Samenvatting: Medical Physiology
- Deze + 400k samenvattingen
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden
Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van Medical physiology
-
21.1 cardiale elektrofysiologie
Dit is een preview. Er zijn 44 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 21.1
Laat hier meer flashcards zien -
welke actiepotentialen gaan snel en welke langzaam door het hart?
sinusknoop en AV-knoop langzaam; Purkinjevezels, hartspiercellen en atriale hartspiercellen snel -
hoe snel komen de actiepotentialen uit de SA knoop?
60-100 keer per minuut in rust; door spontaan depolariseren -
door welke zenuw input wordt de intrinsieke pacemaker activiteit geregeld?
zowel parasympathische als sympathische zenuw input -
waardoor kan een actiepotentiaal zich van cel naar cel bewegen door het hart?
door de gap junctions, zelfde als een zenuwcel, via een lange axon -
een depolariserende stroom is positief of negatief?
positief; degene die het dichtste bij is, wordt het meest gedepolariseerd, dus het meest positief -
op welke 2 manieren kan je een actiepotentiaal sneller laten gaan?
- meer ionkanalen openen in de actieve regio van het hart
- de drempel voor de actiepotentiaal naar beneden doen
-
wanneer cel A zelf depolariseert, gaan Na+ en Ca2+....
kanalen open, waardoor deze kationen naar binnen kunnen. de lading depolariseert niet alleen cel A, maar zorgt ook voor een + lading stroom naar cel B (intracellulaire stroom). Cel B wordt dan gedepolariseerd, waardoor extracellulaire + ladingen aan het membraan vrijkomen. dit is de extracellulaire stroom -
de stroming van intracellulaire stroom van A naar B en extracellulaire stroom van B naar A zijn...
gelijk en tegengesteld. deze extracellulaire stroom zorgt voor de onmiddelijke elektrische vector, die verandert met de tijd -
wat is kenmerkend voor verschillende delen van het hart en hun functies?
- initatie tijd
- vorm
- duur
van het actiepotentiaal. doordat myocyten in elk deel van het hart een aparte set van kanalen en anatomie hebben -
er zijn 4 grote tijdafhankelijke en spanningsafhankelijke membraan stomen, onderliggend aan de cardiale actiepotentialen:
- de Na+ stroom (Ina) -> snelle depolarisatie fase in atriale, ventriculaire en purkinje vezel cellen (+60 mV)
- Ca2+ stroom (Ica) -> snelle depolarisatie fase in SA en AV knoop -> triggert ook de contractie in alle cardiomyocyten (+120 mV)
- de K+ stroom (Ik) -> repolariserende fase van het actiepotentiaal in alle cardiomyocyten (-100 mV)
- pacemaker stroom (If) -> deels pacemaker activiteit in SA nodale cellen, AV nodale cellen en Purkinje vezels (-35 mV)
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden