Regressie analyse

10 belangrijke vragen over Regressie analyse

Hoe kan je nominale variabelen toch opnemen in een regressieanalyse? Noem twee mogelijkheden

1) Dit kan wanneer er slechts twee categorieën worden opgenomen/vergeleken
2) Het aanmaken van Dummy-variabelen -  aparte variabelen voor iedere categorie aangegeven met o of 1.
Vervolgens worden de dummy-variabelen vergeleken met de referentiecategorie. Dat betekent dat je N-1(de referentiecategorie) dummies nodig hebt.

Wat wordt bedoeld met de onafhankelijkheid van residuen?

De residuen moeten onafhankelijk zijn, anders is er sprake van autocorrelatie

Wanneer deze waarden afhankelijk zijn kan er bijv bij tijd-variabelen een probleem ontstaan en zo ontstaat er een onderschatting van de standaardfout.

Dit kan gecontroleerd worden aan de hand van de Durbin-Watson test. Wanneer deze <1 of >3 kan sprake zijn van autocorrelatie.

Wat wordt bedoeld met de homoscedasticiteit van de residuen?

De verdeling van de residuen moet random zijn. Wanneer dit niet het geval is is er dus sprake van heteroscedasticiteit en dit betekent dat het model beter voorspelt voor sommige waardes van Y dan andere.
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart

Wat wordt bedoeld met multicollineariteit van residuen?

Hier is het van belang dat er wordt gekeken naar de vraag of bepaalde prediceren/voorspellers niet te veel op elkaar lijken. Als dit wel zo is meten ze min of meer hetzelfde is het dus lastig om verschillende effecten te schatten.

Typen effecten in regressieanalyse

Regressiecoëfficiënten kunnen veranderen wanneer er een extra X wordt toegevoegd (X'en hangen onderling ook samen). 5 typen effecten:
- Direct
- Indirect
- Spurieus
- Suppressor
- Interactie

Wat houdt een direct effect in?

X1, X2, X3 (Enz) hebben directe invloed op Y.
Dit kan je terugvinden in de data bij het laatste model.

Wat houdt een indirect effect in?

X1 hangt samen met Y, maar ook met X2. X1 is de directe oorzaak van X2, en X2 is de directe oorzaak van Y. Dat maakt X1 de indirecte oorzaak van Y.
Dit is terug te vinden wanneer sign X1 verander na toevoeging van X2.

Wat houdt een spurieus effect in?

X1 hangt samen met X2, maar X1 is niet de oorzaak van X2. X2 hangt direct samen met Y, maar X1 hangt hier dus niet mee samen.
Dit is terug te vinden wanneer sign x1 veranderd na toevoeging van X2 maar er geen theoretische basis is te vinden voor een dergelijk verband (te gek)

Wat houdt een suppressor effect in?

X1 lijkt geen effect te hebben op Y. Totdat X2 wordt toegevoegd. X2 wordt constant gehouden en X1 blijkt vervolgens invloed te hebben op Y.
Dit is terug te vinden wanneer X1 eerst geen sig verband toont maar na toevoeging van X2 wel.

Wat houdt een interactie effect in?

De invloed van X1 op Y veranderd naar gelang de toevoeging van X2. X2 en X1 hebben geen relatie tot elkaar. X1 heeft een relatie op Y en X2 heeft een relatie op Y.
Dit is terug te vinden wanneer er in een tabel handmatig een nieuwe variabele is toegevoegd.

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo