Samenvatting: Mededingingsrecht : Beginselen Van Europees En Nederlands Mededingingsrecht | 9789089520784 | J F Appeldoorn, et al
- Deze + 400k samenvattingen
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden
Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van Mededingingsrecht : beginselen van Europees en Nederlands Mededingingsrecht | 9789089520784 | J.F. Appeldoorn, H.H.B. Vedder.
-
1 Beginselen
-
1.2.1.2 Kartels en misbruik van een economische machtspositie
Dit is een preview. Er zijn 6 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1.2.1.2
Laat hier meer flashcards zien -
Wat is het uitgangspunt van het Europees Mededingingsrecht (wanneer is dit van toepassing)?
Wil het van toepassing zijn dan moet de gedraging van invloed zijn geweest op de handel tussen lidstaten
-
De intracommunautaire handel kan ook worden beïnvloed door gedragen die strikt genomen buiten de EU plaatsvinden, hoe? (2 manieren)
1) Als de handel van een onderneming gevestigd in één van de lidstaten met ondernemingen buiten de EU geacht wordt de handel tussen lidstaten te kunnen beperken
2) De effectdoctrine: gedragingen die binnen de EU effect hebben op de interne markt, zijn aan het Europees Mededingingsrecht onderworpen.
-
1.2.1.3 Concentraties
Dit is een preview. Er zijn 3 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1.2.1.3
Laat hier meer flashcards zien -
Welke vraag dient beantwoord te worden bij het bepalen of een gedraging / concentratie op grond van het Europees of het nationaal mededingingsrecht moet worden beoordeeld?
Of deze een communautaire dimensie heeft.
-
Hoe dient een communautaire dimensie te worden vastgesteld?
- Dimensie indien: wereldwijde omzet van de te
fuseren ondernemingen moet meer dan 5 miljard bedragen waarvan er tenminste 250
miljoen binnen de Unie moet worden behaald, tenzij de 250 miljoen voornamelijk
(meer dan 2/3) binnen 1 lidstaat wordt behaald.- Tweede toets: 2,5 miljard in combinatie met andere
voorwaarden (zie H7). -
Wat is de gedachte achter de 2/3 in de berekening van het wel of niet hebben van een communautaire dimensie?
een voornamelijk lokaal behaalde omzet wordt als lokaal beschouwd.
-
1.2.2.2 De onderneming
Dit is een preview. Er zijn 6 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1.2.2.2
Laat hier meer flashcards zien -
Onder welke voorwaarden wordt de overheid als een bedrijf gezien?
In sommige gevallen, als er sprake kan zijn van concurrentie - bijvoorbeeld bij trouwerijen kunnen stelletjes kiezen uit verschillende gemeentes. Gemeentes verdienen eraan en kunnen concurreren, daarom economisch karakter à gemeente / overheid als bedrijf.
-
In een branche als bijvoorbeeld het ophalen van afval of het afvoeren van rioolwater zou best een bedrijf ipv de gemeente de werkzaamheden op zich kunnen nemen, waarom doet de gemeente dit toch?
Bijvoorbeeld, op het platteland is dit veel minder lucratief dan in de stad en daarom zal een bedrijf met winstoogmerk het platteland links laten liggen, iets wat onaanvaardbaar is volgens de wet Milieubeheer. In dit geval is de gemeente overheid omdat concurrentie niet mogelijk is (operatie heeft geen economisch karakter).
-
2 Artikel 101 VWEU
-
2.1 Inleiding
Dit is een preview. Er zijn 3 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 2.1
Laat hier meer flashcards zien -
Naast prijsafspraken zijn er nog andere vormen van een kartel mogelijk, welke?
Samenwerking mbt klantenverdeling (1) en verdelen van de geografische markt (2).
-
Welke vormen van gedragingen waarbij de concurrentie wordt beperkt kent art 101 lid I VWEU?
(1) overeenkomst
(2) oafg
(3) besluit van een ondernemersvereniging
-
2.2.1 Overeenkomst
Dit is een preview. Er zijn 7 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 2.2.1
Laat hier meer flashcards zien -
Het mededingingsrechtelijke begrip 'overeenkomst' heeft twee kenmerken, welke?
(1) meerzijdig karakter, meerdere partijen dienen erbij betrokken te zijn. (2) wilsovereenstemming, gebaseerd op het gedrag waarover overeenstemming is bereikt (niet per se het overtreden van het kartelverbod).
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden