aan afnemers?

Jawel, het is bijvoorbeeld wél toegestaan dat je als ondernemer met machtspositie zegt tegen je afnemers dat wanneer ze veel producten in één keer afnemen, zij minder hoeven te betalen dan wanneer ze kleine bestelling doen. Dit is toegestaan omdat je dan bijvoorbeeld minder kosten maakt aangezien je een vrachtwagen dan in één keer helemaal vol kan stoppen in plaats van dat je hem een paar keer halfvol stopt.

De vierde categorie van misbruik van een economische machtspositie is die van 'koppelverkoop', licht toe

Bij koppelverkoop is er sprake van een onderneming die m.b.t. een bepaald product een machtspositie heeft en dat product waarbij hij een machtspositie heeft koppelt aan een ander product waardoor je eigenlijk verplicht bent dat wanneer je de ene koopt, je ook de ander moet kopen. Twee zaken die hiervoor van belang zijn: 1. De Microsoftzaak en 2. De Tomra-zaak.

De vijfde categorie van misbruik van een economische machtspositie is die van 'het uitoefenen of verkrijgen van een exclusief recht', licht toe

Bij intellectuele eigendomsrechten is in beginsel geen sprake van misbruik, tenzij er sprake is van bijzondere omstandigheden. Deze bijzondere omstandigheden kunnen ertoe leiden dat de rechthebbende een economische machtspositie heeft. De vraag is dan hoe ver je mag gaan met het uitoefenen van je IE-recht.
Het enkel uitoefenen van het intellectuele eigendomsrecht levert geen misbruik van een economische machtspositie op, enkel wanneer je het intellectuele eigendomsrecht inzet met als doe je concurrenten daarmee uit de markt te willen drijven. Vaak gaat het bij een intellectueel eigendomsrecht om een leveringsweigering.

Welke rechtsregel volgt uit arrest Veerman/NVM?

De contractvrijheid en de bescherming van intellectuele eigendomsrechten moeten af worden gewogen tegen het misbruikverbod en de positie van concurrenten. Wanneer er door het gebruik van deze intellectuele eigendom concurrenten van de markt worden gedreven of anderen niet toe kunnen treden tot de markt en wanneer dat een ernstig permanent en onvermijdelijk nadeel voor de concurrentie oplevert dan kan er sprake zijn van mis­bruik. 

Welke wettelijke uitzonderingen zijn er op het misbruikverbod?

Er is in de wet een aantal uitzonderingen m.b.t. het kartelverbod neergelegd:
1. Artikel 24 lid 2 MW: het tot stand willen brengen van een concentratie is geen misbruik.
2. Artikel 25 MW: in geval van een bijzondere-taak ontheffing is geen sprake van misbruik van een machtspositie, mits de gedraging of overeenkomst noodzakelijk en proportioneel is. Zelfde uitzondering is neergelegd in artikel 106 lid 2 VWEU. 
3. In artikel 5:5 Awb ligt nog een beperking neergelegd: er mag geen sanctie worden opgelegd wanneer er sprake is van een rechtvaardigingsgrond.

Wat is er neergelegd in artikel 106 lid 2 VWEU?

Dat een onderneming die is belast met het beheer van diensten van algemeen economisch belang of diensten die het karakter dragen van een fiscaal monopolie, dat die ondernemingen slechts onder de regels van de mededinging vallen in zoverre dat de vervulling van de hun toevertrouwde bijzondere taak niet verhindert.

In welk artikel is op Europees niveau een uitzondering op het kartel- en misbruikverbod neergelegd in de wet?

Artikel 106 lid 2 VWEU.

Licht 'gerechtvaardigd zakelijk gedrag' als categorie van objectieve rechtvaardiging toe

Bij gerechtvaardigd zakelijk gedrag moet je denken aan het feit dat iemand niet levert omdat zijn klant de facturen niet betaalt. In zo'n geval mag ook de onderneming met een machtspositie weigeren om te leveren zolang zijn afnemer de rekening niet betaalt.

Licht 'objectieve noodzakelijkheid' als categorie van objectieve rechtvaardiging toe

Bij de objectieve noodzakelijkheid moet je denken aan het feit dat de onderneming geen andere keuze heeft omdat de regelgeving een bepaalde gedragslijn voorschrijft of in het geval er sprake is van een fabriek die afbrandt waardoor je tijdelijk een groot tekort hebt aan producten, in zo'n geval is het gerechtvaardigd dat je niet aan alle klanten kan leveren.

Licht 'efficiëntievoordelen' als categorie van objectieve rechtvaardiging toe

Bij efficiëntievoordelen moet je denken aan het feit dat de klanten/afnemers uiteindelijk van efficiëntie de vruchten zullen plukken.

Bij wie ligt de bewijslast dat er sprake is van een objectieve rechtvaardiging?

De bewijslast dat er sprake is van een objectieve rechtvaardiging ligt bij de verdachte onderneming.

In welke zaak werd een objectieve rechtvaardigingsgrond aangenomen?

In de zaak Superuni vs. Interpay.

Wat is er bepaald in de zaak Superuni vs. Interpay?

Intepray hanteerde verschillende kortingsregelingen, Ahold kreeg hierbij meer korting dan Superuni.
In dit arrest was er sprake van een objectieve rechtvaardiging volgens de NMa, en wel op grond van de volgende elementen:
- Er was sprake van grote investeringen en daarbij was Ahold betrokken
- Ahold had een belangrijke bijdrage geleverd aan de uitrol van het PIN systeem
- De korting die Interpay aan Ahold gaf was dus een terechte beloning voor risicovolle investeringen die door Ahold in Interpay waren gedaan.

Welk beleidsvoornemen heeft de Europese Commissie?

De Europese Commissie wil een strengere, meer economische toets van het 'misbruik'-element en de aangevoerde objectieve rechtvaardiging. De Commissi ewil bij een beroep op de objectieve rechtvaardiging, daar een economische toets op toepassen en daarbij kijken naar enerzijds de nadelen die worden veroorzaakt door het mogelijk misbruik makende gedrag en anderzijds de aangevoerde rechtvaardiging tegen dit misbruik makende gedrag afwegen.

Wat levert misbruik op in civielrechtelijk opzicht?

Bij misbruik van een economische machtspositie levert dit in civielrechtelijk opzicht nietigheid of vernietigbaarheid op. Ook kan er sprake zijn van een onrechtmatige daad.

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo