Hormoonstelsel - Hormonen - Wateroplosbare en niet wateroplosbare hormonen

5 belangrijke vragen over Hormoonstelsel - Hormonen - Wateroplosbare en niet wateroplosbare hormonen

Voor welke 3 zaken is het van belang of een hormoon al dan niet oplosbaar is in water?

  1. Het hormoontransport in het bloed
  2. het al of niet kunnen passeren van het celmembraan van de cel waar de hormoon werkt
  3. de werking van het hormoon binnen de cel

Wateroplosbare hormonen zijn altijd eiwit- of peptidehormonen. Welke categorien zijn er?

  1. Eiwithormonen (hoofdgroep):
    1. insuline
    2. glucagon
    3. alle hormonen uit de adenohypofyse
  2. Peptidehormonen: neurohypofysehormonen, ADH en oxytocine (korte ketens)
  3. Hormonen uit het bijniermerg
    1. adrenaline
    2. noradrenaline

Hoe werken wateroplosbare hormonen in 6 stappen?

  1. Ze gaan zelfstandig met de bloedstroom mee naar de doelwitorganen
  2. Doordat het celmembraan vetachtig is, zijn ze niet in staat het celmembraan te passeren
  3. De receptoren liggen dan ook aan de buienzijde van de celmembraan.
  4. Binding van het hormoon met de receptor leidt tot activering van een bepaald enzym dat zich aan de binnenoppervlak van het celmembraan bevindt.
  5. Het geactiveerde enzym zet ATP om in een second messenger, waardoor de concentratie hiervan heel snel toeneemt.
  6. De second messenger brengt een aantal reacties op gang waarbij telkens een geactiveerd enzymmolecuul de activering van een aantal moleculen van een volgen enzym katalyseert.
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart

Hoe worden niet-wateroplosbare hormonen genoemd en welke 3 soorten zijn er?

Steroidhormonen omdat ze gemaakt worden uit cholesterol
  1. Hormonen uit de bijnierschors
  2. geslachtsorganen
  3. schildklierhormonen

Hoe werken niet-wateroplosbare hormonen?

  1. De niet-wateroplosbare hormonen worden gebonden aan plasma-eiwitten die als carrier dienst doen
  2. Ze hechten zich hiermee aan de receptor van de doelwitcel en passeren het membraan
  3. In de cel hechten ze zich aan de specifieke receptoren in het cytoplasma of zelf in de celkern
  4. Er ontstaat een receptor-hormooncomplex
  5. Dit receptor-hormooncomplex leidt tot stimulering van de transcriptie van bepaalde genen
  6. Translatieprocessen leiden tot vorming van de beoogde functionele eiwitten (via mRNA)

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo