Samenvatting: Mediapsychologie | 9789059317116 | Ard Heuvelman, et al

Samenvatting: Mediapsychologie | 9789059317116 | Ard Heuvelman, et al Afbeelding van boekomslag
  • Deze + 400k samenvattingen
  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Gebruik deze samenvatting
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo

Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van Mediapsychologie | 9789059317116 | Ard Heuvelman, Bob Fennis en Oscar Peters.

  • 1 Wat is mediapsychologie?

    Dit is een preview. Er zijn 1 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1
    Laat hier meer flashcards zien

  • 1.1 Psychologie

    Dit is een preview. Er zijn 7 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1.1
    Laat hier meer flashcards zien

  • Welke vier basisvakken onderscheiden we en wat houden ze in?

    • De functieleer als onderzoek naar de 'menselijke mogelijkheden' in de zin van waarnemen, leren, geheugen, en gevoelens.
    • De ontwikkelingsleer die de levensloop van mensen in fasen van jonggeborene tot oudere beschrijft.
    • De persoonlijkheidsleer of differentiële psychologie als onderzoek naar verschillen in kenmerken tussen mensen.
    • De sociale psychologie die de invloed van de sociale context op individuen onderzoekt, bijvoorbeeld de invloed van groepen, zoals familie, vrienden, collega's of de gehele samenleving.
  • 2 De psychologische benadering van media-effecten

    Dit is een preview. Er zijn 4 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 2
    Laat hier meer flashcards zien

  • 2.1 Wetenschappelijk perspectief

    Dit is een preview. Er zijn 12 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 2.1
    Laat hier meer flashcards zien

  • Wetenschappelijk psychologisch perspectief

    Individu geldt als basis voor denken (ook bijvoorbeeld bij invoering kijkwijzer)
    Effecten worden nauwkeurig en systematisch gemeten (relaties en variabelen zijn belangrijk)

  • Causale en correlatieve verbanden

    Correlatief: een verandering in de ene variabele heeft effect op de andere (uitkomst kan positief of negatief zijn)
    Causaal: er is prake van correlatie en de ene variabele (A) is van invloed op de andere (B), maar niet omgekeerd (verandering in A gaat systematisch samen met een verandering in B, oorzaak gaat in tijd vooraf aan gevolg, er zijn geen alternatieve verklaringen)
  • Aan welke drie voorwaarden moet worden voldaan om te kunnen spreken van een causaal verband?

    • Een verandering in A gaat systematisch samen met een verandering in B. Dit is een voorwaarde voor zowel correlatieve als causale verbanden.
    • De oorzaak (A) moet in tijd voorafgaan aan het gevolg (B). Dit is geen voorwaarde voor correlatieve verbanden.
    • Er mogen geen alternatieve verklaringen bestaan voor de relatie tussen A en B. De verandering in B mag niet worden veroorzaakt door een andere variabele dan A. Denk aan het probleem van verstorende variabelen.
  • 2.2 Variabelen

    Dit is een preview. Er zijn 11 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 2.2
    Laat hier meer flashcards zien

  • Drie klassen van afhankelijke (gevolg)variabelen of responsen

    Verschijnselen, fenomenen die varieren in:
    - cognities
    - emoties
    - gedragingen (kijkgedrag, aankoopgedrag)
  • Onafhankelijke (oorzakelijke) variabelen van invloed op cognitieve, affectieve en gedrags responsen

    persoonsvariabelen
    situationele variabelen
    interactie tussen beide

  • 2.3 Hoofdeffecten, interactie-effecten en gemedieerde effecten

    Dit is een preview. Er zijn 6 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 2.3
    Laat hier meer flashcards zien

  • Indirecte, gemedieerde effecten

    De impact van de argumentkwaliteit is indirect en verloopt via de aard van de gedachten van de consument.
  • 3 Een model van media-informatieverwerking

  • 3.1 Waarom een model?

    Dit is een preview. Er zijn 8 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 3.1
    Laat hier meer flashcards zien

  • Tussen welke categorieen wordt er onderscheid gemaakt in de systematische weergave van informatieverwerking?

    boodschapskenmerken, mediumkenmerken, persoonsvariabelen, effecten.

  • 3.2 Boodschapkenmerken

    Dit is een preview. Er zijn 20 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 3.2
    Laat hier meer flashcards zien

  • boodschapkenmerken, inhoud: welke aspecten van de inhoud van een boodschap kunnen invloed hebben op de ontvanger?

    argumentatie (cognitieve structuur, emotionele inhoud, tonen van rolmodellen als het gaat om gedrag.

  • noem drie aspecten die van belang zijn als het gaat om de strategie om een boodschap zo effectief mogelijk over te brengen

    herhaling, samenvattingen, kader

Om verder te lezen, klik hier:

Lees volledige samenvatting
Deze samenvatting +380.000 andere samenvattingen Een unieke studietool Een oefentool voor deze samenvatting Studiecoaching met filmpjes
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart