MS en myeline biogenese

21 belangrijke vragen over MS en myeline biogenese

Hoe gaat cholera kortgezegd?

- inname van besmet water
- cholera bacterie koloniseert de darm
- colera bacterie scheidt toxines uit
- toxines gaan een interactie aan met enterocyten
- Dit resulteert in diarree.

Wat is kortgezegd het verschil tussen cholera toxin en difteria toxin?

cholera toxin heeft de alfasubunit van een GTPase als target. Dit leidt tot activering van adenylyl cyclase. Diphteria toxin pakt de eiwitsynthese aan. Het ribosyleert.

Hoe gaat vibrio cholerae te werk?

Het scheidt toxines uit en kan zo binden aan de enterocyt en vervolgens internaliseren. Cholera toxine B bindt bijv. aan GM1. Dit is de receptor voor Cholerae toxine B waardoor cholerae toxine B aan het membraan vastzit omdat het een hele sterke binding is. Vervolgens kan het dmv endocytose de cel in gaan. Hierbij is ook een lipide raft betrokken (waarin dus GM1 zit). Na endocytose komt het in een vesikel terecht.
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart

Wat gebeurt er nadat het toxine in de vesikels is gekomen?

Normaal gesproken gaat het vanuit een vesikel naar het vroeg endosoom naar het laat endosoom en dan vervolgens naar een liposoom. Op deze manier wordt het afgebroken. Maar cholera toxine kan zichzelf uitwisselen van het laat endosoom naar de golgi vesikels en andersom.

Wat zijn de normale functies van endocytose?

- opname van extracellulaire nutrienten.
- Regulatie van celoppervlakte receptor expressie. (signaal down expressie)
- cellulaire cholesterol homeostase
- handhaving van de celpolariteit
- antigen presentatie.

Wat zijn behalve de normale functies nog meer functies van endocytose?

-cellulaire toegang van virussen, toxines, en microorganismen.
- anthrax toxine kan via raft de cel in.
- legionella komt de cel binnen via fagocytose. en volgt een aparte route naar het ER. Waarschijnlijk maken ze gebruik van de interactie van deze route.

Via welke 2 manieren van endocytose kan een toxine in een cel komen?

- clathrine afhankelijke endocytose
- clathrine onafhankelijke endocytose (bindt aan GM1)
Beide manieren komen dan vervolgens via vroege endosomen de cel binnen.

Wat gebeurt er met de geendocytoosde toxines?

De meeste daarvan komen in het liposoom terecht en worden daar afgebroken. Net als voedingsstoffen.

Wat gebeurt er met cholerae toxine?

Deze ontsnapt via het cytosol als los molecuul. De meeste hiervan worden wel afgebroken door lysosomen maar niet allemaal. CT doet dit door ergens een kanaal in het membraan te maken waardoor het in het cytosol kan komen. Vervolgens gaat het helemaal door naar het ER.

Wat gebeurt er met difteria toxine?

Het kan ook een kanaaltje vormen, wanneer de pH iets lager wordt kan het een gedeelte van zichzelf door het membraan steken. Dit gebeurt meestal al in de vroege endosomen.

Welke 2 strategieen zijn er voor een translocatie naar het cytosol?

- Vind een al bestaand eiwitkanaal. (dit doet cholera toxine)
- Maak een eiwitkanaal. (dit doet difteria toxine door een stukje van zichzelf te laten veranderen van conformatie wat normaal gesproken binnenin het eiwit zit. Hierdoor kan het zichzelf door het kanaal brengen. DT heeft ook een katalytische unit)

Wat is retrograd transport?

Dit is omgekeerd transport. In het ER gaat het toxine zich ontvouwen, waardoor hij wordt herkend als verkeerd gevouwen eiwit en hij naar SEC61 gaat. Daarna wordt het weer anders gevouwen. Bij chlolera toxine is het zo dat als een paar moleculen het maar lukt om dit pathway te doorlopen het al voldoende is om de cel af te breken. De pH heeft overigens ook invloed op de conformatieverandering van het eiwit.

Wat gebeurt er nadat het toxine vrij is gekomen uit het ER?

Dan beweegt het naar het target en pakt het dat aan.

Dus wat is samenvattend de route van cholera toxine?

- Het bindt aan GM1 in een lipide raft.
- Dan komt het via endocytose in een vroeg endosoom terecht.
- Dan gaat het naar het transgolginetwerk (TGN) deze gaat het helemaal door (trans, medial, cis).
- Nu komt het in het ER aan.
- Daar komt het via Sec61 naar buiten.
- Dan wordt adenylyl cyclase overgeactiveerd waardoor er teveel cAMP wordt gemaakt.
- Dit zorgt ervoor dat er een chloorkanaal wordt geactiveerd. Dit transporteert chloor naar buiten waardoor water mee zal gaan. Hierdoor ontstaat diarree.
Er is dus zowel transport dmv vesikels als dmv membraantransport.

Hoe maakt difteria toxine zijn kanaal?

- DT wordt blootgesteld aan een lage pH
- Hierdoor ondergaat het een conformationele verandering.
- Bij een gedeelte van het eiwit komen de hydrofobe helixen naar buiten
- Dit kan in het membraan gaan zitten waardoor er een eiwit doorheen kan.
- Hierdoor gaat het A-fragment door het membraan.

Wat is MDR? en hoe ontstaat het in kanker?

Multidrugresistentie. Het ontstaat bijv door als er na chemotherapie nog tumorcellen over zijn. Deze zijn dan vaak resistent tegen deze geneesmiddelen. De ABC-transporter kan moleculen over een membraan sluizen.

Wat zijn kenmerken van ABC-transporters?

Ze binden ATP en kunnen moleculen tegen de gradient in pompen. (actief). Iedereen heeft 48 genen die coderen voor een ABC transporter. Het heeft 2 transmembrane domeinen en 2 nucleotide binding domeinen. Het substraat kan aan de binnenkant binden waarop het gaat draaien en omklappen. Vervolgens kan het substraat aan de buitenkant loslaten. PgP bijv. zit in de BBB en zorgt voor een goede bescherming tegen allerlei moleculen die de hersenen in zouden willen gaan.

Hoe wordt de vraag: wordt MRP1 localisatie en functie misschien gemoduleerd door lipide rafts en actine, onderzocht?

Lipide rafts kunnen worden geisoleerd. Membranen zullen hun eigen dichtheid gaan opzoeken in een buisje. Met een western blot kunnen de eiwitten dan vervolgens worden geidentificeerd. Raft eiwitten komen in de fracties 4 en 5 terecht. Als een eiwit aan het eind zit dan komt het niet in een lipide raft terecht. MRP1 en caveolin-1 hebben een verschillende raft localisatie.

Welke benadering is gebruikt om te kijken of actine ook een rol speelt?

Er zijn 2 inhibitors gebruikt die het cytoskelet kapot maken. (cytochalasine (inhibeert de actinepolymerisatie) en Latrunculine (inhibeert actine polymerisatie en induceert ook een actine depolymerisatie)). Cytochalasine houdt het corticale actine intact. Resultaat: als corticaal actine kapot is dan wordt de pomp minder actief, want corticaal actine houdt MRP in de raft waardoor MRP meer actief is.

Dus waar zorgt latrunculine B behandeling voor?

- Een verlies van corticaal actine.
- Een verminderde activiteit van MRP1
- Een verminderde MRP1- lipide raft associatie
- Endocytose van MRP1 want MRP1 zit dan minder in d cel en minder in het membraan.

Wat is het resultaat als de endocytose wordt geremd?

Dit heeft geen invloed. Dus verlies van MRP1 is niet gerelateerd aan endocytose. Het verlies van functie van MRP1 gebeurt in het plasmamembraan onder invloed van een ontwrichting van corticaal actine. Dus alleen de corticale actine en de lipide raft associatie hebben invloed op de MRP1.

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo