Startpagina / Samenvattingen / Metabolisme / glycogeen-glucose-lever

Koolhydratenmetabolisme - Glycogeenmetabolisme

5 belangrijke vragen over Koolhydratenmetabolisme - Glycogeenmetabolisme

Waarvoor dienen glycogenolyse en gluconeogenese?

Beide zijn een middel om de lever tussen de maaltijden en in de gevaste toestand voldoende glucose aan de bloedbaan te laten afgeven.

Anders zouden de hersenen alle aanwezige glucose gebruiken en dit zou leiden tot een te grote daling van de bloedglucoseconcentratie (hypoglykemie).

Glycogenolyse en gluconeogenese leiden in de levert tot glucosemobilisatie.

Op welke manier is glycogeen in het lichaam opgeslagen?

Het lichaam van een volwassene bevat in de gevoede en uitgeruste toestand 250 - 350 gram glycogeen.

Dit ligt voor 2/3 opgeslagen in de dwarsgestreepte spieren en voor 1/3 in de lever.

De spieren beheren glycogeen voor eigen gebruik.
De lever breekt glycogeenreserves tussen de maaltijden af om de glykemie zo constant mogelijk te houden. en daardoor glucose te leveren voor verbruik in vooral de hersenen.

Waarom is glucose een belangrijke energiebron bij inspanning?

Omdat het zonder zuurstof (anaeroob) verbrand kan worden.

Omdat glucose niet verder wordt afgebroken dan tot lactaat (melkzuur), kan verzuring ontstaan. Verzuring voelt als spierpijn.

De voorraad koolhydraat in de vorm van glycogeen in het lichaam is beperkt. Bij langdurige inspanning moet het lichaam daarom al snel vetten gaan gebruiken.

Direct na de inspanning is het goed om goed verteerbare koolhydraatrijke producten te eten om de glycogeenvoorraden in de spieren weer op peil te brengen.

Wat doet glycogenolyse voor de skeletspieren en hartspier?

Een systeem dat ervoor zorgt dat de glycolytische metabolieten op peil blijven tijdens mechanische arbeid.

Er wordt veel ATP verbruikt en er zal nieuwe glucose moeten worden gevonden, door opnamen uit de bloedbaan, of uit eigen voorraad (glycogeen).

Door de intense glycolyse ontstaat melkzuur / lactaat. Dit is afval voor de spieren en wordt opgenomen in het bloed.
De lever zal dit metabole afval recyclen tot glucose (gluconeogenese) en weer in de bloedbaan brengen.

Dit wordt de cori-cyclus genoemd.

Hoe werkt de afbraak van glycogeen?

Na lange arbeid in de gevast lever en in een spier is de glycogeenvoorraad met 90% ingekrompen. Niet omdat het aantal glycogeenmoleculen is verminderd maar omdat de grootte per molecuul afneemt.

Het aantal glyogeninemoleculen per cel bepaalt het aantal glycogeenmoleculen.

Volledig opgebouwd glycogeen bevat diverse lagen die laag voor laag worden verwijderd tot een minimale suikerstructuur rond glycogenine is bereikt. Deze wordt niet verder afgebroken maar wacht als primer voor de heropbouw.

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

Metabolisme | 9789031382248 | Schuit, et al

Bekijk samenvatting