Onderzoeksmethoden en basisvaardigheden - Basisvaardigheden - Het meten van de bloeddruk

10 belangrijke vragen over Onderzoeksmethoden en basisvaardigheden - Basisvaardigheden - Het meten van de bloeddruk

Wanneer druk het hoogst

Systolische fase (als het hart samenknijpt). Normaalwaarde 120-150 mm/hg

Het meten van de bloeddruk geeft een indruk van de volgende aspecten:

- De hoeveelheid circulerend bloed: als de hoeveelheid circulerend bloed afneemt, daalt de bloeddruk. Dit is bijvoorbeeld zo bij een bloeding.

- De concentratiekracht van het hart

- De perifere vaatweerstand: dit is de weerstand van het bloed in de verder gelegen vaten.

- De elasticiteit van de vaatwand: bijvoorbeeld bij artherosclerose zit er geen elasticiteit in de vaatwanden. Dit verhoogd de druk.

Wanneer druk het laagst

Diastolische fase (als het hart ontspant). normaalwaarde is 60-100 mm/hg
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart

De bloeddrukwaarden zijn afhankelijk van de volgende factoren:

- Leeftijd
- Geslacht
- Stress en inspanning
- De toestand van hart- en/of bloedvaten.

Vanaf hoeveel mm/Hg is de diastolische druk bij ouderen sowieso te hoog?

Vanaf 165 mm/Hg is de druk te hoog.

Als men kijkt op langere termijn, is de waarde van de onderdruk of de waarde bovendruk het belangrijkst?

De waarde van de onderdruk (diastolische waarde).

De bloeddruk kan op twee manieren worden gemeten. Welke zijn dit?

- De ausculatoire meting volgens Riva Rocci
Met een stethoscoop luistert men naar de harttonen. Zodra men tijdens het leeglopen van de manchet de harttonen hoort, meet men de systolische druk. Zodra de harttonen verdwijnen, meet men de diastolische druk.

- De palpatoire meting
Men voelt hierbij de polsslag. Als men tijdens het leeglopen van de manchet de polsslag weer voelt, wordt de systolische druk gemeten. Nadeel is dat de diastolische druk niet kan worden gemeten.

Bij welke methode kun je zowel systolische als diastolische waarden meten

Ausculatoire meting volgens Riva Rocci

Plaatsing en houding van de patiënt tijdens de meting en plaatsing van het manchet:

- Laat de patient in een gemakkelijke houding zitten of liggen, met de arm op een vaste ondergrond, ter hoogte van het hart. De handpalm is naar boven gericht.

- Zorg dat er 2 vingers passen tussen de elleboogholte en de manchet.

Aan welke soort arm mag je geen bloeddruk meten

- waar infuus in is aangebracht
- verlamde arm
- aan de kant van de mamma amputatie
- kant van een pacemaker
- arm met een wond

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo