Hill, M and Barnes, K (2017). Limitations on Freedom of Religion and Belief in the Jurisprudence of the European Court of Human Rights in the Quarter Century since its Judgment in Kokkinakis v. Greece

5 belangrijke vragen over Hill, M and Barnes, K (2017). Limitations on Freedom of Religion and Belief in the Jurisprudence of the European Court of Human Rights in the Quarter Century since its Judgment in Kokkinakis v. Greece

Welk onderscheid dient er gemaakt te worden in het kader van lid 2 van art 9 EVRM?

Er dient onderscheid gemaakt te worden tussen het interne en externe aspect. Het interne aspect op het recht van vrijheid van gedachte, geweten, en religie is een absoluut recht en mag niet beperkt worden. Het externe aspect op het recht op de manifestatie van een religie of overtuiging mag daarentegen wel worden beperkt ogv lid 2 van art 9 EVRM.

Welke voorwaarden stelt het EHRM aan 'voorzien bij wet' van een inbreuk/beperking?

1. De grondslag voor de inbreuk moet in nationale wetgeving zijn vastgelegd
2. De grondslag voor de inbreuk moet voldoende toegankelijk en dus kenbaar zijn
3. De grondslag voor de inbreuk moet met voldoende nauwkeurigheid geformuleerd zijn om de burger in staat te stellen zijn gedrag te reguleren en dus voorzienbaar zijn
4. De grondslag voor de inbreuk mag niet arbitrair worden toegepast

Hoe staat art 9 EVRM tegenover de margin of appreciation?

Met betrekking tot artikel 9 EVRM wordt vaak een ruime margin of appreciation aan de nationale autoriteiten gelaten, omdat religie een onderwerp is waar de meningen sterk over kunnen verschillen van staat tot staat. Er bestaat immers geen Europese consensus over de betekenis van religie in de samenleving. In minder controversiële zaken is het EHRM wel bereid gebleken een schending op artikel 9 EVRM te constateren, ondanks een uitdrukkelijk ruime margin of appreciation.
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart

Hoe ziet de werking eruit van de margin of appreciation met betrekking religieuze kledij en symbolen?

De toepassing van de margin of appreciation met betrekking tot religieuze kledij en symbolen heeft een tweeledige werking. Enerzijds wordt in sommige gevallen het secularisme streng gehandhaafd (waardoor het dus verboden is om religieuze kledij te dragen en religieuze symbolen te tonen in het openbaar), en anderzijds worden in andere gevallen gevestigde religies gehandhaafd (waardoor het dus toegestaan is om religieuze kledij te dragen en religieuze symbolen te tonen in het openbaar).

Op welke manier geeft EHRM S.A.S. vs Frankrijk een voorbeeld van de eerste situatie mbt de invloed van het verbod?

Anderzijds achtte het EHRM het relevant dat het verbod geen invloed had op de vrijheid om andere religieuze kleding te dragen die het gezicht niet bedekte en dat de maximale strafrechtelijke sanctie die werd opgelegd voor het overtreden van de wet minimaal was. Niettemin kwam het EHRM tot de conclusie dat de maatregel het legitiem doel diende om 'een principe van interactie tussen individuen te beschermen, wat volgens haar essentieel is voor de uitdrukking van niet alleen pluralisme, maar ook van tolerantie en ruimdenkendheid zonder welke er geen democratische samenleving is '.

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo