Startpagina / Samenvattingen / Meten en Diagnostiek 2 / factoren-rotatie-item

Testdimensionaliteit en factoranalyse - Factoren en item factor associaties

4 belangrijke vragen over Testdimensionaliteit en factoranalyse - Factoren en item factor associaties

Wanneer we in een statistisch programma kiezen voor een oblique rotatie, krijgen we twee coefficienten. Licht toe

Patrooncoëfficiënten = Geeft de mate aan waarin een item geassocieerd is met een factor. Het zijn gestandaardiseerde regressiegewichten die worden geproduceerd door een regressieanalyse. De respons van de respondenten op een item wordt voorspeld op basis van hun niveau van onderliggende factoren.

Structuurcoëfficiënten = Dit zijn correlaties tussen de itemreacties van de respondenten en hun niveau van onderliggende factoren.

Als er aanwijzingen zijn dat een schaal multidimensionaal is, "roteren" we meestal de factoren. Dit wordt gedaan om de psychologische betekenis van de factoren te verduidelijken. Er zijn twee algemene soorten rotatie met verschillende implicaties voor de potentiële associaties tussen de factoren: Leg het verschil uit tussen orthogonale rotatie versus oblique rotatie

Orthogonale rotatie = genereert factoren die niet gecorreleerd (of "orthogonaal") zijn aan elkaar

Oblique rotatie = genereert factoren die gecorreleerd kunnen zijn.

Wanneer treeft eenvoudige structuur op?

Eenvoudige structuur = treedt op wanneer elk item sterk verbonden is met (slechts) 1 factor. Eenvoudige structuur is belangrijk in de psychometrie en het schaalgebruik: het laat zien welke items samen gescoord moeten worden