Cardiac Electrophysiology and the Electrocardiogram - Electrofysiologie van de hartcellen - Cardiale actiepotentialen hebben maar liefst vijf verschillende fasen

23 belangrijke vragen over Cardiac Electrophysiology and the Electrocardiogram - Electrofysiologie van de hartcellen - Cardiale actiepotentialen hebben maar liefst vijf verschillende fasen

Welke 4 grote tijds- en voltage afhankelijke membraanstromen liggen ten grondslag aan een cardiaal AP?

  1. Na+ stroom
  2. Ca2+ stroom
  3. K+ stroom
  4. Pacemaker stroom

Wat zijn de basis vier belangrijke tijdsafhankelijke en spanningsafhankelijke stroompjes (I) die door het celmembraan van de myocyt gaan?

  1. Na+ stroom
  2. Ca2+ stroom
  3. K+ stroom
  4. pacemakerstroom (If )

Waar is INa voor verantwoordelijk?

Natrium stroom is verantwoordelijk voor de snelle depolariseerde fase van het AP in atriale en ventriculaire spieren en in Purkinje vezels
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart

Waar is ICa voor verantwoordelijk?

Calcium stroom is verantwoordelijk voor de snelle depolariserende fase van het AP in de SA en AV knoop.

Triggerd ook het samentrekken van alle cardiale myocyten (CICR etc.)

Wat activeert de natriumstroom door de Nav1.5 natriumkanalen?

Het activeert L-type calcium kanalen (Cav1.2). De opvolgende calciumstroom zorgt ervoor dat de depolarisatie langer duurt dan in bijvoorbeeld skeletspiercellen.

Door welk medicijn is de natriumstroom te blokkeren?

De natriumstroom is te blokkeren door het medicijn lidocaïne (antiaritmische medicijn).

Welke kanalen zijn aanwezig op het plasmamembraan van cardiomyocyten die zorgen voor het verplaatsen van stromen over het plasmamembraan?

Electrogene transporters:
  • Na-Ca exchanger (NCX1)
  • Na-K pomp

Wat is het membraanpotentiaal (Vm)

De elektrische spanning die staat over de membraan van een cel.

Hoe is de calcium-stroom te blokkeren?

De calciumstroom is te blokkeren door: verapamil, diltiazem en nifedipine: ze blokkeren de L-type calciumkanalen.

Uit hoeveel componenten bestaat de kaliumstroom? Welke componenten zijn dat?

De kaliumstroom bestaat uit twee componenten: een snelle component (IKR) en een langzame component (IKS).

Welke stromen zijn verantwoordelijk voor de pacemaker activiteit tijdens fase 4 in SA en AV knoopcellen?

  • Calcium stroom
  • Kalium stroom
  • funny stroom

Via wat werkt de snelle component van de kaliumstroom?

De snelle component werkt via HERG/miRP1 kanalen en openen zeer snel.

Via wat werkt de langzame component van de kaliumstroom?

Het langzame component werkt via KvLQT1/minK kanalen en openen langzaam.

Er zijn andere soorten kaliumstromen. Wat is de ATP-gevoelige Kaliumstroom (KATP)?

  • De kalium stroom door ATP gevoelige kaliumkanalen wat plaatsvindt bij een lage intracellulaire ATP concentratie.
  • Ze zijn in grote hoeveelheid aanwezig en spelen een belangrijke rol in de elektrische regulatie van de hartcontractie.
  • De kanalen zijn octameren, ze bestaan uit zes subunits: Kir6.1 of Kir6.2 (deze subunits vormen de porie voor inwaartse kaliumstroom) en ze hebben sulfonylurea receptoren: SUR1 of SUR2

Tijdens welke fase worden de HCN4 kanalen geactiveerd?

De HCN4 kanalen activeren tijdens hyperpolarisatie (bij negatieve membraanpotentialen).

Wat is fase 1 van het AP?

Snelle repolariserende fase

HCN4 is dominant aanwezig in het hart. Waar zorgen de HCN4 kanalen ervoor?

HCN4 kanalen zorgen voor de gecombineerde stroom van kalium -en natrium ionen.

Waar ligt het omkeerpotentiaal van HCN4 kanalen? Wat wil dat zeggen?

Het omkeerpotentiaal/Nernspotentiaal van HCN4 kanalen ligt ongeveer bij -20mV. Dat wilt zeggen dat bij deze membraanspanning de instroom gelijk is aan de uitstroom van ionen.

Welke twee belangrijke elektrogenetransporters zijn verantwoordelijk voor de ionenstroom?

De Natrium-calcium uitwisselaar (NCX1) en de natrium-kaliumpomp.

Wat is fase 4 van het cardiale actiepotentiaal? Wat zijn de spanningen in fase 4?

Het is de rustfase.
Rustmembraanpotentiaal: -80mV in de ventriculaire spieren en -65mV in de SA-knoop.

Beschrijf fase 2 van het actiepotentiaal in een ventriculaire myocyt.

Dit is de plateaufase van het actiepotentiaal. Deze wordt tot stand gebracht door ICa of INa en nog een kleine stroom via de NCX1-uitwisselaar. Door de kleine calciumstroom tijdens fase 2, zal het actiepotentiaal verlengd worden.
  • Het membraanpotentiaal tijdens de plateaufase bedraagt ongeveer 0 mV. Een kleine component van de inwaartse natriumstroom blijft behouden. Dus de natriumkanalen sluiten niet allemaal, maar sluiten later. Deze kleine natriumstroom wordt daarom ook wel INa, laat genoemd. Hoe langer deze natriumstroom blijft, des te langer de plateaufase duurt.
  • Er is nog een kleine inwaartse calciumstroom, waardoor de plateaufase verlengt en behouden blijft.

Beschrijf fase 3 van het actiepotentiaal in een ventriculaire myocyt.

Dit is de repolarisatiefase van het actiepotentiaal en is vooral afhankelijk van IK. De repolariserende kaliumstroom is zeer traag: de kaliumkanalen openen vertraagd (delayed), waardoor het langer duurt voordat de myocyt volledig repolariseert. Ook hierdoor duurt een cardiale actiepotentiaal langer dan een actiepotentiaal in een skeletspier.

Beschrijf fase 4 van het actiepotentiaal in een ventriculaire myocyt.

Dit is de elektrische toetstand van de myocyt tijdens de diastole. Het meest negatieve membraanpotentiaal tijdens de diastole van fase 4 wordt de maximale diastolische potentiaal genoemd.

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo