Samenvatting: Methoden En Technieken Van Onderzoek Herkansing

Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van Methoden en technieken van onderzoek Herkansing

• 1 Hoorcollege 1

  Dit is een preview. Er zijn 29 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1
  Laat hier meer flashcards zien

• Wat zijn de hoofdelementen van de theorie dat 'alle vogels kunnen vliegen' met betrekking tot een struisvogel?

  • Theorie: 'alle vogels kunnen vliegen'
  • - Aanname: dit is een vogel
  • - Hypothese: deze vogel kan vliegen
  • - Empirische waarneming: dit is een vogel, maar het vliegt niet
  • - Toetsing: hypothese is gefalsificeerd
  • - Evaluatie: conclusie: ‘geen vogel’ of ‘in tegenspraak met theorie’

• Wat zijn de kenmerken van de empirisch-interpretatieve benadering in onderzoek?

  • Kwalitatief onderzoek
  • - Eerste persoonsperspectief: onderzoekers kijken door de ogen van de onderzochten
  • - Kleinschaliger

• Wat omvat de probleemstelling in een onderzoeksplan?

  De probleemstelling omvat:
  

  1. Achtergrond schets van het onderzoek.
  2. Borduurt voort op bestaande onderzoeken.

• Welke aspecten moeten worden overwogen tijdens het overleg met de opdrachtgever?

  Er moeten verschillende aspecten worden overwogen:
  

  1. Verheldering van het probleem
  2. Inperking van het probleem
  3. Nieuwe gegevens verzamelen
  4. Relevant en uitvoerbaar
  5. Ethische aspecten

• Wat zijn de verschillende typen globale vraagstellingen?

  Er zijn drie hoofdtypen:
  

  1. Beschrijvende vraagstellingen: Hoeveel, wat?
  2. Verklarende vraagstellingen: Waarom, wat veroorzaakt?
  3. Voorspellende vraagstellingen: Wat zal gebeuren?

• Wat zijn de kenmerken van een goede kwantitatieve onderzoeksvraag?

  Een goede kwantitatieve onderzoeksvraag is:
  

  1. Relevant en specifiek
  2. Aansluitend bij de probleemstelling
  3. Onderzoekbaar
  4. Bevat de belangrijkste kenmerken van onderzoek
  5. Geen ja/nee vraag

• Wat moet je vermijden in kwantitatieve onderzoeksvragen?

  Vermijd de volgende types vragen:
  

  1. Waarom vragen
  2. Hoe komt het vragen
  3. Hoe kunnen we vragen
  4. Ethische, esthetische of normatieve vragen

• Wat is de onderzoekseenheid en waar heeft deze betrekking op?

  Dit betreft de entiteiten waarop de onderzoeksvraag van toepassing is, zoals:
  

  1. Respondenten
  2. Groepsniveau
  3. Regel/rij in databestand
  4. Mogelijke aggregatie

• Wat zijn de onderzoekskenmerken en waar verwijzen ze naar?

  Deze kenmerken beschrijven de eigenschappen die gemeten worden bij de eenheden. Ze komen voort uit de onderzoeksvraag en omvatten:
  

  1. Eigenschappen
  2. Kenmerken
  3. Aspecten

• Hoe wordt een variabele gedefinieerd in het onderzoeksproces?

  Dit is een onderzoekskenmerk dat op meetbare wijze is geoperationaliseerd, en omvat:
  

  1. Concrete meetbare termen
  2. Kolom in databestand
  3. Vragen waarop proefpersonen scoren