VTV Ademhaling, zuurstof en tracheacanule
46 belangrijke vragen over VTV Ademhaling, zuurstof en tracheacanule
Wat doet de arts om na te gaan hoeveel zuurstof en hoeveel koolzuur in het bloed aanwezig is?
Dit wordt ook wel ‘astrup’ genoemd. Hierbij neemt de arts een arterieel bloedmonster af
Als het tekort aan zuurstof in het arteriële bloed het gevolg is van welke oorzaken, kan het verholpen worden door zuurstoftherapie.
- Verminderde longdiffusie
- Verminderde perfusie van de longen
- Koolmonoxidevergiftiging
Wat is er aan de hand bij onvoldoende longventilatie?
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden
Wat zijn oorzaken van onvoldoende longventilatie?
- Zorgvragers met longemfyseem moeten vaak langdurig met zuurstof worden behandeld
- onderdrukking van het ademhalingscentrum in de hersenen
Wat is er aan de hand bij verminderde longdiffusie?
Bij wie zien we een verminderde longdiffusie?
Wat is er aan de hand bij verminderde perfusie van de longen?
Wat is er aan de hand bij een koolmonoxidevergiftiging?
Het toedienen van zuurstof aan een zorgvrager met hypoxemie heeft weinig effect in welke gevallen?
- Er is sprake van bloedarmoede.
- Er is sprake van een onvoldoende pompwerking van het hart.
Waarom heeft zuurstof weinig effect in het geval van bloedarmoede?
Waarom heeft zuurstof weinig effect in het geval van onvoldoende pompwerking van het hart?
Er zijn verschillende systemen om zuurstof toe te dienen welke zijn dit?
- de neuskatheter
- de zuurstofbril,
- de transtracheale katheter
- het zuurstofmasker
Wat is een nadeel van zowel de neuskatheter en de zuurstofbril?
- Zowel de neuskatheter als de zuurstofbril zijn voor de zorgvrager redelijk belastend.
- Ze zijn duidelijk zichtbaar en niet te verbergen.
- Een ander nadeel is dat beide systemen veel zuurstofverlies geven.
Wat is een transtracheale katheter?
Deze tracheostoma kan onder lokale verdoving worden aangebracht. De katheter bestaat uit een drie millimeter dik slangetje dat op een zuurstofbron kan worden aangesloten.
Wat zijn de voordelen van een transtracheale katheter?
- Het slangetje in de hals kan gemakkelijk door een sjaaltje of das gecamoufleerd worden, waardoor het niet zichtbaar is
- Het verlies van zuurstof is de helft kleiner dan bij een neuskatheter of zuurstofbril
De belangrijkste indicaties voor het aanbrengen van een tracheostoma met een tracheacanule zijn?
- langdurige beademing;
- het ontwennen van beademing;
- neurologische aandoeningen;
- obstructies van de bovenste luchtwegen (bijvoorbeeld bij tumoren).
Wanneer wordt er gebruik gemaakt van een zuurstofmasker?
- Meestal wordt deze vorm van zuurstoftoediening gebruikt in acute situaties.
- Men gebruikt het masker als de zorgvrager nauwkeurig afgepaste hoeveelheden zuurstof van een hoge vochtigheidsgraad nodig heeft.
- Verder wordt het nog toegepast bij een zorgvrager die alleen nog door de mond kan ademen.
Wanneer een zorgvrager beademd moet worden, roept dat verschillende emoties bij hem op welke emoties kunnen dat zijn?
- Angst
- Onzekerheid en verdriet
- Opluchting en rust
Welke observaties moet je uit voeren voor de zuurstoftoediening?
- Is de zorgvrager voldoende geïnformeerd over de handeling en over de veiligheidsmaatregelen?
- Hoe staat de zorgvrager er tegenover?
- Staan alle materialen en apparatuur klaar en is de zuurstofcilinder voldoende gevuld?
- Is van de materialen die steriel moeten zijn, de steriliteitdatum niet verlopen?
- Is de zorgvrager allergisch voor gewone pleisters?
Welke observaties moet je uit voeren tijdens de zuurstoftoediening?
- Hoe reageert de zorgvrager?
- Zit de zuurstofslang in de luchtwegen?
- Is alle apparatuur goed aangesloten?
- Wordt de juiste hoeveelheid zuurstof toegediend?
- Ligt of zit de zorgvrager comfortabel met alle apparatuur en hulpmiddelen?
Welke observaties moet je uit voeren na de zuurstoftoediening?
- Hoe heeft de zorgvrager het aansluiten van de zuurstof ervaren?
- Verandert de huidskleur en de kleur van lippen en nagels nu de zorgvrager zuurstof krijgt?
- Kan de zorgvrager omgaan met de zuurstofcilinder en alle apparatuur bij de dagelijkse bezigheden?
- Houdt de zorgvrager zich aan de veiligheidsvoorschriften?
- Heb je de hoeveelheid zuurstof in de fles en het tijdstip van verschoning van de neusslang en luchtbevochtiger genoteerd in het zorgdossier, zodat de zuurstoffles tijdig vervangen wordt?
- Zijn alle materialen opgeruimd?
- Zijn alle bijzonderheden genoteerd in het zorgdossier?
Bij de zorg voor een zorgvrager die zuurstof krijgt, zijn vaak verschillende zorgverleners betrokken, namelijk?
- de afdelingsarts, huisarts of longspecialist;
- de fysiotherapeut en ergotherapeut die adviezen kunnen geven en zorg kunnen verlenen bij het leren omgaan met de apparatuur;
- de astmaverpleegkundige;
- de wijkziekenverzorgende of -verpleegkundige in de thuiszorg;
- de dienstverleners van firma’s die de zuurstofapparatuur leveren.
Welke zuurstofpercentages zijn acceptabel? Zuurstofpercentage tussen 96% - 100%:
Welke zuurstofpercentages zijn acceptabel? Zuurstofpercentage tussen 92% - 100%
Welke zuurstofpercentages zijn acceptabel? Zuurstofpercentage < 95%:
Welke zuurstofpercentages zijn acceptabel? Zuurstofpercentage < 90%
Wat zijn enkele indicaties voor het meten van de saturatie
- ontwennen/afbouwen van beademing of zuurstof
- benauwdheidsklachten;
- cyanose (van de huid, vingers, nagelbed, lippen)
- heel langzame of heel snelle ademhaling
- heel langzame of heel snelle pols
- veranderingen in het bewustzijn van de zorgvrage
Wat zijn enkele redenen (indicaties) voor het toedienen van zuurstof?
- hypoxie, zich (onder andere) uitend in lage zuurstofsaturaties
- diffusiestoornissen, bijvoorbeeld een longembolie
- ademnood (bijvoorbeeld bij een longinfectie)
- acuut myocardinfarct
- sedatie (het, als gevolg van sedatie, te weinig en te ondiep ademhalen)
- anemie
Het percentage zuurstof dat de zorgvrager binnenkrijgt, is afhankelijk van?
- het aantal liters zuurstof dat toegediend wordt;
- het ademhalingspatroon van de zorgvrager.
Welke materialen heb je nodig als je iemand zuurstof gaat toedienen?
- Zuurstofbron: dit kan een centrale zuurstofvoorziening zijn of een zuurstofcilinder.
- Zuurstofklok bij een centrale zuurstofvoorziening.
- Bij gebruik van een zuurstofcilinder: reduceerventiel, manometer en zuurstofklok.
- Aquapak: moet om de vijf dagen vervangen worden in verband met risico op besmetting met de pseudomonasbacterie.
- Zuurstofbril, zuurstofkatheter of zuurstofmasker.
- Verbindingsslang.
- Koppelstukje voor de zuurstofklok wanneer geen Aquapak gebruikt wordt.
- Koppelstukje voor de verbindingsslang.
- Tissues.
- Saturatiemeter
Symptomen die wijzen op een tekort aan zuurstof:
- kortademigheid in rust en bij lichte inspanning
- sufheid, vergeetachtigheid, verwardheid
- een raar gevoel in het hoofd, gevoel van zwakte en krachteloosheid
- hoge polsfrequentie
- blauwe verkleuring van huid en nagels
Er zijn verschillende indicaties voor het uitzuigen van neus-, mond- en keelholte welke zijn dit?
- wanneer een zorgvrager zelf niet goed kan ophoesten of slikken: bijvoorbeeld een bewusteloze of uitgeputte zorgvrager, of een zorgvrager met een hoge dwarslaesie;
- wanneer de secreetproductie is toegenomen (bijvoorbeeld bij een pneumonie)
- wanneer er medische problemen zijn, zoals afwijkingen van het hart of van de hersenen, waarbij ophoesten of houdingsdrainage een te groot risico is;
- wanneer de algemene conditie van de zorgvrager zo slecht is dat alle andere oplossingen voor het vrijmaken van de luchtwegen een extra belasting vormen.
De neus-, mond- en keelholte mag niet worden uitgezogen bij?
- een verhoogd risico op neus- en keelbloedingen;
- lekkage van hersenvocht (liquor cerebrospinalis) in het neus- en keelgebied door een schedeltrauma;
- een fractuur aan het aangezicht: de zorgvrager zal tijdens het afzuigen te veel pijn ondervinden;
- oesofagusvarices (spataderen in de slokdarm);
- gevaar van aspiratie;
- laryngospasmen (kramp van de spieren van de luchtwegen);
- aanleg voor levensbedreigende hartritmestoornissen;
- een aangeboren stollingsstoornis;
- een verlaagd aantal trombocyten.
Om te voorkomen dat het slijm afgezogen moet worden, kun je in eerste instantie de uitscheiding van sputum stimuleren door?
- houdingsdrainage;
- ademhalings- en hoesttechnieken;
- eventueel medicatie;
- inschakelen van een fysiotherapeut.
Uitzuigen van de luchtwegen moet niet te snel worden uitgevoerd. Er kunnen namelijk ernstige complicaties door ontstaan, zoals?
- hypoxie;
- bronchospasmen;
- cardiale problemen;
- beschadiging van het weefsel;
- infectie;
- overprikkeling
Welke observaties voer je uit tijdens het uitzuigen van de mond, keelholte?
- Zit de zorgvrager in Fowlerhouding?
- Hoe reageert de zorgvrager?
- Verloopt de handeling soepel of is er sprake van obstructie?
- Controleer regelmatig de polsslag om complicaties te voorkomen.
- Observeer eventuele bronchospasmen, hypoxie, hoestaanvallen, bloeding of hartproblemen.
- Komt er sputum mee?
Welke observaties voer je uit na het uitzuigen van de mond, keelholte?
- Hoe heeft de zorgvrager het uitzuigen ervaren?
- Hoe ziet het sputum eruit en wat is de hoeveelheid?
- Is de handeling gerapporteerd?
- Zijn er bijzonderheden te rapporteren?
- Heeft de zorgvrager klachten?
- Hoe heeft de zorgvrager de verzorging ervaren?
Bij het uitzuigen van de neus-, mond- en keelholte zijn vaak verschillende zorgverleners betrokken, namelijk?
- de specialist of huisarts;
- de diëtist die advies geeft over het soort voeding om aspiratie tegen te gaan;
- de wijkziekenverzorgende of wijkverpleegkundige.
Waarmee wordt de cuff gevuld? en waarom?
Een tracheacanule en tracheostoma verzorgen wat zijn enkele indicaties
- inspectie van de tracheostoma
- schoonmaken van de binnencanule
- verwisselen van de binnencanule (dagelijks)
- bij benauwdheid: inspectie van de binnencanule
- verwisselen van de kunstneus
Wat zijn de contra-indicaties van een tracheancanule en tracheostoma verzorgen?
Een tracheacanule met cuff bestaat uit welke onderdelen?
- Aanzetstuk: hierop kan een beademingsmachine, kunstneus of spraakknoopje aangesloten worden.
- Fixatieopeningen: aan beide kanten van de canule bevinden zich openingen, waardoor een canulebandje geplaatst kan worden.
- Binnencanule: afhankelijk van het merk/type canule zit de binnencanule aan de buitencanule bevestigd. De binnencanule kan verwijderd worden om hem te reinigen. De binnencanule is eenvoudig los te krijgen van de buitencanule door te draaien, trekken of knijpen (afhankelijk van het type).
- Cuff, toevoer naar de cuff, ventielaanzet waarmee de cuff opgeblazen en geleegd kan worden en een drukballon (de druk in de ballon is gelijk aan de druk in de cuff).
Bij het verzorgen van een zorgvrager met een tracheostoma verricht je verschillende observaties voor de handeling welke zijn dit?
- Observeer de gemoedstoestand van de zorgvrager, ook de non-verbale reacties.
- Ga na of je alle materialen hebt klaargelegd.
Bij het verzorgen van een zorgvrager met een tracheostoma verricht je verschillende observaties tijdens de handeling welke zijn dit?
- Ontlucht de cuff.
- Hoe zijn de reacties van de zorgvrager?
- Observeer de wond en de huid rond de tracheostoma.
- Observeer hoestprikkels bij de zorgvrager.
- Observeer de hoeveelheid sputum in de tracheacanule.
- Is de cuff van voldoende lucht voorzien?
Een zorgvrager met een tracheostoma geef je voorlichting over
- de reden voor de verzorging van de tracheostoma;
- de wijze waarop de verzorging van de tracheostoma zal plaatsvinden;
- hoe de zorgvrager de handeling kan ervaren (pijn, kriebelig gevoel);
- wanneer de zorgvrager moet waarschuwen:
- bij ernstige benauwdheid;
- bij te veel sputum;
- bij een bloeding bij de tracheostoma;
- bij pijn;
- bij problemen met de tracheostoma;
- wat de zorgvrager wel en niet kan doen in zijn dagelijks handelen als hij een tracheostoma heeft;
- welke therapieën (logopedie) en verenigingen er zijn om een zorgvrager met een tracheostoma te begeleiden.
Een zorgvrager met een tracheostoma geef je instructie over
- Geef instructies over de handeling volgens protocol, net zolang totdat hij de zorg op zich kan nemen.
- Het is belangrijk voor de zorgvrager dat hij weet welke canule hij heeft en hoe die eruitziet.
- Gebruik eventueel tekeningen en materialen om dat duidelijk te maken. Het is belangrijk dat hij weet welke complicaties hij kan krijgen en hoe hij die kan voorkomen.
- Instrueer ook over bevochtigingstechnieken en eventueel het uitzuigen van de tracheacanule.
- Geef ook instructies over mogelijke communicatiemiddelen.
- Geef aan wanneer hij contact moet opnemen met deskundigen.
De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden