Samenvatting: Medische Basiskennis Les 5 Class Notes
- Deze + 400k samenvattingen
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden
Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van Medische basiskennis les 5 Class notes
-
Hormoonstelsel, voortplanting en zintuigen
Dit is een preview. Er zijn 140 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 02/06/2014
Laat hier meer flashcards zien -
Noem 4 hormomen die het hormonale stelsel kan afgeven met hun werking.
* Insuline (eiwithormoon): stimuleert de glucose-opname in diverse weefsels
* Schildklierhormoon (aminozuur): verhoogt (bijna) overal de stofwisseling
* Bijnierhormonen (steroïde): geven stressreacties van hersenen tot spieren
* Geslachtshormonen (steroïde): leiden tot de verschillen tussen man en vrouw -
Met welke zaken werkt het zenuwstelsel en met welke zaken werkt het hormonale stelsel?
Zenuwstelsel: neuronen en synapsen
Hormonale stelsel: geeft hormonen af aan het bloed -> door de endocriene klieren worden hormonen afgegeven aan het bloed om (andere) organen te beïnvloeden. Ze hebben effect op meerdere plekken in het lichaam. -
Hoe kan het dat de hormonen bij diverse plekken in het lichaam kunnen komen?
Verschillende cellichamen hebben receptoren voor het betreffende hormoon. Op de membranen of in de celkernen van meerdere organen zijn specifieke eiwitten aanwezig, waaraan hormonen zich kunnen binden. Een koppeling aan die receptoren stimuleert of remt vervolgens een proces in de betreffende cellen. -
De hypofyse maakt hormonen aan, die andere hormonale (endocriene) klieren stimuleren. Welke klierstimulerende hormonen zijn dit?
* TSH (zet schildklier aan tot hormoonproductie)
* ACTH (stimuleert de hormoonafgifte door de bijnierschors)
* FSH en LH/ICSH (zorgen voor de productie van geslachtshormonen en de vruchtbaarheid)
N.B. De hypofyse functioneert als een soort thermostaat. De schildklier, bijnierschors en ovaria/testikels zijn te vergelijken met kachels. De hypofyse stimuleert met de bovengenoemde hormonen deze klieren/kachels totdat er genoeg hormoon/warmte geproduceerd wordt. Wanneer er te veel schildklierhormoon, cortisol en geslachtshormoon in het lichaam komt, dan geeft dit negatieve feedback en dus afremming van TSH, ACTH of FSH en LH. -
Hoe komt het dat vrouwen in de overgang last hebben van opvliegers?
De ovaria produceren minder geslachtshormonen. De hypofyse zal hierop reageren met een extra afgifte van FSH (en LH). Een tevergeefse poging om de eierstokken hormonen te laten produceren. De hoge concentratie FSH (en LH) is verantwoordelijk voor de opvliegers. -
Naast de klierstimulerende hormonen produceert de hypofyse ook hormonen die een direct effect op de weefsels hebben. Welke zijn dit o.a.?
* Groeihormoon
* Prolactine (brengt melkproductie in de borst op gang)
* MSH (stimuleert de pigmentvorming)
* Oxytocine (verantwoordelijk voor de weeën)
* ADH (versterkt de terugabsorptie in de nierbuisjes) -
Wat is de rol van de hypofyse bij de hormoonhuishouding?
De hypofyse wordt ook wel de dirigent genoemd.
De hypofyse handhaaft hormoonconcentraties in opdracht van de hypothalamus (bepaalt instelpunt) en maakt hormonen die andere hormonale klieren stimuleren. De hypofyse is een kleine klier onder de hersenen. Het handhaven gebeurt meestal zonder tussenkomst van de hypothalamus, via een feeback/terugkoppelingssysteem.
N.B. De hypothalamus is de schakel tussen het zenuwstelsel en het hormoonstelsel en stuurt de hypofyse aan.
De hypothalamus krijgt informatie vanuit de hersenen en bepaalt op basis daarvan de gepaste hormonale reactie, die de hypofyse vervolgens uitvoert. -
Beschrijf de bouw en de functie van de schildklier.
De schildklier is een vlindervormig orgaan dat zit voor het bovenste deel van de luchtpijp (trachea). De schildklier maakt jodiumkhoudende hormomen aan (T3 en T4), die het tempo van de stofwisseling stimuleren. T3 en T4 zegt iets over hoeveel jodium gebonden is aan het hormoon. Een gebrek aan schildklierhormoon maakt traag. Een te veel aan schildklierhormoon maakt mensen druk en gejaagd.
De hypofyse stimuleert/reduceert de afgifte van T3/T4 door de schildklier met het hormoon TSH (Thyroid Stimulating Hormone) -
Noem een aantal ziektes bij Hyperthereoïdie (te veel aan schildklierhormoon).
1. Ziekte van Graves -> auto-immuunziekte met antistoffen tegen TSH, waardoor de schildklier steeds gestimuleerd wordt om schildklierhormoon te maken. De schildklier wordt opgejaagd.
2. Toxisch multinodulair struma -> schilklierhormoon producerende tumor (één of meerdere knobbels), dat te veel T3 of T4 produceert.
3. Overdosis schildklierhormoon (bv. door medicatie of met het doel om te vermageren. Dit komt echter zelden voor). -
Wat zijn de verschijnselen bij een overproductie aan schildklierhormoon?
Bij hyperthyreoïdie is er een versnelde/opgejaagde stofwisseling. Dit geeft o.a. de volgende verschijnselen:
* afvallen ondanks een goede eetlust (veel energie verstookt)
* veel zweten (hoge warmteproductie)
* gejaagd denken en gedrag (reacties gaan sneller)
* tachycardie (snelle prikkelvorming en geleiding)
* beven (tremor)
N.B. Bij de ziekte van Graves treden ook oogverschijnselen op (uitpuilende en geïrriteerde ogen + oogbewegingsstoornis) en is de schildklier vergroot.
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden