De industriële revolutie - Emancipatie en bevrijding

12 belangrijke vragen over De industriële revolutie - Emancipatie en bevrijding

Welke groepen kwamen in de 19e eeuw op voor rechten zoals vrijheid en gelijke behandeling?

  • Socialisten (arbeiders groepen)
  • confessionelen (katholieken en protestanten scholen)
  • abolitionisten (slaven)
  • feministen (vrouwen

Waarom namen ondernemers vaak vrouwen en kinderen aan?

Omdat ze die nog minder dan de man hoefden te betalen. Feministen eisten daarom dezelfde beloning voor mannen en vrouwen. Ook moesten meisjse de kans krijgen om verder te leren

Wat begon een heel andere groep in 1863 in de Nederlandse kolonies te doen?

Het beginnen aan emancipatie daar.
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart

Wat besloot het parlement van Nederland in 1863?

Het parlement maakte een eind aan de slavernij in Suriname en de Nederlandse antillen. 33.000 Surinaamse slaven en 12.000 slaven uit de antillen kwamen vrij, maar waren verplicht om nog 10 jaar op de plantages te blijven werken.

Wie hadden al jaren voor de afschaffing van de slavernij gepleit?

De abolitionisten, Nederland was in vergelijking met andere landen laat met de bevrijding van slaven.

In de grondwet van 1848 stonden belangrijke grondrechten, welke?

Onder andere vrijheid van vereniging, vrijheid van meningsuiting, de vrijheid van drukpers en de vrijheid van onderwijs.

Wie hadden in de tweede helft van de 19e eeuw de meeste invloed in het parlement?

Thorbecke en andere liberalen.

Wat vonden Thorbecke en andere liberalen van invloed van kerken op het onderwijs?

Zij waren er fel tegen. Zij vonden dat het onderwijs niet katholiek of protestands moest zijn, maar neutraal. Daarom regelde de liberalen dat alleen neutrale scholen met openbaar onderwijs geld van de overheid kregen

Welke strijd brak uit in de samenleving en het parlement?

De schoolstrijd, de confessionelen (katholieken on protestandse) stonden tegenover de liberalen. De confessionelen wilde een nieuwe wet, die regelde dat de staat ook bijzonder onderwijs betaalde. Om meer invloed uit te oefen richte ze een politieke partij.

Welke partij richte de protestanten in 1878?

De antirevolutionaire partij, de eerste politieke partij in Nederland. Samen met de politieke vereniging van Katholieken streden de antirevolutionaire voor subsidie voor het confessionele onderwijs.

Wat deden de confessionele leiders?

Ze organiseerde handtekeningacties en preekten in de kerken die toen de dag nog vol zaten. Hiermee bereikten ze veel mensen. De acties waren vreedzaam want de antirevolutionaire waren tegen een revolutie. Zij vonden dat de hoogste macht niet bij het volk lag, maar bij God.

Welke 4 groepen kwamen eind de 19e eeuw op voor emancipate van groepen burgers?

De Socialisten, Feministen, Confessionelen en Abolitionisten.
Socialisten en Feministen wilde uitbreiding van  het kiesrecht, die kwam in 1917. Het parlement besloot tegelijkertijd dat de overheid voor het confessionele onderwijs alle kosten moesten betalen
In 1919 kwam de wet voor het vrouwenkiesrecht. Er was voortaan algemeen kiesrecht

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo