Erfelijkheid en DNA - Overervingspatronen

9 belangrijke vragen over Erfelijkheid en DNA - Overervingspatronen

Tussen welke 2 patronen wordt onderscheid gemaakt bij overerving?

  • monogene overervingspatronen 1 gen
  • polygene overervingspatronen meerdere genen + milieu

Waaruit bestaat pancreassap en welke functie heeft ieder bestanddeel?

  1. Amylase: splitsen van zetmeel in maltose
  2. Proteinase: splitsen van eiwitten. Voorbeeld: trypsinogeen. (Enterokinase uit darmsap zet dit om in trypsine)
  3. Lipase: afbreken van triglyceriden in di, monoglyceriden en glycerol
  4. Nucleasen: afbraak van DNA en RNA in nucleotiden
  5. Natriumbicarbonaat: neutralisatie van de zure darminhoud:
    1. werkzame enzymen optimaal functioneren
    2. Bescherming van darmslijmvlies
    3. Vereiste voor opengaan van de pylorus zodat er nieuw voedsel in het duodenum kan.

Wat is de functie van CKK?

Bij (vet) voedsel in de duodenum wordt CKK afgegeven:
  • secretie pancreasenzymen
  • galblaascontractie waardoor galuitstorting plaatsvindt.
  • Verzadigingssignaal door inwerking nervus vagus
  • Remt maaglediging in dunne darm
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart

Waaruit bestaat darmsap en functie van deze onderdelen?

  1. Water
  2. Slijm
  3. Enterokinase: activeert trypsinogeen uit het pancreassap tot trypsine
  4. Mengsel van proteinasen: EW worden volledig gesplitst in aminozuren
  5. Disacharidasen: splitsing disachariden in monosachariden

Wat zijn de functies van de dunne darm?

  1. Eindvertering
  2. Transport van onverteerde en onverteerbare resten naar dikke darm
  3. Resorptie:
    1. Eiwitten, vetten en suikers: duodenum en jejenum
    2. Water en elektrolyten: jejenum (vitaminen) en ileum ( galzouten, B12 en IF)

Uit welke onderdelen bestaat maagsap en noem de functie?

  1. Water: oplos- en transportmiddel
  2. slijm: glijbaarheid, bescherming maagwand tegen inwerking zoutzuur en enzymen, bescherming tegen mechanische beschadiging
  3. Zoutzuur:
    • zuur milieu zodat pepsine optimaal kan functioneren
    • activatie pepsinogeen --> pepsine
    • EW zwellen zodat er een grote oppervlakte is voor enzymen
    • Doden micro-organismen
  1. Enzymen: maagsapklieren produceren pepsinogeen
  2. Intrinsic Factor: resorptie B12

Wat zijn de functies van de maag?

  1. Tijdelijke opslag voedsel zodat het niet in 1 keer in de dunne darm terechtkomt
  2. Mengen, kneden en transport voedsel
  3. Vertering door maagsappen

Onderverdeling monogene overerving?

Autosomaal:
- dominant
- recessief

Heterosomaal:

- dominant
- recessief

Wat komt vaker voor: Polygene erfelijkheid of monogene erfelijkheid?

polygene

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo