Medisch rekenen sommen
8 belangrijke vragen over Medisch rekenen sommen
Een patiënt krijgt vanwege een luchtweginfectie vier keer per dag 0,3 gram medicatie voorgeschreven. Je beschikt over tabletten met een sterkte van 200 mg per stuk.
Hoeveel tabletten heb je nodig voor een kuur van 7 dagen?
Uitwerking:
Voorschrift: 0,3 gram = 300 mg x 4 = 1.200
Aanwezig: 200 mg
V : A 1.200 : 200 = 6 tabletten per dag
6 x 7 = 42 tabletten voor de kuur van 7 dagen.
De arts schrijft een patiënt 40 mg medicatie voor welke in 4 uur moet inlopen. De medicatie wordt toegediend door middel van een perfusor. In de spuit zit in totaal 40 ml, waarvan de sterkte 5 mg/ml is.
Op hoeveel ml per uur moet de spuitinfusor ingesteld worden?
Uitwerking:
Voorschrift per uur: 40: 4 = 10 mg/uur
Aanwezig per 1ml: 5 mg/ml
V : A 10 : 5 = 2 ml
Je beschikt over een oplossing van 6 %. De arts schrijft 90 mg voor.
Hoeveel ml geef je?
Uitwerking:
Voorschrift: 90 mg
Aanwezig per 1 ml: 6 x 10 = 60 mg/ml
V : A 90 : 60 = 1,5 ml
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden
Je wordt door de arts gevraagd om 60 mg toe te dienen. Aanwezig zijn ampullen van 2 ml waar in totaal 20 mg zit opgelost. Hoeveel ml injecteer je?
Uitwerking:
Voorschrift: 60 mg
Aanwezig per 1 ml: 20 mg : 2 ml = 10 mg/ml
V : A 60 : 10 = 6 ml
De arts heeft mevrouw de Boer 5x daags medicatie voorgeschreven. De inlooptijd van iedere gift is 30 minuten. De eerste medicatie wordt om 9.00 uur gegeven, de laatste medicatie is om 21.30 uur ingelopen.
Het bijbehorende dagschema is dan:
09.00 – 9.30 uur 1e dosis
12.00 – 12.30 uur 2e dosis
15.00 – 15.30 uur 3e dosis
18.00 – 18.30 uur 4e dosis
21.00 – 21.30 uur 5e dosis
Uitwerking:
9.00 uur 1e voeding, laatste start om 21.00 uur, dit is in totaal 12 uur. Je deelt het altijd door 1 portie minder dan het totaal dat je moet geven, omdat de 1e gift al bekend is.
12 uur : 4 = 3 uur voor de volgende dosis moet starten.
09.00 – 9.30 uur 1e dosis
12.00 – 12.30 uur 2e dosis
15.00 – 15.30 uur 3e dosis
18.00 – 18.30 uur 4e dosis
21.00 – 21.30 uur 5e dosis
De manometer van een 10 liter tank geeft 90 aan. In een volle tank kan 200 bar. Hoeveel liter is er al uit de tank?
Uitwerking:
Begin aanwezig: 10 x 200 = 2.000 liter
Eind aanwezig: 10 x 90 = 900 liter
2.000 – 900 = 1.100 liter eruit gegaan.
De technische dienst komt een 20 liter cilinder brengen voor je afdeling. De manometer van deze cilinder staat op 142. De patiënt heeft 4 liter zuurstof per minuut nodig.
Hoe lang kan je doen met deze cilinder? Geef je antwoord in uren en minuten.
Uitwerking:
Op voorraad: 20 x 142 = 2.840 liter
Tijd: 2.840 : 4 = 710 minuten
710 minuten = 11 uur en 50 minuten.
Ter behandeling van bijnierschorsinsufficiëntie wordt medicatie voorgeschreven. De medicatie is aanwezig in tabletten met een sterkte van 5 mg en 25 mg. Een patiënt wordt 45 mg/dag voorgeschreven, verdeeld over twee giften. Hiervan moet 2/3 van de het voorgeschreven ’s ochtends gegeven worden en 1/3 in de namiddag.
Je wilt zo min mogelijk tabletten gebruiken, geef aan welke aantal van welke sterkte je neemt om ’s ochtends aan het voorschrift te voldoen.
De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden