Het afnemen van veneus bloed

21 belangrijke vragen over Het afnemen van veneus bloed

Welke materialen gebruikt je bij een venapunctie?

Bij een venapunctie maakt men gebruik van het vacuümsysteem. Dit systeem bestaat uit een steriele venojectnaald, een naaldhouder en een steriele vacuümbuis. De naald is omgeven door een hoes, die aan de binnenkant steriel is.

Hoe kerken je welke buis je moet gebruiken bij een venapunctie?

Deze zijn te herkennen aan de kleur van de rubber dop, het formaat van de buis en de aan of afwezigheid van antistolling in de buis.

Wat is de meest gebruikelijke maat naald bij een venapunctie?

  • 20 Gauge - geel
  • 21 Gauge - groen
  • 22 Gauge - blauw bij dunne vene
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart

Waarom staat er op de buizen een houdbaarheidsdatum vermeld?

Omdat als de datum verstreken is de buizen minder vacuüm zijn.

Welke kleur dop wordt er gebruikt voor onderzoek naar bloedstolling?

De blauwe dop. In de buis in citraat toegevoegd. Citraat vangt calcium weg, dat is nodig voor de bloedstolling. Door citraat in de buis te doen, wordt de bloedstolling geremd, zodat het bloed niet stolt in de buis.

Welke kleur dop wordt gebruikt voor onderzoek naar antistoffen en andere eiwitten?

De gele dop. Er wordt een serum toegevoegd die de stolling juist versnelt.

Wat gebeurd er als de stuwband langer dan 1 minuut vast blijft?

Dan zijn er al meetbare verschillen aantoonbaar in de concentratie van diverse bloedbestanddelen.

Wat zijn geschikte plaatsen voor een bloed afname?

Oppervlakkige vene van de elleboog, onderarm en handrug.

Hoe kun je een oordeel vormen over de eigenschappen van de venen van de patiënt?

  • Ligging van de vene.
  • Verloop van de vene.
  • Aard van de vene.

Hoe herken je de venen?

Door goed aftasten van de arm kun je dieper liggende venen beter lokaliseren. Venen zijn geheel gevuld met bloed, voelen elastische aan en zijn goed van spieren en pezen te onderscheiden. Pezen en spieren voelen hard aan. Een vene pulseert niet, een arterie wel.

Welke handeling wordt aanbevolen als venen niet zichtbaar of voelbaar zijn?

  • Laat de patiënt de vuist een paar keer openen en sluiten nadat de stuwband geplaatst is.
  • Laat de arm goed naar beneden hangen.
  • Masseer de arm van pols tot elleboog.
  • Beklop de punctieplaats stevig met wijs- en middelvinger.

Waarom moet de arm goed gestrekt zijn bij een venapunctie?

Het buigen van de elleboog leidt tot het verdwijnen van de vene in het omliggende weefsel, waardoor het prikken moeilijk of soms onmogelijk wordt.

Hoe wordt bij een venapunctie de naald ingebracht?

In de lengterichting van de vene, tot de opening van de naald helemaal binnen de vene ligt. De naald bevind zich ongeveer 1 cm onder de huid. In een hoek van 15 graden.

Hoe kun je het wegrollen van venen voorkomen?

Door de vene goed te fixeren, door de arm van de patiënt vanaf de achterkant vast te houden. De huid met duim en wijsvinger goed strak houden.

Hoe fixeer je de naaldhouder met de buis?

Door de wijsvinger en middelvinger tussen de basis van de naald en de arm van de patiënt te leggen.

Wat doe je nadat de naald is ingebracht bij een venapunctie?

Je schuift de bloedbuis op de naald, wijs- en middelvinger liggen op de zijvleugels van de naaldhouder. Met je duim duw je de bloedbuis in de houder.

Wat doe je als er geen bloed in de buis stroomt?

Dan is de vene mogelijk gecollabeerd (dichtgeklapt). Haal de buis uit de naaldhouder, zodat de vene geen vacuüm meer zuigt. De vene gaat weer open en de bloedafname kan met dezelfde buis worden voortgezet.

Welke belemmeringen kun je ervaren tijdens het inbrengen van de naald?

  • De naald is te diep ingebracht en heeft de vene geperforeerd: trek de naald voorzichtig terug.
  • Als er een zwelling ontstaat doordat het bloed uit de geperforeerde vene stroomt. Maak de stuwband onmiddellijk los.
  • De naald licht naast de vene. Voel met de vrij hand hoe de naald ten opzichte van de vene ligt en probeer te corrigeren. Door de naald voorzichtig te draaien, kan de opening van de naald weer vrijkomen. Lukt dit niet moet u opnieuw beginnen.

In welke situaties mag je geen venapunctie verrichten?

  • Aan de arm waar een infuus is ingebracht.
  • Aan de arm met oedeem of lymfoedeem ten gevolge van het verwijderen van de lymfeklieren.
  • Een gezwollen of ontstoken arm/hand.
  • Een verlamde arm of hand.
  • Harde plekken, wondjes of eczeem op de hand.
  • Net geopereerde arm.
  • Bestraalde hand of arm.
  • Er een shunt in de arm of hand geplaatst is.
  • Aan de kant waar een borst (mamma) amputatie met okselkliertoilet is verricht.

Wat zijn de voornaamste complicaties bij een venapunctie?

  • Pijn.
  • Nabloeding. Met name het geval bij een stollingsstoornis of gebruikt van anticoagulantia.
  • Hematoonvorming.
  • Het opzuigen van arterieel bloed.

Hoe kan pijn zoveel mogelijk voorkomen worden tijdens een venapunctie?

  • Houdt de arm stil tijdens het aanprikken.
  • Beweeg zo min mogelijk de naald in het bloedvat tijdens het wisselen van de buizen.
  • Wissel de punctieplaats zo mogelijk af.
  • Kies zorgvuldig de punctieplaats.
  • Prik niet op plaatsen waar al hematoomvorming is.
  • Vraag bij twijfel hulp van een ervaren collega of arts.

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo