Leesvragen

Bloedverwantschap: de betrekking die bestaat tussen personen die rechtstreeks van elkaar afstammen (rechte lijn), die een gemeenschappelijke stamvader/moeder hebben (zijlijn). Bijvoorbeeld: een grootvader die gemeenschappelijke stamvader is van zijn zoon en dochter. Ht gaat om een relatie binnen de familie. (blz 162). 

Aanverwantschap: ontstaan door huwelijk of geregistreerd partnerschap. De relatie tussen echtgenoot en de familieleden van de partner. Bijzonder is dat aanverwantschap blijft ontstaan ondanks dood of scheiding. Na scheiding van hun zoon en schoondochter, blijft de schoondochter aanverwant aan de familie. Blz. 163. 

Bij het vaststellen van de aantal graden moet altijd naar de gemeenschappelijke ouder worden teruggegaan (de stamouder). Hierdoor wordt de graad bepaald. Men telt de generaties vanaf de ene persoon tot de gemeenschappelijke stamouder in opwaartselijn. Vanaf daar naar beneden tot aan de bloedverwant met wie de graad van bloedverwantschap wordt gesteld. (blz. 163). 

De juridische oeder van een kind is de vrouw die het kind heeft gebaard of die het kind heeft geadopteerd. Dit betekent dat een kind altijd een moeder heeft met wie het een familierechtelijke betrekking heeft. De moeder kan het juridische moederschap alleen prijsgeven door haar kind af te staan ter adoptie. De draagmoeder is bij de geboorte van het kind de juridische moeder. Dit geldt ook als er sprake is geweest van embryodonatie, en de wensouders de genetische ouders zijn. De wensmoeder kan alleen door adoptie de juridische moeder worden. 

Het juridische ouderschap van de man ontstaat door: 
1. geboorte van het kind binnen het huwelijk van de man met de moeder van het kind. 
2. geboorte van het kind binnen 306 dagen na de dood van de man die met de moeder getrouwd was. 
3. erkenning
4. gerechtelijke vaststelling van het vaderschap door de moeder
5. adoptie

Wanneer de moeder de vader heeft bedrogen over de identiteit van de vader en het blijkt dat Y de biologische vader is, terwijl de moeder haar man had verteld dat dit X was. Dan kan de echtgenoot het vaderschap ontkennen. Het termijn voor het ontkennen van het vaderschap is een één jaar. 

Iemand kan zijn erkenning vernietigen als hij onder bedreiging heeft erkend. Dit is ook het geval als hij is bedrogen, bijv. over het feit dat hij de verwekker zou zijn van het kind. Diegene die is bedrogen of bedreigd, kan de erkenning vernietigen als hij niet de verwekker is. 

Adoptie kan worden herroepen door de rechtbank op verzoek van het geadopteerde kind, art. 1:231 BW. De herroeping moet niet eerder dan twee jaar, maar uiterlijk vijf jaar na meerderjarigheid worden verzocht. Verder moet de herroeping in het kennelijke belang van het kind zijn en de rechter moet zich overtuigen van de redelijkheid van het verzoek. De adoptieouder(s) is/zijn juridisch niet meer de ouder(s) en het juridisch ouderschap van de oorspronkelijke ouder(s) herleeft. 

Minderjarigen zijn volgens artikel 1:234 BW handelingsonbekwaam, tenzij zij met toestemming van de wettelijke vertegenwoordiger kan handelen. Dit betekent dat een minderjarige geen rechtshandelingen kan verrichten zonder toestemming van een ouder of voogd. Ouders of voogden hebben de mogelijkheid om een overeenkomt die zonder hun toestemming is gesloten, te vernietigen. De gevolgen van de overeenkomst moeten na vernietigen ongedaan worden gemaakt: goederen terug en geld terug. Op  het toestemmingsvereiste gelden twee uitzonderingen, namelijk als er sprake is van gebruikelijke rechtshandelingen of van rechtshandelingen die een minderjarige zelfstandig mag verrichten. 

Wanneer een moeder van een kind zelf minderjarig is, moet afzonderlijk over het gezag worden beslist. 
Bij twee mannen ontstaat er geen automatisch gezag over het kind, omdat er een derde (de moeder) in het spel is. 

Bij twee mannen kan er niet automatisch gezag verkregen worden over een kind, omdat er altijd een derde, juridische moeder, in het spel is, die gezag heeft over het kind. 

Sinds 1 januari 1998 hebben de ouders na echtscheiding het gezamenlijk gezag over hun kinderen (artikel 1:251 lid 2 BW). Dit noemt men voortgezet gezag na echtscheiding. Na ontbinding van een geregistreerd partnerschap en de beëindiging van het samenwonen blijft het gezamenlijke gezag ook bestaan.