De filosofische context van de Universele Verklaring - Mensenrechten in de oudheid

4 belangrijke vragen over De filosofische context van de Universele Verklaring - Mensenrechten in de oudheid

Hoe werd in de oudheid gedacht over gelijkheid van de mens?

Er bestond alleen innerlijke gelijkheid. De mens zelf was niet gelijk.

Waar ligt volgens het christendom de waardigheid van de mens?

De absolute waardigheid van de individuele mens ligt besloten in de leer van de individuele eindbestemming in een eeuwig leven.

Wat vindt Plato over de mensenrechten?

Eenieder krijgt binnen een rechtvaardige staat wat hem toekomt ('ieder het zijne', is een definitie van rechtvaardigheid), maar dat betekent niet dat iedereen hetzelfde krijgt.
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart

Wat vindt de Stoa van de mensenrechten?

Zij vinden dat het niet de taak van de mens is om de wereld te hervormen en de inrichting van de geschiedenis te bepalen. De denkwijze van de Stoa bevestigd de menselijke waardigheid en de universele broederschap, maar deze beperken zich tot een innerlijke gezindheid en hebben geen invloed op structuren van het recht en de staat.

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo