Overredingsfactoren: boodschappen en ontvangers
3 belangrijke vragen over Overredingsfactoren: boodschappen en ontvangers
9.3.1. Hoe kan het overredingsproces worden samengevat?
'who says what in which channel to whom with what effect' oftewel wie zegt wat, met welke medium, tegen wie met welk doel.
9.3.2. Wat zijn de 4 basisstadia van overreding?
- aandacht
- begrip: het verband door hebben van wat de kern van de boodschap is. We zijn eerder geneigd om dingen die we begrijpen ook gelijk te geloven
- overtuiging
- onthouden
- begrip: het verband door hebben van wat de kern van de boodschap is. We zijn eerder geneigd om dingen die we begrijpen ook gelijk te geloven
- overtuiging
- onthouden
9.3.3 Wat is de boodschap-leerbenadering?
- bronkenmerken: hoe geloofwaardig is de bron? Expert? Atractiviteit? En beroemdheid?
- boodschapkenmerken (complexiteit, hou het simpel, eenzijdige (beter als mensen onbekend zijn met het product) of tweezijde boodschap (beter als mensen al wat bekender zijn met het product)
- mediumkenmerken (opnieuw interactie-effect. Simpele boodschap doet het beter op simpel medium en complex doet het beter op print, komt door pacing)
- ontvangerskenmerken
- boodschapkenmerken (complexiteit, hou het simpel, eenzijdige (beter als mensen onbekend zijn met het product) of tweezijde boodschap (beter als mensen al wat bekender zijn met het product)
- mediumkenmerken (opnieuw interactie-effect. Simpele boodschap doet het beter op simpel medium en complex doet het beter op print, komt door pacing)
- ontvangerskenmerken
De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
