Medische microbiologie - Micro-organismen - Bacterien

33 belangrijke vragen over Medische microbiologie - Micro-organismen - Bacterien

Wat is kenmerkend voor de bouw van een bacterie?

  • Bacterien zijn eencellige organismen met een diameter van ongeveer 1 micrometer;
  • Een bacterie is opgebouwd uit cytoplasma met daaromheen een membraan. In het cytoplasma bevindt zich een ringvormig DNA-molecuul;
  • Regelmatig is elders in het cytoplasma een extra klompje DNA-materiaal te vinden, het plasmide genoemd;
  • Cytoplasma en cytoplasmamembraan worden omgeven door een celwand. De celwand is door de cytoplasmamembraan gemaakt en is van stug materiaal;
  • Buiten de celwand bevindt zich vaak nog een kapsel en ook slijm. Beide worden, evenals de celwand, door het cytoplasmamembraan gevormd;
  • Bacterien hebben haarvormige uitsteeksels, de zogenoemde prilli, fimbriae en flagellen.

Waarom is er in een bacterie geen m-RNA nodig?

Omdat het ringvormig DNA-molecuul los in het celvocht ligt, een kernmembraan ontbreekt. Er is dus geen m-RNA nodig om de boodschappen over te brengen naar structuren in het cytoplasma.

Wat is kenmerkend voor bacterien die een kapsel bezitten?

Zij hebben een grotere aanvalskracht en kunnen ook minder gemakkelijk door witte bloedlichaampjes worden gefagocyteerd.
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart

Wat is de functie van haarvormige uitsteeksels van de bacterie (pilli, fimbriae en flagellen)?

Hiermee kunnen bacterien zich verplaatsen en hun afvalproducten verwijderen.

Hoeveel flagellen heeft een bacterie?

Soms is er 1 flagel (monotrichie), soms meer flagellen (peritrichie).

Wat deponeert de E. coli bacterie in zijn cytoplasma bij een celinsluitsel?

Glycogeenkorrels.

Wat deponeert de diferiebacil in zijn cytoplasma bij een celinsluitsel?

Polyfosfaatkorrels.

Sommige bacterien zijn in staat over te gaan in een sporenvorm. Wanneer doen ze dit?

Als de leefomstandigheden ongunstig zijn. Dit moet worden beschouwd als een overlevingsvorm; een spore heeft geen stofwisseling en is behoorlijk bestand tegen beschadigende factoren.

Wat is een bekend voorbeeld van een bacterie die overleefd in sporevorm?

Tetanusbacil.

Wat hebben de bacterien die bij ons wonen voor hun fysiologie nodig?

  • Een koolstofbron, een stikstofbron en een bron voor zwavel en fosfor alsmede sporenelementen en water.
  • De meeste bacterien hebben zuurstof nodig (aerobe bacterien), maar er zijn ook bacterien die in een zuurstofrijke omgeving juist afsterven (anearobe bacterien, zoals de tetanusbacil en de bacterie die gasgangreen veroorzaakt, de Clostridium Welchii).
  • Voor een optimale groei is een temperatuur van 37 graden en een pH van 7 nodig, min of meer overeenkomend met de situatie in het menselijk lichaam.

Hoe verloopt de stofwisseling van de bacterie?

- Voedingsstoffen passeren de celmembranen;
- Omvorming door enzymen in cytoplasma tot 'passende stof';
- Opname in centraal metabool systeem:
  • ook voor energie
  • ook voor onderhoud van bacteriedelen
  • ook voor productie van toxinen en enzymen die naar buiten afgegeven worden;

- Naar de omgeving afgifte van:
  • afvalproducten N.B.: deze zijn voor ons vaak waardevol!
  • toxinen
  • enzymen.

De bacterie leeft om zich te vermenigvuldigen, althans zo lijkt het. Hoe verloopt de vermenigvuldiging?

Verloopt via een (amitotische) binaire bacteriedeling. Er vindt verdubbeling plaats van het DNA en elke andere component in de bacterie, waarna het cytoplasma wordt verdeeld over de twee nieuw te vormen bacterien.

Wat is kenmerkend voor de vermenigvuldiging van bacterien?

  • De delingen volgen vrij snel op elkaar;
  • Soms begint de bacterie al weer aan een volgende vermenigvuldiging terwijl de vorige nog niet eens is afgemaakt;
  • Onder gunstige omstandigheden lijkt de vermenigvuldiging haast oneindig door te gaan, binnen enkele uren kunnen er miljoenen nakomelingen worden geproduceerd.

Wanneer vind afsterving van een bacterie plaats?

Als na enige tijd groeifactoren uitgeput raken, stopt de vermenigvuldiging en kan afsterving plaatsvinden, vooral ook als toxische bacterieproducten onvoldoende afgevoerd worden.

Wanneer wordt iets voor kweek ingestuurd naar het bacteriologisch laboratorium?

  • Om te onderzoeken welke bacterie betrokken is bij het ziekteproces.
  • Vervolgens wordt bepaald welk antibacterieel geneesmiddel het beste kan worden ingezet. Dit gebeurt aan de hand van microscopisch onderzoek, bacteriekweek en diverse andere diagnostische methoden.

Welke materialen afkomstig van de mens wordt voor kweek ingestuurd?

Pus, bloed, feces en urine.

Hoe verloopt microscopisch onderzoek van een kweek?

  • Van het ingestuurde materiaal wordt een dunne laag op een objectglaasje aangebracht.
  • Na fixatie (doden) wordt een kleuringstechniek toegepast waardoor bacterien zichtbaar worden.

Waarvan hangt het af of een bacterie bij een Gram-kleuring Gram-positief of Gram-negatief is? Wat wordt er vervolgens bepaald?

  • De Gram-kleuring is afhankelijk van de samenstelling van de celwand.
  • Het Gram-positief of-negatief zijn medebepalend voor de keuze van het antibacteriele middel.

Wanneer wordt de Ziehl-Neelsen-kleuring toegepast?

Als men o.a. tuberculose vermoedt. De tuberkelbacterien kleuren zich bruinrood.

Bij het bestuderen van de bacterien wordt gelet op specifieke kenmerken. Welke?

- Vorm van de bacterie. Deze kan zijn:
  • rond (kok), zoals stafylokokken en streptokokkussoorten;
  • staafvormig (bacil), zoals de tetanus bacil, tuberkil bacil en samonella bacil;
  • spiraalvormig (spiril en spirocheet), zoals Spirocheta pallidum die lues veroorzaakt en een spirocheet die de ziekte van Weil veroorzaakt;
  • kommavormig (vibrio), zoals Vibrio cholerae. Een kok is een halve tot 1 micrometer groot, een bacil is even dik, maar twee micrometer lang.

- Ligging van de bacterien ten opzichte van elkaar. Ze kunnen in de vorm 
   van een keten aan elkaar zijn verbonden, of als een trosje, of steeds met   
   zijn 2en bij elkaar liggen.

Hoe liggen diplokokken/microkokken ten opzichte van elkaar?

Liggen met zijn tweeen.

Voor een bacteriekweek wordt een kleinere hoeveelheid van het ingestuurde materiaal met behulp van een uitgegloeide (dus steriele) entnaald aangebracht in of op een voedingsbodem.
Er zijn twee typen voedingsbodems, welke?

  • Een synthetische (uit chemische bestanddelen samengesteld);
  • Een natuurlijke (bevatten gemalen vlees, vis of planten waarin alle essentiele nutrienten voor de groei van bacterien aanwezig zijn).

Deze twee typen (basismedia) kunnen nog worden verrijkt met andere stoffen, afhankelijk van welke bacterien men veronderstelt te vinden. De voedingsbodem kan vast of vloeibaar zijn en wordt uitgegoten in kweekbuizen of Petri-schalen.

Als de voorkeur uitgaat naar een vaste voedingsbodem kan als bindmiddel agar-agar (deze stof wordt niet door bacterien aangetast) worden gebruikt.
Wat is het voordeel van vaste voedingsbodems?

Dat de bacterie niet door de vloeistof heen groeit, maar boven de voedingsbodem uit groeit en daardoor makkelijker te 'pakken' is voor verder onderzoek.

Wat is een bacteriekweek in de broedstoof?

Hierbij wordt het materiaal geent op de plaat en in de broedstoof (kast) geplaatst waar de temperatuur 37 graden is. Na enkele dagen ontstaan bacteriekolonies. Een kubieke milimeter bevat honderd miljoen bacterien.

Welke kenmerken van bacterien dragen bij tot het stellen van de juiste bacteriediagnose?

Het aanzien, de kleur, de vorm en de snelheid van groei van een bacteriekolonie.

Om zekerheid te krijgen omtrent de bacteriele diagnose zijn nog diverse andere technieken beschikbaar. Welke?

  • DNA-probe;
  • Polymerase Chain Reaction (PCR);
  • Serologische diagnostiek;
  • Huidreacties;
  • Onderzoek op proefdieren;
  • Proeven gericht op de fysiologie van de bacterie.

Wat is serologische diagnostiek?

Dit is indirecte diagnostiek waarbij gevormde antilichamen tegen de ziekteverwekker worden bepaald. Dit gebeurt als materiaal van de patient moeilijk te verkrijgen/kweken is.

Wat houdt een onderzoek met huidreacties in?

In het lichaam gevormde anitlichamen zijn niet in het bloed, maar met name in de huid, gekoppeld aan cellen, te vinden. Als de huid wordt geinjecteerd met het antigeen, dan zal reactie optreden. Een voorbeeld hiervan is de Mantoux-reactie (tuberculose).

Wanneer wordt er onderzoek met proefdieren gedaan?

Als micro-organismen niet in vitro te kweken zijn, of de mogelijkheden voor biochemische identificatie onvoldoende zijn, worden proefdieren (cavia, muis) gebruikt. In de diagnostiek van tuberculose, tetanus en botulisme is dit soms nodig.

Wat houden proeven gericht op de fysiologie van de bacterie in?

Door het opvangen en analyseren van uitscheidingsproducten kan worden nagegaan of de bacterie leeft. Deze techniek wordt de laatste jaren steeds minder toegepast omdat nieuwe technieken (eerder besproken) voldoende afrondende diagnostiek opleveren.

Als de bacterie eenmaal is gediagnosticeerd, moet nog worden uitgezocht welk antimicrobieel geneesmiddel het beste kan worden ingezet voor de behandeling van de patient.
Hoe wordt dit gedaan?

  • Dit is mogelijk met de schijfjes-agardiffusiemethode. Daarbij wordt op een geente broedplaat een disk (een filtreerpapiertje, waarin een bepaalde hoeveelheid antimicrobiele middel is aangebracht) gelegd.
  • Dit wordt 18 uur geincubeerd, daarbij diffundeert het middel in de groeibodem (de concentratie van het middel is het hoogste in het centrum van het schijfje en neemt (gestandaardiseerd) af naar de randen toe).
  • Als de geente bacterie gevoelig is voor het middel zal deze niet uitgroeien.

Elke bacterie heeft de neiging een resistentie op te bouwen tegen geneesmiddelen die haar functioneren, groei en vermenigvuldiging beinvloeden.
Op welke manieren kan een bacterie dat doen?

  • Sommige bacterien schakelen bijvoorbeeld over op een andere soort stofwisseling, waardoor de voorheen gebruikte middelen niet meer werken;
  • Anderen veranderen hun celwand waardoor medicatie hierop geen invloed meer kunnen uitoefenen.

Bij elk bacterieel onderzoek wordt terdege rekening gehouden met de aard en oorsprong van het materiaal dat is ingestuurd. Waarom?

De ervaring heeft geleerd dat het in bepaald materiaal, zoals sputum, toch altijd gaat om hetzelfde scala aan micro-organismen. Daar wordt dan ook in eerste instantie het onderzoek op gericht.

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo