Vorsten, monniken en boeren - Leven op het platteland

3 belangrijke vragen over Vorsten, monniken en boeren - Leven op het platteland

Uit welke delen bestond een domein?

Woeste gronden (rivieren en bossen), waarin gejaagd werd.
Vroonland: land van de heer. Boeren moesten hier werken, maar opbrengst ging naar de heer.
Hoeveland: waar de boerderijen van de horigen stonden. Klein deel van de opbrengst ging naar de boeren zelf.

Hoe zat een hofstelsel in elkaar?

Op landgoed (hoeve/hof) werkten boeren in dienst van de heer. (horigen). Zij moesten herendiensten doen (1-2 dagen voor de heer werken op het land en aan de woning). Horigen hadden geen rechten, mochten niet zomaar van het land af of trouwen, bijvoorbeeld.

Wat was het verschil tussen heren, vrije boeren en horigen?

Heren hoefden geen belasting te betalen aan de kerk (tienden).
Horigen en vrije boeren wel.
Heren konden genieten van de jacht.
Vrije boeren hadden wel eigen grond, maar moesten wel meevechten en eigen wapens kopen.

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo