Samenvatting: Medisch-Technische Handelingen Thema 2 Laboratoriumvaardigheden | 9789041509864 | NTI
- Deze + 400k samenvattingen
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden
Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van Medisch-technische handelingen Thema 2 Laboratoriumvaardigheden | 9789041509864 | NTI
-
1 Algemeen
Dit is een preview. Er zijn 36 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1
Laat hier meer flashcards zien -
In welke lichaamsvloeistoffen kunnen laboratoriumtesten worden uitgevoerd?
- Bloed
- Urine
- Feces
- Maaginhoued
- Gal
- Sputum
- Lumbaalvocht
- Pleuravocht -
Door welke factoren kunnen er foutieve uitslagen ontstaan?
- Kruisreacties: er zitten bepaalde stoffen in bloed of urine die sterk lijken op de stof die je wilt aantonen.
- Schoonmaakmiddelen: als het potje met bijvoorbeeld urine van tevoren is schoongemaakt met schoonmaakmiddel, kan de teststrip hierop reageren.
- Door vitamine C: vitamine C in de urine heeft invloed op de reagentia van de teststrips en tabletten.
- Door antistollingsmiddelen: als er bloed is afgenomen met het verkeerde antistollingsmiddel, kan dit het eindresultaat beïnvloeden. -
Hoe kun je jezelf het beste beschermen in de praktijk om besmetting te voorkomen?
- Draag een laboratoriumjas of een gesloten jas
- Was regelmatig de handen
- Draag de passende wegwerphandschoenen
- Desinfecteer de werkplek en zo nodig ook de materialen (met alcohol 70%)
- Geef alles zoveel mogelijk een vaste plaats
- Niet eten, drinken of roken op een laboratorium
- Wondjes aan de handen bedekken met een pleister
- Correcte afvalverwerking -
Wat wordt er bedoeld met kwantitatief en kwalitatief?
Kwantitatief:
Men wil een exacte hoeveelheid weten van een bepaalde stof in de desbetreffende lichaamsvloeistof.
Bijvoorbeeld het exacte getal van het glucosegehalte in het bloed.
Kwalitatief:
Dit is een onderzoek naar het aan- of afwezig zijn van een bepaalde stof.
Bijv. leukocyten in de urine. -
Uitgebreider of meer specialistisch onderzoek zal de huisarts laten uitvoeren in specifieke laboratoria. Noem er 6.
- Klinisch chemisch laboratorium
- Hematologisch laboratorium
- Medisch microbiologisch laboratorium ( bacteriologisch laboratorium)
- Histologisch laboratorium
- Cytologisch laboratorium
- Endocrinologisch laboratorium
-
Wat is een klinisch chemisch laboratorium?
Een laboratorium waar met behulp van chemische analysetechnieken de concentratie (of het al of niet aanwezig zijn ) van bepaalde bestanddelen in lichaamsvloeistoffen kan worden aangetoond. -
Wat is een hematologisch laboratorium?
Een laboratorium waar men zich bezig houdt met onderzoek naar bloedcellen. Er wordt o.a. gekeken naar :
a. de hoeveelheid cellen, naar de verschillende soorten, naar de vorm en eventuele afwijkingen daaraan.
b. er worden bloedgroeptyperingen en kruisproeven uitgevoerd. -
Wat is een histologisch laboratorium?
Een laboratorium waar men met behulp van een microscoop onderzoek doet in weefsels afkomstig van operaties.
De weefsels worden meestal met bepaalde vloeistoffen gekleurd om het uiterlijk goed te kunnen onderzoeken op afwijkingen in vorm en structuur. -
Wat is een endocrinologisch laboratorium?
Er wordt onderzoek gedaan met behulp van radioactieve stoffen (isotopen).
Met deze analysetechniek kunnen kleine hoeveelheden van een bepaalde stof worden aangetoond (bijvoorbeeld hormonen). -
Testen kunnen om allerlei redenen fout zijn. Noem er 6.
- er kan verwisseling van patientenmateriaal hebben plaatsgevonden doordat er niet goed gelabeld is.
- er kan gewerkt zijn met reagentia die over de houdbaarheidsdatum zijn
- er kan gewerkt zijn met apparatuur die niet geijkt is.
- er kan gewerkt zijn met verontreinigd glaswerk.
- er kunnen stoffen meereageren die een foute uitslag geven
- apparatuur kan ontregeld zijn door stroomstoring.
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden