Startpagina / Samenvattingen / Meten en Diagnostiek 2 / correlaties-effect-voorspeld

Schatting en evaluatie convergent/discriminerende validiteitsbewijzen

Q: Er zijn 7 factoren die van invloed zijn op de validiteitscoefficient, zoals beperkt bereik. Licht toe wat hiermee bedoelt wordt en wat het verschil is tussen plafond en vloer effect

Beperkt bereik = beperking van de spreiding. Skewness = scheefheid (zie foto). - Plafond effect (ceiling effect): misschien staat een test niet toe om hoger dan bijvoorbeeld 100 te scoren. Als we het hebben over mentale gezondheid, kan het zo zijn dat heel veel mensen 100 scoren omdat ze niet hoger dan dat kunnen scoren. - Vloer effect (floor/bodem effect): als het bijvoorbeeld niet mogelijk is om lager te scoren dan 0.

5 belangrijke vragen over Schatting en evaluatie convergent/discriminerende validiteitsbewijzen

Wat is het doel van een multitraid multimethod matrix? Hoe gebeurt dit?

Doel = Het doel van een multitrait-multimethod matrix is om duidelijke richtlijnen op te stellen voor het beoordelen van convergente en discriminerende validiteit. Het is ontworpen om inzicht te geven in eigenschapsvariantie, methodevariantie, en validiteit te construeren en onderzoekers te begeleiden bij hun interpretaties. Dit gebeurt door het evalueren van twee bronnen van varianties (eigenschapsvariantie en methodevariantie) die de correlaties tussen twee metingen kunnen beïnvloeden.

Aanvullend hebben we ook nog validity diagonals. Wat houdt dit in en wat is een nadeel?

Validity diagonals = dezelfde trait met verschillende methodes. Het gaat om dezelfde variabelen dus ze zouden hoog met elkaar moeten samenhangen. Als deze correlaties te laag uitpakken dan zou dat indicatief kunnen zijn voor: misschien is er sprake van method variantie. Dus misschien moeten we rekening houden met het feit dat methodes een belangrijke bron is van samenhang.
Groot nadeel = het vereist een grote steekproef.

Er zijn 3 soorten resultaten verkregen bij het kwantificeren van construct-validiteitsanalyse die elkaar aanvullen: welke zijn dit? Licht toe

1. Twee effectgroottes die de mate van 'fit' tussen het werkelijke correlatiepatroon en het voorspelde correlatiepatroon weergeven.
2. Grote positieve effectgroottes geven aan dat het werkelijke patroon van convergente en discriminerende correlaties nauw aansluit bij het patroon van correlaties dat op basis van de conceptuele betekenis van de te beoordelen constructen wordt voorspeld.
3. Statistische significantie, dat aangeeft of de mate van 'fit' tussen werkelijke en voorspelde correlaties toevallig is ontstaan.

--> Door gebruik te maken van kwantificerende construct-validiteitsanalyse hopen we grote waarden van effect groottes en een statistisch significant resultaat te vinden.

Er zijn 7 factoren die van invloed zijn op de validiteitscoëfficiënt, welke zijn dit?

- Associaties tussen constructen
- Meetfout en betrouwbaarheid
- Beperkt bereik (restrictie van spreiding0
- scheve en relatieve verhoudingen
- Methodevariantie (MTMM)
- Tijdsinterval tussen metingen
- Voorspellingen van afzonderlijke gebeurtenissen

Er zijn 7 factoren die van invloed zijn op de validiteitscoefficient, zoals beperkt bereik. Licht toe wat hiermee bedoelt wordt en wat het verschil is tussen plafond en vloer effect

Beperkt bereik = beperking van de spreiding. Skewness = scheefheid (zie foto).

- Plafond effect (ceiling effect): misschien staat een test niet toe om hoger dan bijvoorbeeld
100 te scoren. Als we het hebben over mentale gezondheid, kan het zo zijn dat heel veel
mensen 100 scoren omdat ze niet hoger dan dat kunnen scoren.
- Vloer effect (floor/bodem effect): als het bijvoorbeeld niet mogelijk is om lager te scoren
dan 0.

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

Meten en Diagnostiek 2

Bekijk samenvatting

Een unieke studie- en oefentool
Nooit meer iets twee keer studeren
Haal de cijfers waar je op hoopt
100% zeker alles onthouden

Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.

Onderwerpen die gerelateerd zijn aan Schatting en evaluatie convergent/discriminerende validiteitsbewijzen

Studiemateriaal generieke omslagafbeelding