Startpagina / Samenvattingen / Metabolisme 2 / membraan-moleculen-gradient

Voeding en digestie - Vertering koolhydraat, eiwit en vet - Transporters

5 belangrijke vragen over Voeding en digestie - Vertering koolhydraat, eiwit en vet - Transporters

Geef aan welke moleculen wel/niet door het membraan kunnen diffunderen

Hydrofobe moleculen kunnen zo door het membraan (O2, CO2, N2, steroid hormonen)
Kleine ongeladen polaire moleculen kunnen voor een klein deel door het membraan (H2O, urea, glycerol, NH2)
Grote ongeladen polaire moleculen kunnen voor een heel klein deel door het membraan (glucose, sucrose)
Ionen kunnen het membraan niet passeren

Noem de 2 belangrijke groepen membraantransport eiwitten

Transporters en kanalen
Transport via kanalen is een stuk sneller, actief transport kan alleen via transporters

Wat is de drijvende kracht achter een molecuul?

Dit is de elektrochemische gradiënt. Deze bestaat uit het elektrisch gradiënt en het concentratie gradiënt
Bijna alle plasmamembranen hebben een elektrisch potentiaal, de binnenkant is - t.o.v de buitenkant

Wat zijn de 3 manieren van actief transport?

1. Via coupled transporters. Hierbij wordt de energie die opgeslagen zit in het concentratiegradiënt gebruikt voor transport tegen het gradiënt in
2. ATP-gedreven pompen. Hydrolyse van ATP levert energie voor actief transport
3. Licht- of redox-gedreven pompen. Transport tegen gradiënt in wordt gekoppeld aan de input van energie van licht/redoxreacties, een voorbeeld is cytochroom c oxidase

Er zijn 2 manieren waarop de pH geregeld wordt in een cel, welke?

1. Direct H+ transport
2. HCO3- wordt de cel in gebracht om de H+ te neutraliseren (HCO3- + H+ -> H2O + CO2)

De H+ komt de cel in via lekkage of het is geproduceerd in de cel

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

Metabolisme 2

Bekijk samenvatting