De tijd van steden en staten - Vorsten willen meer macht

9 belangrijke vragen over De tijd van steden en staten - Vorsten willen meer macht

Koningen hadden rond het jaar 1000 weinig macht. Wie hadden rond het jaar 1000 wel veel macht?

De 'leenmannen' hadden macht, gaven het door aan hun zoons.

Hoe werkte dit?
  • Stukken land werden door de leenheren verdeeld onder de leenmannen. In ruil daarvoor waren ze verplicht trouw, gaven ze militaire hulp en belastinginkomsten.
  • De zonen van de leenmannen erfden een vaak direct van hun vader.
  • Daarom werden de leenmannen werden steeds machtiger.

Koning Hendrik IV wilde gekroond worden tot keizer. Er ontstond ruzie tussen koning Hendrik IV met de paus Gregorius VII. Waarom?

  • De paus Gregorius VII weigerde de Koning te benoemen tot keizer.
  • Omdat de koningen rond het jaar 1000 weinig macht hadden.

Graven en hertogen zagen het land (grond) als hun bezit. Voor de koning was het moeilijk om hier iets tegen te doen.
Hoe loste koning Hendrik IV dit probleem op?

  • Hij loste dit op, door een bisschop tot leenman te benoemen. Een bisschop kreeg geen kinderen en had dus ook geen erfgenamen.
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart


De paus Gregorius VII vond dat alleen de paus bisschoppen mocht benoemen.

Waarom vond hij dat?

De paus was immers de hoogste bestuurder van de kerk en de baas van de bisschoppen.

De strijd tussen de paus Gregorius VII en de keizer ging over wie de bisschoppen mocht benoemen. Hendrik won het conflict in 1084.


Wat betekende dit voor de benoemingen van bisschoppen en het bestuur van het land?

  • Er kwam toch een regel dat de paus voortaan als enige bisschoppen mocht benoemen
  • Tegelijk werd bepaald dat het bestuur van een land een taak was van de keizer en zijn leenmannen.

Na 13e eeuw bleven de vorsten vaker op één plaats en bestuurden ze hun gebied vanuit deze 'hoofdstad'. Zo kwam er een 'centraal bestuur'.

  • Bestuur vanuit één plaats; overal in het land gelden dezelfde wetten en belastingen.


  • Dus dat niet meer iedere stad of gewest zijn eigen regels heeft, maar dat de regels bepaalt worden op 1 centrale plek (de hoofdstad).

Hoe vergrootte sommige vorsten hun macht?

Sommige vorsten wisten hun macht te vergroten door belastingen te eisen van de steden in hun gebied.

Door belastinggeld kunnen ze hun macht vergroten.
Hoe konden ze door belasting macht uitbreiden?

  • Een huurleger betalen, waardoor de leenmannen en hun soldaten minder belangrijk werden
  • Ambtenaren (werknemers) betalen, die hen hielpen bij het centrale bestuur. Nu werkten ambtenaren i.p.v. machtige adel. Zo werd beïnvloed van de adel kleiner.

Door het centrale bestuur ontstonden 'staten'.
Wat is een staat?

  • Een land met een duidelijke grens
  • waar overal dezelfde wetten en regels gelden.
  • Met een hoofdstad waar vanuit er centraal bestuurt wordt.

  • Hierdoor hadden machtige edelen en rijke steden minder macht. Ze dreigden rechten te verliezen, die ze al lange tijd hadden.

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo