Zenuwstelsel - Neurofysiologie - Impulsgeleiding
7 belangrijke vragen over Zenuwstelsel - Neurofysiologie - Impulsgeleiding
Welke 4 stappen zijn noodzakelijk voor het ontstaan van een actiepotentiaal?
2. Activering natriumpoorten en snelle depolarisatie: potentiaal stijgt tot boven o mV
3. Inactivering natriumpoorten, activering kaliumpoorten: kaliumpoorten worden zowel door de chemische als de elektrische gradient de cel uitgedreven. Membraanpotentiaal daalt tot rustwaarde
4. Terugkeer naar normale permeabiliteit
Wat is de absoluut refractaire periode?
Wat is de relatief refractaire periode?
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden
In welke 3 opzichten verschilt de voortgeleiding van een actiepotentiaal met dat van stroom?
2. Het signaal blijft gelijk van sterkte, ongeacht de lengte van de axon
3. Geleiding is veel trager dan dat van stroom
Wanneer is er een directe overdracht van een actiepotentiaal van de ene naar de andere cel mogelijk?
Door welke 3 factoren wordt de snelheid van de overdracht van een impuls in een synaps beinvloedt?
2. Zuurstofspanning: zuurstoftekort leidt tot stoppen van impulsoverdracht
3. Stoffen werkend op de impulsoverdracht: cafeine en theofylline vergroten de impulsoverdracht, LSD verlaagt de impulsoverdracht.
Waar kunnen ionen zich in een gemyeliniseerd axon zich over het membraan verplaatsen?
De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden