Afweer van het menselijk lichaam en immunopathologie - Afweer van het menselijk lichaam - Inwendige, specifieke (verworven) afweer
13 belangrijke vragen over Afweer van het menselijk lichaam en immunopathologie - Afweer van het menselijk lichaam - Inwendige, specifieke (verworven) afweer
Waardoor wordt de humorale component verzorgd?
Niet alle lichaamsvreemde stoffen zijn in staat antilichaamvorming te prikkelen. Waar moeten ze hierbij aan voldoen?
- De stoffen moeten grootmoleculair zijn en in ieder geval moet een gedeelte van het molecuul een antigene structuur (determinant) bezitten.
- Soms binden kleine moleculen met antigene eigenschappen (hapten) aan grotere moleculen waardoor het geheel toch aan de eisen voldoet.
Welke cellen kunnen antigenen ter herkenning aanbieden?
- antigeenpresenterende cellen (APC);
- alle kernhoudende cellen kunnen antigenen presenteren;
- Macrofagen en andere van monocyten afgeleide cellen (zoals de dendritische cellen in de huid) zijn hier in gespecialiseerd.
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden
Wat moeten antigeenpresenterende cellen op hun celmembraan hebben om hun functie te kunnen vervullen?
Waaronder is HLA onder te verdelen? En waardoor worden ze gemaakt?
- HLA klasse I, worden door alle lichaamscellen gemaakt.
- HLA klasse II, worden door B-lymfocyten en door endotheelcellen gemaakt.
Hoe kan HLA klasse I cellen doden?
- Ze binden zich aan brokstukken (peptiden) van abnormale eiwitten die ontstaan na infectie van de cel door virussen of door tumorgroei.
- Het complex HLA-peptide wordt herkend door cytotoxische T-lymfocyten (NK-cellen), ze kunnen na activatie de cellen doden.
Wat activeert HLA klasse II?
Wat is de functie van T-helpercellen?
Wat wordt er gevormd van geactiveerde T- en B-lymfocyten? Wat is de functie hiervan?
- Hiervan worden klonen gevormd, daarvan blijven geheugencellen langdurig aanwezig.
- Bij hernieuwd contact met het antigeen is een veel snellere respons mogelijk. De geheugenfunctie is voor de verschillende antigenen wel van verschillende duur.
B-lymfocyten kunnen antigenen herkennen met behulp van een in het celmembraan gelegen receptor (een immuunglobuline, Ig).
Wat gebeurt er wanneer dit Ig wordt gebonden?
Wat kun je zeggen over de specifieke afweer bij een pasgeborene?
Bij welke biologische en mechanische barrieres zijn de specifieke- en niet-specifieke afweer betrokken?
- in slijmvliezen zijn monocyten, granulocyten en ook IgA-antilichamen aanwezig ter ondersteuning van de effectiviteit van deze barrieres;
- micro-organismen die door antilichamen (opsoninen) zijn ingekapseld worden gemakkelijker gefagocyteerd en vernietigd;
- na antigeen-antilichaamreacties zijn wel weer fagocyterende leukocyten nodig voor de uiteindelijke opruiming van gevormde schadelijke stoffen en weefselresten;
- door T-cellen geproduceerde stoffen stimuleren de rijping van monocyt tot macrofaag.
In de regel duurt het na een eerste contact met het antigeen een aantal dagen tot weken voordat antilichamen voldoende zijn aangemaakt om effectief met het antigeen te kunnen reageren. Waarom?
Bij een volgend contact gaat de aanmaak van antilichamen veel sneller.
De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden