Vera: Hemato-oncologie en mantelzorg en participatie

8 belangrijke vragen over Vera: Hemato-oncologie en mantelzorg en participatie

Leukemie is een kankersoort van woekeringen van witte cellen in het bloed. Welke vier soorten leukemie onderscheiden we, welke cellen kunnen hier betrokken bij zijn en wat zijn risicogroepen voor deze soort leukemie??

  1. Acute leukemie: blasten rijpen niet uit in het beenmerg.
  2. Chronische leukemie: woekering van jonge en uitgerijpte cellen
  3. Lymfoïde leukemie: woekeringen voortkomend uit lymfoïde stamcellen, hieronder vallen B- en T-cellen. Acuut komt vaak voor bij kinderen en jongvolwassenen en chronisch bij 60+, vooral mannen.
  4. Myeloïde leukemie: woekeringen voortkomend uit myeloïde stamcellen, hieronder vallen macrofagen, neutrofiele granulocyten, eosinofiele granulocyten en basofiele granulocyten. Acuut komt vaak voor bij (oudere) volwassenen en chronisch is zeer zeldzaam, maar vooral bij volwassenen.

De soort leukemie kan herleid worden na diagnostisch onderzoek. Dit diagnostisch onderzoek bestaat uit lichamelijk onderzoek, laboratorium onderzoek (Hb, leuco's + diff en trombo's) en een beenmergpunctie. Bij het diagnostisch onderzoek ben je natuurlijk gekomen naar aanleiding van bepaalde symptomen, wat zijn deze symptomen en hoe zijn ze te verklaren?

  • Moeheid, bleek zien en hartkloppingen door anemie
  • Vatbaarder voor infecties door tekort aan witte bloedcellen
  • Spontane bloedingen en blauwe plekken door tekort aan trombocyten
  • Zwelling lymfeklieren en splenomegalie doordat alle slechte cellen gefilterd moeten worden in het lymfe en het bloed

Behandeling van acute leukemie is vaak erg intensief en wordt zo snel mogelijk ingezet, terwijl behandeling van chronische leukemie vaak veel geleidelijker gaat. De behandeling bestaat uit chemokuren en een beenmergtransplantatie. Wat houden deze twee termen in en wat is het doel hiervan?

Chemokuren
Een kuur met vele medicijnen die erg heftig is. Chemokuren remmen de ongezonde en gezonde cellen wat als gevolg heeft dat er soms beschermende isolatie, antibiotica of een infusie met trombocyten nodig is.

Beenmergtransplantaties

Dit kan zowel autoloog/homoloog als allogeen/heteroloog en richt zich op het onschadelijk maken van de laatste leukemiecellen door middel van een afweerreactie van de donorcellen. Wel is er kans op een graft-versus-host-ziekte waarvoor prednison of ciclosporine moet worden gegeven.
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart

Hodgkin en Non-hodgkin lymfomen zijn woekeringen van (meestal) kwaadaardige B- of T-lymfocyten in de lymfeklieren. Kenmerkend is dat er pijnloze lymfeklierzwellingen en algemene ziekteverschijnselen ontstaan. Wat zijn de verschillen tussen Hodgkin en Non-hodgkin lymfomen op basis uitgebreidheid, aangedane gebieden, mediane leeftijd, therapie, prognose en soorten

Non-Hodgkin
Uitgebreidheid: zeer uitgebreid
Aangedane gebieden: lymfeklieren en andere organen
Mediane leeftijd: 60 jaar
Therapie: divers
Prognose: variabel
Soorten: +40, variërend in maligniteitsgraad

Hogdkin
Uitgebreidheid: gelokaliseerd
Aangedane gebieden: vrnl. lymfeklieren 
Mediane leeftijd: 35 jaar
Therapie: chemo en/of bestraling
Prognose: heel goed
Soorten: Reed-Sternberg-reuzencel

Na diagnose van de ziekte van Hodgkin, wordt aanvullend onderzoek gedaan om het stadium van de ziekte te bepalen. Wat zijn de kenmerken behorende bij stadium I, II, III en IV?

I: één zieke lymfeklierengroep, bijvoorbeeld in de hals
II: in twee aangrenzende lymfeklieren zijn celwoekeringen, bijvoorbeeld in hals en mediastinum
III: in buik- en borstholte zijn meerdere lymfekliergroepen aangedaan
IV: behalve lymfeklieren zijn ook andere bloedvormende organen aangetast, bijvoorbeeld lever of beenmerg

Een stamceltransplantatie kan zowel homoloog/autoloog als heteroloog/allogeen zijn. Wat houden deze transplantaties in, wanneer worden ze ingezet en wat is het doel?

Homoloog/autoloog
Ingevroren stamcellen van de patiënt nadat met inductietherapie complete remissie is bereikt.
Wanneer: na hele intensieve chemo die schade aan het beenmerg heeft gegeven.
Doel: toedienen van een zeer hoge dosering chemotherapie

Heteroloog/allogeen
Het zieke beenmerg wordt vervangen door gezond beenmerg van de donor (uitsluitend aan een myeloablatieve behandeling)
Wanneer: als het risico op overlijden na allogene HCT kleiner is dan risico vanuit de ziekte.
Doel: toedienen van een zeer hoge dosering chemotherapie en het bereiken van het graft-versus-tumor effect waarbij de donorcellen een afweerreactie tegen de laatste leukemiecellen in werking zullen zetten.

In Nederland zijn er verschillende soorten faciliteiten beschikbaar voor mantelzorgers. Zo is er onder andere een WMO-loket bij de gemeente waar respijtzorg beschikbaar wordt gesteld, is er een steunpunt mantelzorg (Mezzo), kan er een casemanager dementie ingezet worden, zijn er mantelzorg makelaars en diverse websites. Wat is het verschil tussen mantelzorg, oftewel informele zorg en formele zorg?

Als mantelzorger verricht je vanuit een intrinsieke motivatie vaak langdurige en onbetaalde zorg, die verder gaat dan zogenoemde 'gebruikelijke' hulp, aan familieleden of vrienden.

Bij formele zorg heb je echt voor het beroepsveld gekozen en stopt dus ook na een aantal uur.

Veel mantelzorgers zijn vatbaar voor overbelasting, dit kan zich uiten op lichamelijke, psychische of gedragsmatige domeinen. Via een ecogram kan men in één oogopslag zien wat het netwerk van de mantelzorger is en waar hij of zij eventueel op terug kan vallen. Ook zijn er diverse ontmoetingscentra, is er een video Interventie Ouderenzorg en een mantelscan. Overbelasting komt voor wanneer je draaglast meer is dan je draagkracht. Wat houden draagkracht en draaglast in en waar wordt dit door bepaald?

Draagkracht is alles wat je aankan. Mantelzorg kan hier positief aan bijdragen. Draagkracht wordt ook bepaald door de steun en waardering die de mantelzorger van anderen ontvangt.

Draaglast is alles wat je voor je kiezen krijgt. Dit wordt ook bepaald door hoe zwaar de mantelzorger de zorg ervaart. Beïnvloedbare factoren zijn de duur en intensiteit van de zorg, de relatie met de zorgvrager, de aard van de ziekte en de positieve of negatieve gebeurtenissen in het leven van de mantelzorger.

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo