Motivatie: de prikkel tot gedrag
21 belangrijke vragen over Motivatie: de prikkel tot gedrag
Op welke manieren kan er gereageerd worden op dissonantie?
- Verandering van eigen bijdragen
- Wijziging in opbrengst
- Heroverweging van de vergelijking
Noem de drie invalshoeken van waaruit de arbeidsmotivatie behandeld kan worden:
- Van binnenuit: Welke behoeften hebben mensen die ze in hun werk willen bevredigen, wat willen ze bereiken en wat jagen ze na? (inhoudstheorie)
- Vanuit het proces van gemotiveerd worden: Hoe raken mensen gemotiveerd, wat zijn de voorwaarden en omstandigheden waaronder de geboden behoefte bevrediging ook daadwerkelijk leidt tot een maximale inspanning? (procestheorie)
Leg de operante conditionering uit van Skinner.
- Soms bekrachtigen is goed, constant niet
- Straf werkt minder goed dan belonen
- Aangeleerd gedrag is lastig te stoppen
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden
Wat doet de social learning theorie van Bandura?
Wat doet de equity theorie (Adams)?
- De eigen inspanning en de opbrengsten daarvan.
- Kosten en opbrengsten van degene met wie vergeleken wordt.
Is er evenwicht dan is er billijkheid. Is er dissonantie dan is er onrechtvaardigheid. Mensen zijn zich voortdurend bewust van hun relatieve positie en zich er positief of negatief door laten motiveren. Niet de objectieve maar de subjectieve verschillen zijn van belang.
Wat doet de prestatiemotivatie volgens McClelland?
De hoge achievers geven voorkeur aan helder geformuleerde doelen met een gemiddelde moeilijkheidsgraad waaraan zij kunnen laten zien wat ze waard zijn.
De lage achievers hebben een voorkeur voor taken waarvan ze zeker weten dat ze ze aankunnen.
nAch (need for achievement)
Adams stelt (in zijn billijkheidstheorie) dat mensen voor zichzelf een vergelijking maken tussen hun persoonlijke investering in het werk (input) en wat ze ervoor terugkrijgen (output). Wat is het uitgangspunt van zijn Theorie, waar streven mensen naar?
Wat doet de verwachtingstheorie van Vroom ( Valance-Instrumentality-Expectancy theorie)? Welke 3 kenmerken heeft deze theorie (UHR).
3 kenmerken van doelen stellen:
1) Mensen streven met gedrag uitkomsten na waaraan waarde wordt toegekend
2) Handelswijze wordt daarop toegepast
3) Handelen leidt tot resultaten en vervolgens tot motivatie.
Wat doet de verwachtingstheorie? Vroom: de Valence-Instrumentality-Expectancy theorie
Hoe komt dit doel tot stand?
- Mensen streven met gedrag uitkomsten na waaraan zij een zekere waarde toekennen (valentie) bijv. nieuwe baan, hoger salaris.
- Ze kiezen vervolgens een handelswijze die naar hun idee bijdraagt aan het bereiken van het doel (instrumenteel) bijv. sollicitatiebrief of moeilijk werk tot een goed einde brengen.
- Wie verwacht dat zijn handelen zal leiden tot het gewenste resultaat is gemotiveerd actie te ondernemen en zal de nodige inspanning leveren.
Op welke min. 3 manieren kan de verwachtingstheorie ook helpen als een beloningssysteem niet tot het gewenste resultaat leidt?
2) Is de relatie tussen de geleverde prestatie en de beloning wel voor iedereen duidelijk?
3) Hebben mensen het gevoel dat zij de prestatie kunnen leveren of zijn er belemmeringen?
4) Is aan iedereen duidelijk welke prestatie er precies verlangt wordt?
5) Is ervoor gezorgd dat de beloning alleen te krijgen is als de prestatie geleverd wordt?
Er zijn drie soorten inhoudstheorieen mbt de totstandkoming van motivatie, welke?
2. Prestatiemotivatie (MC Clelland)
4. Fundamentele behoefte (Maslow)
Fundamentele behoeften (Maslow): alles kan worden teruggevoerd op vijf behoeftencategorieën:
1) Fysiologische behoeften: alle behoeften die te maken hebben met het in stand houden van het
biologisch organisme (voedsel, slaap ed.).
2) Behoefte aan zekerheid: een voorspelbare omgeving, orde rust, veiligheid en zekerheid.
3) Sociale behoeften: ergens bij willen horen.
4) Behoefte aan erkenning: aan respect en waardering van anderen voor wat je bent en kunt + zelfrespect.
5) Behoefte aan ontplooiing of zelfverwezenlijking: de behoefte zichzelf te ontwikkelen/ontplooien.
Wat doet de intrinsieke en extrinsieke motivatie vlg Herzberg?
Wat doet de prestatiemotivatie van McClelland?
nAch wordt vroeg in iemands opvoeding bepaalt en verschilt per cultuur.
Kritiek: te veel onderzoek, onduidelijk wat wel en niet klopt.
We worden niet alleen gedreven door nAch.
Welke algemene conclusies zijn er gemaakt naar onderzoek van prestatiemotivatie? Min. 3.
2. Mensen checken toch of beloning wel in verhouding tot geleverde inspanning staat
3. Het prestatiemotief is een belangrijke drijfveer in de arbeidssituatie
4. De verschillen daarin tussen mensen beïnvloeden ook ongetwijfeld wat zij prettig of vervelend vinden in hun werk en-/of motivatie.
5. Als de match niet goed is, heeft dit gevolgen voor beide (organisatie en mens)
Wat doet de instrinsieke en extrinsieke motivatie?
Alderfer erkend 3 categorieën van behoeften, welke? (ERG)
2) Relatedness needs ( sociale behoeften)
3) Growth needs (ontwikkeling, ontplooiing)
McClelland wil met zijn theorie over Prestatiemotivatie weten wat mensen beweegt in zich in te zetten. Hij maakte onderscheid van 3 soorten needs:
Need for power (nPow)
Need for affiliation (nAff)
Wat doet de lage nAch als die optie niet aanwezig is om een taak te kiezen die hij makkelijk aankan?
Wat is het verschil tussen procestheorieën en inhoudstheorieën?
Inhoudstheorieën gaat om de verschillen tussen mensen. Zij verschillen in wat hen beweegt en aanzet tot handelen Zij verschillen dus ook in wat voor hen een ideale werksituatie is
Welke 2 algemene conclusies staan er aan het eind van dit hoofdstuk?
2. Motivatie is geen simpele zaak. Voortdurend moet men kijken of de beloningen in verhouding staan met inspanning, wat anderen krijgen, of het heldere en haalbare doelen zijn en we hebben verwachtingen over prestatie en beloningen
De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden