Kwalitatief onderzoek II: kwalitatieve databronnen
14 belangrijke vragen over Kwalitatief onderzoek II: kwalitatieve databronnen
Basisprincipes voor uitvoeren kwalitatieve analyse
2. Systematisch: coderen gebeurt altijd systematisch, maar niet volgens één vaste manier. Je moet nog steeds open staan voor andere invalshoeken.
3. Reflexief: memo's schrijven. Deze maken ook deel uit van je uiteindelijke data-analyse, zo is te reconstrueren hoe je je proces hebt gedaan.
4. Constante vergelijking: codes en categorieën constant met elkaar vergelijken.
5. Eclectisch: er is geen standaardprocedure.
6. Intellectueel vakmanschap: kwalitatief onderzoek vereist kennis en kunde.
Wat houdt een etnografische studie precies in?
Dit alles gebeurt in een natuurlijke en dus betekenisvolle setting.
Twee strategieën voor het analyseren
∞Vanuit theorie
∞Vanuit lijst met codes
∞Theoretische kader
∞Risico: geen oog voor nieuwe informatie, te star
∞ Oplossing: codelijst aanpassen indien nodig
·Inductief: gefundeerde theorie benadering (beter passend bij kwalitatief onderzoek) - GT
∞Vanuit data
∞Open en vervolgens axiaal coderen
*Theoretische sensitiviteit
∞ Risico: data-overload, geen systematiek
∞ Oplossing: richtinggevend schema aanbevolen: een tussenpositie. Niet helemaal deductief en niet helemaal inductief.
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden
Wat wordt bedoeld met een 'thick description'?
Wat zijn redenen om te kiezen voor participerende observaties?
- Discrepantie binnen bestaande kennis
- Deviante en verborgen groepen
- Gedetailleerde informatie nodig/ontdekken
- Kleine onderzoeksgroepen
Wat zijn de vier verschillende soorten rollen die een onderzoeker op zich kan nemen gedurende een participerende observatie?
2) Participant als observator - meedoen met het dagelijks leven, maar de onderzoeksgroep is op de hoogte van de functie van observator
3) Observator als participant - observeren, maar wel binnen de groep.
3) Volledig observator - geen interactie met de onderzoeksgroep
Deze methoden zijn flexibel gedurende de loop van het onderzoek!
Noem de drie voordelen van etnografisch onderzoek?
+ Diepgaande informatie
+ Validiteit
Noem drie nadelen van etnografisch onderzoek?
- Zeer intensief/tijdrovend
- Alleen mogelijk voor kleine populaties
- Beperkt generaliseerbaar
Selectief/theoretisch coderen
- Integratie: definitieve codering van het materiaal, hierbij gaat het om het uitwerken van de theorie. Dit doe je door middel van een literatuurstudie. Je stopt met deze fase wanneer je theoretisch verzadigd bent.
Hulpmiddelen bij selectief/theoretisch coderen
- Fasemodellen om processen te beschrijven
- Datamatrix om typologie weer te geven
* Datamatrix op basis van individuele gevallen: reductie data en creëren totaal overzicht. Twee varianten: frequentie en inhoudelijk. Je zet hierbij de respondenten op de verticale as en centrale theoretische concepten op horizontale as.
* Datamatrix op thema: hierbij maak je per thema/variabele een schema. Je vult de individuele gevallen met alle relevante citaten in. Twee functies: loskoppelen van de individuele context en tussenstap naar eindrapportage (het is basismateriaal voor de eindrapportage). Je moet datareductie toepassen.
Wat is een discoursanalyse/een kritische inhoudsanalyse?
Noem 3 voordelen en een nadeel aan de inhoudsanalyse
+ Veel data
+ Zowel kwalitatief als kwantitatief onderzoek en resultaten
- Alleen inzicht in de idealen en ideeën van mensen. Niet over het dagelijks leven/wat ze doen.
Noem drie voordelen van onderzoek via het internet
+ Veel data
+ Gemakkelijke toegang
Noem vier nadelen van onderzoek via internet
- Non-verbaal gedrag valt weg
- Moeilijk om de juiste 'interview-sfeer' te creëren
- Fora vs focusgroepen -> er is minder interactieve discussie
De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden