Startpagina / Samenvattingen / Meten en Diagnostiek 2 / scores-variabiliteit-verdeling

Individuele verschillen en correlaties

Q: Psychologische meting berust op de veronderstelling dat mensen verschillen in hun gedrag of andere psychologische kenmerken. Leg het verschil uit tussen interindividuele en intra individuele verschillen

Interindividuele verschillen = psychologische verschil tussen mensen Intra-individuele verschillen = alleen het individu zelf begrijpen

Q: Waarom hebben we variantie en covariantie nodig? Licht toe

Varantie nodig = om variabiliteit of individuele verschillen in een verdeling of set van scores te kwantificeren. Covariantie nodig = om te kwantificeren in hoeverre variabiliteit in een bepaalde set van scores samenhangt met variabiliteit in een andere set van scores.

Q: Bij het denken over de associatie tussen variabelen, wat is dan een ander concept om rekening mee te houden?

De consistentie = We kunnen een sterke associatie tussen twee variabelen interpreteren als een bewijs dat individuele verschillen consistent zijn over de twee variabelen heen. Zo zouden we bijvoorbeeld geen verband kunnen vinden tussen iemands schoenmaat en GPA. We vinden dus net zo makkelijk een persoon met grote schoenen en een hoge GPA als een persoon met kleine schoenen en een hoge GPA. Sterke associaties duiden op een hoge mate van consistentie tussen twee variabelen en zwakke associaties duiden op inconsistentie.

Q: Genormaliseerde scores (z-scores) zijn nodig om scores tussen testen te kunnen vergelijken waarvan een van de tests scheef verdeeld is. Wat is het verschil met een z score?

Verschil met z-score = bij een z-score is het een normaal verdeling, bij een genormaliseerde z-score is het een scheve verdeling. Een z-score is lineair omdat je die direct berekend vanaf je ruwe data, gestandaardiseerde z-score is niet lineair omdat je werkt met percentielscores.

10 belangrijke vragen over Individuele verschillen en correlaties

Psychologische meting berust op de veronderstelling dat mensen verschillen in hun gedrag of andere psychologische kenmerken. Leg het verschil uit tussen interindividuele en intra individuele verschillen

Interindividuele verschillen = psychologische verschil tussen mensen
Intra-individuele verschillen = alleen het individu zelf begrijpen

Waarom hebben we variantie en covariantie nodig? Licht toe

Varantie nodig = om variabiliteit of individuele verschillen in een verdeling of set van scores te kwantificeren.

Covariantie nodig = om te kwantificeren in hoeverre variabiliteit in een bepaalde set van scores samenhangt met variabiliteit in een andere set van scores.

Wat is het probleem van psychologische variabele

Onbekende meeteenheden

. Een belangrijk doel van de statistiek is om een verdeling van de scores op een zinvolle manier te beschrijven. Hiervoor kunnen minstens drie soorten informatie worden gebruikt: centrale tendens, variabiliteit en vorm. Wat wordt bedoelt met centrale tendens en de variabliteit?

Centrale tendens = Het gemiddelde. Het gemiddelde x is een waarde die de "typische" score in een verdeling van de scores weergeeft.

Variabiliteit = Een meting is alleen nuttig wanneer deze gevoelig is voor zinvolle psychologische variabiliteit door de verschillen in de psychologische eigenschappen van mensen weer te geven.

- De variantie en de standaardafwijking geven de variabiliteit weer als de mate waarin de scores in een verdeling afwijken van het gemiddelde van de verdeling. De variantie wordt berekend uit de scores die afwijken van het gemiddelde.

De groote van de variabiliteit (en dus de grootte van de SD) wordt bepaald door twee factoren. Welke zijn dit?

1. De mate waarin de scores in een verdeling van elkaar verschillen - een grotere variantie (en standaardafwijking) duidt op een grotere variabiliteit binnen een verdeling
2. De metriek van de scores op de verdeling

Wat is covariabliteit? Er zijn twee soorten informatie waarin we geïnteresseerd zijn bij het interpreteren van de associatie tussen twee variabelen, licht toe

Covariabaliteit = Covariabiliteit is de mate waarin twee verdelingen van scores op een overeenkomstige manier variëren (bv. het onderzoeken van de mogelijkheid dat variabiliteit in IQ-scores geassocieerd wordt met variabiliteit in een andere test).

Er zijn twee soorten informatie waarin we geïnteresseerd zijn bij het interpreteren van de associatie tussen twee variabelen:
1. De richting van de associatie (bv. krijgen mensen die relatief hoog scoren op de ene variabele de neiging om relatief hoog te scoren op de andere?)
2. De omvang of associatie (bv. zijn twee variabelen sterk of slechts zwak met elkaar verbonden?).

Bij het denken over de associatie tussen variabelen, wat is dan een ander concept om rekening mee te houden?

De consistentie = We kunnen een sterke associatie tussen twee variabelen interpreteren als een bewijs dat individuele verschillen consistent zijn over de twee variabelen heen. Zo zouden we bijvoorbeeld geen verband kunnen vinden tussen iemands schoenmaat en GPA. We vinden dus net zo makkelijk een persoon met grote schoenen en een hoge GPA als een persoon met kleine schoenen en een hoge GPA. Sterke associaties duiden op een hoge mate van consistentie tussen twee variabelen en zwakke associaties duiden op inconsistentie.

Hoe wordt covariantie berekend? Wat geeft de covariantie weer? Het berekenen van de covariantie tussen twee verdelingen van de scores is een drie-staps proces, licht toe

Covariantie wordt berekend uit de variabiliteit tussen de scores in twee verschillende verdelingen. De covariantie geeft de mate van associatie weer tussen de variabiliteit in de twee verdelingen van de scores.

Het berekenen van de covariantie tussen twee verdelingen van de scores is een drie-staps proces:
1. Bereken de afwijking van elke score ten opzichte van het gemiddelde van de verdeling.
2. De "cross-products" van deze deviatiescores worden berekend door de twee deviatiescores van elk individu te vermenigvuldigen.
3. Het gemiddelde van de cross-products wordt berekend.

Als we kijken nar de variant en covariantie voor samengestelde variabelen, wat kunnen we dan daarover zeggen?

Antwoorden op vragen in een psychologische test worden meestal opgeteld of het gemiddelde wordt genomen om een samengestelde score te vormen. De variantie van een samengestelde score kan worden berekend op de manier die eerder al is uitgelegd. Het is belangrijk om te beseffen dat deze variantie wordt bepaald door de variabiliteit van elk item binnen de samengestelde score, samen met de correlaties tussen de items.

Genormaliseerde scores (z-scores) zijn nodig om scores tussen testen te kunnen vergelijken waarvan een van de tests scheef verdeeld is. Wat is het verschil met een z score?

Verschil met z-score = bij een z-score is het een normaal verdeling, bij een genormaliseerde z-score is het een scheve verdeling. Een z-score is lineair omdat je die direct berekend vanaf je ruwe data, gestandaardiseerde z-score is niet lineair omdat je werkt met percentielscores.

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

Meten en Diagnostiek 2

Bekijk samenvatting

Een unieke studie- en oefentool
Nooit meer iets twee keer studeren
Haal de cijfers waar je op hoopt
100% zeker alles onthouden

Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.

Studiemateriaal generieke omslagafbeelding

Individuele verschillen en correlaties

10 belangrijke vragen over Individuele verschillen en correlaties

Psychologische meting berust op de veronderstelling dat mensen verschillen in hun gedrag of andere psychologische kenmerken. Leg het verschil uit tussen interindividuele en intra individuele verschillen

Waarom hebben we variantie en covariantie nodig? Licht toe

Wat is het probleem van psychologische variabele

. Een belangrijk doel van de statistiek is om een verdeling van de scores op een zinvolle manier te beschrijven. Hiervoor kunnen minstens drie soorten informatie worden gebruikt: centrale tendens, variabiliteit en vorm. Wat wordt bedoelt met centrale tendens en de variabliteit?

De groote van de variabiliteit (en dus de grootte van de SD) wordt bepaald door twee factoren. Welke zijn dit?

Wat is covariabliteit? Er zijn twee soorten informatie waarin we geïnteresseerd zijn bij het interpreteren van de associatie tussen twee variabelen, licht toe

Bij het denken over de associatie tussen variabelen, wat is dan een ander concept om rekening mee te houden?

Hoe wordt covariantie berekend? Wat geeft de covariantie weer? Het berekenen van de covariantie tussen twee verdelingen van de scores is een drie-staps proces, licht toe

Als we kijken nar de variant en covariantie voor samengestelde variabelen, wat kunnen we dan daarover zeggen?

Genormaliseerde scores (z-scores) zijn nodig om scores tussen testen te kunnen vergelijken waarvan een van de tests scheef verdeeld is. Wat is het verschil met een z score?

Samenvattingen die gerelateerd zijn aan Schaalverdeling

Meten en Diagnostiek 2

Psychologische diagnostiek in de gezondheids…

Wat is wetenschap? een filosofische inleidin…

Neuropsychologie

Biologische en cognitieve psychologie deel 1

Arbeid & organisatiepsychologie deel 1

Biologische en cognitieve psychologie deel 2

Arbeid & organisatiepsychologie deel 2

Sociale Psychologie

Vorm en functie

Vorm en functie DT2

Samenspel van Genen en Omgeving