Startpagina / Samenvattingen / Medische Kennis HC 3 / ontsteking-granulocyten-ontstekingsreactie

Afweer van het menselijk lichaam en immunopathologie - Afweer van het menselijk lichaam - De inwendige algemene (niet-specifieke) natuurlijke afweer

26 belangrijke vragen over Afweer van het menselijk lichaam en immunopathologie - Afweer van het menselijk lichaam - De inwendige algemene (niet-specifieke) natuurlijke afweer

Wat voor functie hebben de interferonen (alpha, beta en gamma)?

Deze stoffen vergroten de weerstand van cellen tegen virussen en remmen daarmee de vermenigvuldiging van virussen af.

Wat voor functie hebben tumornecrose factoren a en b (TNF-alpha, TNF-beta)?

Deze zijn celdodend voor tumorcellen, maar geven ook aanleiding tot koorts en dragen bij aan het tot stand komen van de ontstekingsreactie.

Welke veroorzaker van weefselbeschadiging is in de ontsteking terug te vinden?

micro-organismen.

Wanneer is er sprake van een steriele ontsteking?

Als er bij ontstekingen geen micro-organismen aanwezig zijn (dus als dat niet de veroorzaker is van de ontsteking en er in tweede instantie ook niet bijgekomen zijn).

Wat wordt er in het beenmerg geproduceerd bij een ontstekingsreactie? En hoe komt dit bij de ontstekingsreactie?

Granulocyten.
Zij komen bij de ontstekingsreactie door:

Dit proces begint met aanhechting van de leukocyt aan de vaatwand ter plaatse van de ontsteking door vorming van hechtingsmoleculen.
Vervolgens worden pseudopodia gevormd waarmee de leukocyt zich tussen de endotheelcellen door kan wringen (diapedese).
Chemotactische factoren leiden de leukocyt naar het ontstekingsgebied.

Waardoor kan een granulocyt gemakkelijk de bloedvatwand passeren?

Doordat de granulocyt zich kan vervormen (amoeboid bewegen).

Wat is kenmerkend voor granulocyten bij een ontstekingsreactie?

Alles wat niet in het lichaam thuis hoort, wordt aangevallen.
De granulocyten zijn niet kieskeurig en er is ook geen sprake van een noodzakelijk geheugen zoals dat wel bij de specifieke afweer het geval is.

Waardoor worden leukocyten aangetrokken naar het ontstekingsgebied en tot fagocytose gestimuleerd?

Doordat op het oppervlak van het micro-organisme markeermoleculen (opsoninen: IgG en complement) zijn aangehecht (opsonisatie).

Waarom worden monocyten ook wel de 'late opruimers' genoemd?

Eerst moest rijping tot macrofaag plaatsvinden.
Vervolgens is hij door de amoeboide beweeglijkheid in staat de bloedbaan te verlaten.
Omdat ze later aankomen in het zieke weefsel worden ze ook wel de 'late opruimers' genoemd.

Door welke eigenschap zijn de monocyt en de granulocyt in staat tot fagocytose?

Doordat ze via amoeboide bewegingen in staat zijn de bloedbaan te verlaten.

Hoe reageert het lichaam wanneer een virus de oorzaak is van weefselbeschadiging?

Dan zal er veel minder sprake zijn van granulocytenactie. Virussen trekken granulocyten namelijk veel minder aan.
Toch beschikt het lichaam bij een virusinfectie over een soort directe afweer, namelijk via lokale productie van interferon. Dit interferon wordt ter plekke gemaakt als er sprake is van virale beschadiging.

Hoe damt interferon de lokale beschadiging van virussen in?

De stof is individuspecifiek en de werking bestaat uit het stabiliseren van de celmembraan tegen aanvallen van virussen. Het virus kan het 'slot van de deur' niet meer vinden.
Een ontstekingsreactie zoals hierna wordt beschreven zal wel volgen, maar minder heftig dan bijvoorbeeld bij een bacteriele weefselbeschadiging.

Waarom is interferon in het bloed niet terug te vinden?

Omdat het kort werkt en snel weer wordt afgebroken.

Waarom is er bij een virale ontsteking eigenlijk nooit sprake van pusvorming?

Omdat naar verhouding weinig granulocyten worden aangetrokken.

Wanneer spreekt men van een infiltratieve onsteking of infiltraat?

Wanneer (bij zwelling van een ontsteking) in verhouding meer cellen zijn uitgetreden. Hierdoor voelt de ontsteking vast-elastisch aan.

Wanneer spreekt men van een exsudatieve ontsteking?

Wanneer (bij zwelling van een ontsteking) meer vocht is uitgetreden. Hierdoor voelt de ontsteking zachter aan. Het ontstekingsvocht heet exsudaat.

Wat gebeurt er wanneer er een ischemie (tekort aan bloeddoorstroming) in het centrum van de ontsteking plaatsvindt?

Daardoor vindt er in het centrum van de ontsteking verweking plaats.
Deze ischemie vormt de aanloop tot de pusvorming. De vervloeiing, een belangrijk onderdeel in de pusvorming, komt tot stand door enzymen die vrijkomen uit de granulocyten

Waarom zien we pusvorming voornamelijk bij bacteriele ontstekingen?

Omdat bacterien granulocyten in grote getale aantrekken.

Wat kan er worden aangetroffen in pus?

Naast dode en levende bacterien ook dode en levende granulocyten en weefselresten.

Hoe kan de pushoeveelheid toenemen en tegelijkertijd ook dunner worden?

Doordat grotere moleculen in pus worden afgebroken tot een groot aantal kleinere, waardoor de osmotische druk toeneemt en vocht wordt aangetrokken.

Wat is een kenmerkende vorm voor een abces?

Een abces heeft altijd een bolle vorm, behalve in die gevallen dat structuren er omheen heel vast zijn (zoals bot), zodat het abces tot een andere vorm gedwongen wordt.

Waarmee gaan grote abcessen altijd mee vergezeld? Waarom incideert men deze liever?

Grote abcessen gaan altijd vergezeld met een heftige ziekte met hoge koorts.
Deze abcessen incideert men liever, zodat men zeker weet waar het uittredende pus terechtkomt. Als niet wordt ingegrepen en het natuurlijke beloop wordt afgewacht, dan bestaat het risico dat het pus op kritieke plaatsen terecht kan komen (bijvoorbeeld rechtstreeks in de bloedbaan), waardoor een ernstiger ziektebeeld kan ontstaan.

Hoe kan een acuut ontstekingsproces overgaan in een chronisch ontstekingsproces?

Doordat er een onstekingsonderhoudende factor aanwezig is, zoals bijvoorbeeld een stuk dood weefsel of straatvuil.

Wat is kenmerkend voor een chronische ontsteking?

Een chronische ontsteking komt veel langzamer op gang en is veel minder explosief. De klassieke ontstekingskenmerken zijn daarom ook minder duidelijk aanwezig.
Verder valt op dat reparatie van weefsels bij een chronische ontsteking al optreedt tijdens de ontsteking, terwijl dit bij een acute ontstekingsvorm pas veel later op gang komt bijvoorbeeld pas na het ledigen van een abcesholte.

Wanneer komen chronische ontstekingen voor?

Bij ziekten op basis van immunologische weefselbeschadiging, zoals bij reumatoide artritis (chronisch reuma).

Naast lokale verschijnselen treden bij ontstekingen ook algemene symptomen op, welke?

Koorts, algemeen ziektegevoel, lusteloosheid, verlies van eetlust en een versnelde pols. Hoe ernstiger en uitgebreider de ontsteking, des te sterker zullen deze verschijnselen aanwezig zijn.

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

Medische Kennis HC 3

Bekijk samenvatting

Een unieke studie- en oefentool
Nooit meer iets twee keer studeren
Haal de cijfers waar je op hoopt
100% zeker alles onthouden

Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.

Onderwerpen die gerelateerd zijn aan Afweer van het menselijk lichaam en immunopathologie - Afweer van het menselijk lichaam - De inwendige algemene (niet-specifieke) natuurlijke afweer

Afweer van het menselijk lichaam en immunopathologie

Studiemateriaal generieke omslagafbeelding