D. van Mill – Freedom of speech

11 belangrijke vragen over D. van Mill – Freedom of speech

Om welke reden wordt de vrijheid van meningsuiting in elke samenleving wel beperkt?

Het staat vast dat de vrijheid van meningsuiting moet worden beperkt op een zeker punt. In bijna elke samenleving wordt de vrijheid van meningsuiting beperkt, omdat het altijd afgezet dient te worden tegen andere tegengestelde belangen. Het is dus correct dat Fish stelt dat er vrijheid van meningsuiting in absolute zin niet bestaat.

Om welke reden worden er beperkingsgronden voor vrijheid van meningsuiting gegeven in veel internationale mensenrechtendocumenten?

In veel internationale mensenrechtendocumenten wordt de vrijheid van meningsuiting genoemd en beschermd, maar er worden ook beperkingsgronden verbonden aan de vrijheid omdat bepaalde uitingen ook schade of aanstoot kunnen veroorzaken.

Welke botsing suggereert Mill?

John Stuart Mill suggereert dat er sprake is van een botsing tussen de belangen van gezag/autoriteit en vrijheid. Hij stelt dat er geen sprake kan zijn van vrijheid, zonder dat er sprake is van gezag/autoriteit. Dus gezag/autoriteit is nodig voor vrijheid. Het is daarom belangrijk dat beslist wordt hoeveel waarde toegekend wordt aan de vrijheid van meningsuiting in relatie tot andere waarden. Het is namelijk niet inherent aan de vrijheid van meningsuiting dat het altijd zal winnen van andere vrijheden.
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart

Welke invloed heeft een mogelijke sanctie in dit geval?

Een meer overtuigende analyse suggereert dat de dreiging van een sanctie het moeilijker en mogelijk duurder maakt om onze vrijheid van meningsuiting uit te oefenen.

Wat is de reacties op het schadebeginsel?

De ene is dat het schadebeginsel te smal is en de andere is dat het te breed is

Waarom wordt de reactie dat het beginsel te breed is niet vaak uitgedrukt?

Deze laatste opvatting wordt niet vaak uitgedrukt omdat, de meeste mensen denken dat de vrijheid van meningsuiting moet worden beperkt als het onwettige schade veroorzaakt

Om welke reden is het aanstootbeginsel moeilijk toe te passen?

Het aanstootbeginsel is echter moeilijk toe te passen omdat sommige mensen aanstoot nemen door een overdreven gevoelige instelling of vanwege onverdraagzaamheid en ongerechtvaardigde vooroordelen. Een ander probleem is dat sommige mensen diep beledigd kunnen zijn door uitspraken die anderen amusant vinden. Ondanks de moeilijkheid om een dergelijke norm toe te passen, wordt het aanstootbeginsel op grote schaal toegepast in liberale democratieën, waardoor burgers worden gestraft terwijl zij voor diezelfde uiting in het kader van het schadebeginsel niet gestraft zouden worden.

Met welke factoren moet er volgens Feinberg rekening gehouden worden bij de beslissing of een uiting kan worden beperkt door het aanstootbeginsel?

Feinberg suggereert dat met veel factoren rekening moet worden gehouden bij de beslissing of een uiting kan worden beperkt door het aanstootbeginsel. Deze factoren zijn: de omvang, duur en sociale waarde van de aanstoot, de vermijdbaarheid van de aanstoot, de motieven van de uiter, het aantal mensen dat aantoot neemt, de intensiteit van de aanstoot en het algemeen belang van de gemeenschap.

Ondersteunen liberale democratieën juist het schadebeginsel of het aanstootbeginsel?

Zeer weinig of geen liberale democratieën zullen bereid zijn om de opvatting van Mill te ondersteunen dat meningsuiting alleen mag worden verboden als de uiting directe schade toebrengt aan rechten van derden (het schadebeginsel). De meeste liberale democratieën ondersteunen daarentegen een vorm van het aanstootbeginsel van Feinberg

Welke opvatting hebben sommige liberale filosofen?

Sommige liberale filosofen zijn echter bereid om het domein van staatsinmenging zelfs verder uit te breiden en beweren dat hate speech verboden moet worden, zelfs als het geen schade of onvermijdbare aanstoot veroorzaakt, omdat het niet in overeenstemming is met de onderliggende waarden van de liberale democratie om sommige burgers als minderwaardig te beschouwen (op grond van ras, religie, geslacht of seksuele geaardheid). Hetzelfde geldt voor pornografie: het moet worden voorkomen/verboden, omdat het onverenigbaar is met democratisch burgerschap om vrouwen af te schilderen als onderdanige seksuele objecten, die ervan genieten gewelddadig mishandeld te worden.

Welk onderscheid moeten we maken tussen sancties bij het schadebeginsel?

Het schadebeginsel suggereert dat we onderscheid moeten maken tussen juridische sancties en sociale afkeuring als middel om uitingen te beperken. Zoals reeds opgemerkt, verbiedt sociale afkeuring de uiting niet, maar het maakt het ongemakkelijker om impopulaire uitspraken te doen. Mill lijkt het opleggen van wettelijke sancties niet te ondersteunen, tenzij deze worden bestraft met het schadebeginsel. Zoals men zou verwachten, lijkt hij zich ook zorgen te maken over het gebruik van sociale druk als middel om spraak te beperken

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo