Circulatie - Tractus circulatorius - Bloeddruk

37 belangrijke vragen over Circulatie - Tractus circulatorius - Bloeddruk

Wat is kenmerkend voor veneuze bloeddruk?

De veneuze bloeddruk is klein en vrijwel constant (ongeveer 1kPa = 5 mm Hg).

Wat is kenmerkend voor de arteriele bloeddruk?

In de arterien is de bloeddruk veel groter en niet constant.
  • Tijdens de ejectiefase pompt het hart zo'n 70 ml extra bloed in de arterien. Omdat deze vloeistof niet snel kan wegstromen stijgt op dit moment de arteriele bloeddruk naar een maximum: de systolische druk of bovendruk. Deze is voor een jongvolwassene 16 kPa (120 mm Hg).
  • Gedurende de ventrikeldiastole stroomt het bloed via de capillairen naar de venen, waardoor de arteriele bloeddruk geleidelijk daalt naar een minimum van 10 kPa (80 mm Hg); de diastolische bloeddruk of onderdruk.

Zowel de veneuze als de arteriele bloeddruk wordt door een aantal factoren beinvloed, welke?

  • vulling van het vaatstelsel: hoe meer vloeistof zich in het vaatstelsel bevindt, hoe groter de druk (wanneer bij iemand een infuus is ingebracht, zal eerst de veneuze bloeddruk stijgen).
  • hartminuutvolume (hmv): dit heeft vooral invloed op de systolische bloeddruk. Hoe meer bloed er door het hart in de arterien wordt gepompt, hoe groter de systolische bloeddruk (bovendruk).
  • diameter van de bloedvaten.
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart

Noem enkele medicijnen die bloeddrukverlagend werken en hoe die werken.

  • diuretica ('plaspillen') verminderen de vulling van het vaatstelsel;
  • calciumantagonisten en RAAS-remmers verminderen de vasoconstrictie;
  • B-blokkers verminderen de harslagfrequentie en het slagvolume;
  • middelen die de cholesterolconcentratie in het bloed verlagen, gaan de vorming van afzetting tegen; deze laatste hebben pas effect op lange termijn.

Compliantie en elasticiteit zijn min of meer tegengestelde begrippen. Waarom?

  • Compliantie is het gemak waarmee een vat uitrekt, elasticiteit is het gemak waarmee een uitgerekt vat terugkeert tot de begindiameter.
  • Compliantie wordt bepaald door de structuur van de bloedvatwand (passieve component) en de mate van vasoconstrictie (actieve component). De elasticiteit is alleen afhankelijk van de structuur van de wand.

Wat zijn de gevolen van de veranderde weefselsamenstelling van de wand van grote arterien bij veroudering?

Door de veranderingen wordt de wand stijver en kan deze minder mee bewegen met de systole en diastole. Daardoor zal vooral de systolische bloeddruk toenemen. Tegelijkertijd wordt de perifere weerstand verhoogd door afzettingen aan de vaatwand. Dit heeft een verhogend effect op zowel systolische als diastolische druk.
De som van de twee beschreven effecten, die bij veroudering optreden, leidt ertoe dat de bovendruk meer stijgt dan de onderdruk, waardoor het verschil (de polsdruk) toeneemt.

In welke houding kan de gemeten bloeddruk wat hoger zijn?

Bij een liggende houding kan de gemeten bloeddruk  iets hoger zijn dan die in zittende of staande houding.

Welke houding moet iemand aannemen wanneer de bloeddruk wordt gemeten en waarom?

  • Een ontspannen houding zonder gekruiste benen met ondersteuning van de arm (let op dat men geen vuist maakt!). 

  • Wanneer de arm zonder steun gestrekt wordt gehouden kan de diastolische druk wel 10% stijgen.

Hoe wordt de bloeddruk gemeten bij iemand die dit voor het eerst ondergaat en waarom?

  • De eerste keer wordt de bloeddruk aan beide armen gemeten.

  • Dit wordt gedaan om eventueel aanwezige grote verschillen (door occlusie van de arteria subclavia) op het spoor te komen.

In welke arm is de bloeddruk iets hoger?

In de rechtarm is die iets hoger dan in de linkerarm.

Wanneer mag aan een bepaalde kant de bloeddruk niet worden gemeten?

De bloeddruk mag niet worden gemeten aan een kant waar een patient een mastectomie (operatie waarbij de borst wordt verwijderd) heeft ondergaan, bij een parese, bij lymfeoedeem of bij trombose aan die arm.

Waar moet je opletten bij je keuze voor een bepaalde manchet?

Bij een te kleine bloeddrukmanchet wordt de bloeddruk overschat. Wanneer de oppervlakte van de manchet te groot is wordt de bloeddruk onderschat.

Hoe wordt de arteriële bloeddruk op een i.c. vaak gemeten?

Die wordt vaak op een invasieve manier gecontroleerd. In dat geval wordt er een katheter (arteriële lijn) met een druksensor in de arteria radialis of arteria femoralis geschoven.

Wat is een bradycardie en welke oorzaken kan dit hebben?

  • Er is sprake van een bradycardie als de polsfrequentie lager is dan 50 slagen per minuut.

  • Oorzaken: sporthart, onderkoeling, hartblok, verhoogde hersendruk.

Wat houdt de term ‘regelmaat (regulariteit)’ in bij het meten van de pols?

Zegt iets over de pauzes tussen de opeenvolgende slagen. Zijn die gelijk, dan wordt er gesproken van een regelmatige pols. Een irregulaire pols kan duiden op hartritmestoornissen.

Wat houdt de term ‘gelijkmatigheid (equaliteit)’ in bij het meten van de pols?

Bij een gelijkmatige pols (equale pols) wordt er bij iedere hartslag evenveel bloed in de slagader gepompt. Bij een inequale pols zijn dit steeds wisselende hoeveelheden. Dit wil zeggen dat het slagvolume van het hart varieert. Dit kan bijvoorbeeld optreden bij atriumfibrilleren.

Wat houdt de term ‘vullingsgraad van de arterie’ in bij het meten van de pols?

Bij het opnemen van de pols voel je het uitzetten van een arterie. Deze uitzetting wordt veroorzaakt door het verschil tussen systolische en diastolische bloeddruk. Bij een grote, sterke of sterk gevulde pols is de polsdruk groot. Dit kan bijvoorbeeld optreden bij koorts. Een kleine of zwakke pols kan bijvoorbeeld optreden bij een shock door ernstig bloedverlies.

Wat betekent de term ‘centraalveneuze druk (CVD)’?

Met deze term wordt de druk in de grote venen of eigenlijk de druk in het rechter atrium bedoeld.

Hoe komt het dat ouderen vaak dikke enkels hebben?

Dat komt omdat bij ouderen degeneratie van de veneuze kleppen een veelvoorkomend probleem is. De spierpomp en arteriële pomp zullen (gedeeltelijk) uitvallen en de veneuze druk in de voeten zal stijgen, vooral in een zittende of staande houding. Hierdoor ontstaan dikke enkels. Wanneer de voeten op een stoel worden gelegd wordt dit probleem grotendeels verholpen.

Wat is de manier om de veneuze druk betrouwbaar te meten?

Met behulp van een druksensor in een veneuze lijn.

Wat is het belangrijkste orgaan in de regulatie van de bloeddruk en van welke twee receptoren is de input van dit centrum afkomstig?

  • Het vasomotorisch centrum. Dit is gelegen in het verlengde merg, een deel van de hersenstam.

  • De input van dit centrum is afkomstig van de baroreceptoren en de lagere druksensoren.

Wat doet het vasomotorisch centrum bij een daling van de arteriële bloeddruk en wat zijn de gevolgen hiervan?

  • Dan wordt het sympatische systeem geactiveerd

  • Gevolgen: hartslagfrequentie en slagvolume gaan omhoog. Ook vindt op diverse plaatsen vasoconstrictie plaats: de huid wordt bleek. Al deze effecten hebben een stijging van de arteriële bloeddruk tot gevolg.

Het vasomotorisch centrum speelt ook een belangrijke rol in de afgifte van een bepaald hormoon. Welk hormoon is dit en wat doet dit hormoon?

  • Adrenaline, het bijniermerg wordt door het vasomotorisch centrum gestimuleerd tot de afgifte hiervan
  • Dit hormoon versterkt de effecten van het sympatische zenuwstelsel op hart en bloedvaten. Het effect van het sympatische zenuwstelsel en adrenaline op de bloedvaten in de actieve skeletspieren en in het hart is vanzelfsprekend vaatverwijding.

Wat gebeurt er als naast de arteriele bloeddruk ook de veneuze druk afneemt? Wanneer gebeurt dit en wat zijn de symptomen?

  • Dan wordt de vasoconstrictie nog versterkt en neemt de urineproductie af.
  • Dit gebeurt bijvoorbeeld bij shock als gevolg van bloedverlies.
  • De symptomen zijn dat de patient bleek ziet en geen urine meer produceert.

Wat voor rol heeft ADH tijdens acute situaties, zoals bij shock?

Dan worden er grote hoeveelheden ADH aan het bloed afgegeven. In dat geval heeft ADH ook een vernauwend effect op arteriolen en venen, waardoor de bloeddruk nog meer stijgt.

Wat zijn prikkels voor het bijnierschorshormoon aldosteron?

  • Daling van de plasmaconcentratie van natrium (bijvoorbeeld na excessief transpireren;
  • Stijging van de plasmaconcentratie van angiotensine II. Aldosteron stimuleert in de nieren de terugresorptie van natrium: natriumretentie. Doordat natriumionen een grote mantel van watermoleculen om zich heen binden, betekent dit dat er veel water wordt vastgehouden, wat de bloeddruk verhoogt.

Wat is de tweeledige werking van angiotensine II?

  • Enerzijds werkt het sterk bloedvatvernauwend;
  • Anderzijds verhoogt het de productie van het hormoon aldosteron. Zoals vermeld stimuleert aldosteron de resorptie van natrium.

Het renine-angiotensine-aldosteronsysteem (RAA-systeem = RAAS) werkt op twee manieren bloeddrukverhogend, hoe?

  • Werkt bloedvatvernauwend;
  • Verhoogt de productie van het hormoon aldosteron -> natriumretentie -> houdt veel water vast -> bloeddrukverhogend.

Waar en wanneer wordt ANP (atriaal natriuretische peptide) geproduceerd?

  • Wordt geproduceerd in de wand van de atria
  • Wordt geporduceerd als gevolg van myocardiale rek en een verhoogd volume.

Wat is de werking van ANP?

Het effect is remming van de natrium- en waterresorptie in de nier. Op deze manier worden de atria beschermd tegen te hoge drukken.

Wat gebeurt er na afloop van een aanval waarbij ANP is geproduceerd?

Na het stoppen van de aanval zal de patient vaak een plas moeten doen (acute stijging ANP met als gevolg verhoging van de zout- en wateruitscheiding). Dit komt bijvoorbeeld voor bij een patient met paroxysmaal (aanvalsgewijs) atriumfibrilleren.

Waar wordt BNP (brain natriuretisch peptide) geproduceerd?

BNP word als pre-prohormoon geproduceerd door de cardiomyocyten van de ventrikels bij myocardiale rek.

Wat is de functie van BNP?

Het actieve BNP beinvloedt de vocht en elektrolytenbalans door de uitscheiding van natrium en water en vasodilatatie te stimuleren.

Waar en wanneer wordt VIP (vasoactief intestinaal polypeptide) geproduceerd?

Wordt in de wand van het maag-darmkanaal geproduceerd tijdens de spijsvertering.

Wat is de functie van VIP?

  • Dit weefselhormoon geeft vasodilatatie en daarmee bloeddrukdaling.
  • Het is mede verantwoordelijk voor het dumping syndrome.

Wanneer is er sprake van het dumping syndrome en wat gebeurt er bij dit syndroom?

  • Dit syndroom doet zich vooral voor bij mensen bij wie de maag is verwijderd. Bij deze mensen komt het voedsel na een maaltijd direct in het duodenum (twaalfvingerige darm). De sterkte bloeddrukdaling na een maaltijd kan dan leiden tot duizelingen en zelfs flauwvallen.
  • Door de optredende stijging van de osmotische waarde in het duodenum wordt water onttrokken aan de bloedbaan. Dit veroorzaakt de vroege fase van het dumpingsyndroom. De door de darmwand afgegeven hormonen, waaronder het vasoactief intestinaal polypeptide, zijn verantwoordelijk voor de late fase van het dumpingsyndroom.

Door welke cellen en wanneer wordt histamine afgegeven?

Histamine kan in principe door iedere cel worden afgegeven na een beschadiging. Vooral mestcellen kunnen bij een allergische reactie grote hoeveelheden histamine vrijmaken.

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo