Nulhypothese stelt dat er geen effect, geen verschil of geen verband bestaat in de

25 belangrijke vragen over Nulhypothese stelt dat er geen effect, geen verschil of geen verband bestaat in de

Wat zijn de verschillen tussen univariate en multivariate toetsen?

  • Univariate toetsen analyseren 1 variabele, zoals een t-toets of ANOVA.
  • Multivariate toetsen (bijv. MANOVA) analyseren gelijktijdig meerdere afhankelijke variabelen en hun relaties.

Wat houdt kanskapitalisatie in bij het uitvoeren van univariate toetsen?

  • Herhaaldelijke univariate toetsen verhogen het risico op Type I-fouten.
  • Kans op toevallige significante resultaten stijgt.
  • Multivariate methoden beperken dit risico door alle variabelen tegelijk te analyseren.

Wat is de kritiek op de dichotome techniek van significatietoetsen?

  • Gebruik van een arbitraire grens (bijv. p
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart

Wat houdt het concept in dat de nulhypothese altijd onwaar is?

  • Nulhypothese (H0) stelt dat er geen effect of verschil is.
  • In werkelijkheid zijn er altijd kleine verschillen of correlaties in data.
  • Testen van H0 wordt een oefening in het opsporen van irrelevante verschillen.

Wat geeft de p-waarde aan en welke beperkingen heeft dit?

  • P-waarde laat kans zien van waarneembare data als H0 waar is.
  • Het zegt niets over:
  • - Sterkte of praktische relevantie van een effect.
  • - Betrouwbaarheid van het model of waarschijnlijkheid van H0 zelf.

Wat zijn enkele alternatieven om verder te kijken dan alleen significantietoetsen?

Enkele alternatieven zijn:
1. Effect Sizes (ES):
  • Toont de grootte van het effect (bijv. Cohen’s d, Pearson’s r).
  • - Geeft inzicht in de praktische relevantie.
2. Betrouwbaarheidsintervallen (Confidence Intervals):
  • Laat het bereik zien voor de "ware" waarde.
  • - Helpt onzekerheid rondom schattingen in kaart te brengen.
3. Figuurlijk data in kaart brengen:
  • Grafieken en visualisaties (zoals scatterplots, boxplots).
  • - Helpt trends en spreiding te begrijpen.

Wat zijn de problemen bij interventieonderzoek met betrekking tot power?

Problemen bij interventieonderzoek omvatten:
1. Te kleine groepsgrootte:
  • Moeilijk om statistische verschillen betrouwbaar te toetsen.
  • - Kan leiden tot een gebrek aan power.
2. Onvoldoende power kan betekenen dat:
  • Er daadwerkelijk een verschil is, maar niet statistisch aangetoond kan worden.
  • - Statistische toetsen tonen geen duidelijke uitspraak aan.

Wat is een veelvoorkomend probleem bij verslaglegging door journalisten?

Er wordt vaak meer zekerheid gesuggereerd dan feitelijk gevonden.
  • Journalisten presenteren onderzoeksresultaten simplistisch
  • Complexiteit van de bevindingen wordt vaak genegeerd
  • Dit kan leiden tot verkeerde interpretaties

Wat is publication bias in onderzoekspublicaties?

Het verschijnsel waarbij alleen positieve resultaten worden gerapporteerd.
  • Positieve effecten zijn makkelijker om te publiceren
  • Negatieve resultaten blijven vaak ongepubliceerd
  • Dit leidt tot een vertekend beeld van onderzoek

Wat houdt het file drawer problem in?

Het probleem dat ongepubliceerde negatieve onderzoeksresultaten in de "lade blijven liggen".
  • Onderzoeken met negatieve effecten worden vaak niet geaccepteerd
  • Belangrijke informatie blijft hierdoor onontdekt
  • Dit kan de kennisontwikkeling ernstig belemmeren

Wat zijn enkele uitdagingen bij het gebrek aan goede onderzoekstructuur?

Er zijn meerdere manieren om resultaten te meten zonder duidelijke structuur.
  • Onzekerheid over juiste meetinstrumenten
  • Moeilijkheden bij het formuleren van theorieën
  • Methoden om wetenschap en kennis te verbeteren zijn noodzakelijk

Hoe beïnvloedt getalbegrip hoofdrekenen?

Een goed getalbegrip is cruciaal voor hoofdrekenen doordat:
  1. Het de basis vormt voor vlot rekenen tot 20
  2. Bij afwezigheid van getalbegrip wordt hoofdrekenen lastig
  3. Motivatie ook een rol speelt in het leerproces.

Wat zijn mediërende variabelen in het leren van rekenen?

Mediërende variabelen zijn factoren die:
  1. Tussenliggende elementen zijn in een leerproces
  2. Bijvoorbeeld motivatie voor rekenen die getalbegrip beïnvloedt
  3. Zorgen voor een completer inzicht in het leertraject.

Wat is de behoeftestructuur van Maslow en hoe komt men tot zelfactualisatie?

Om het hoogste doel van zelfactualisatie te bereiken, zijn de volgende stappen essentieel:
  1. Physiological needs (basisbehoeften zoals eten/drinken/veiligheid)
  2. Intermediaire doelen opstellen
  3. Observeren en concretiseren van vaardigheden

Wat is het paradigma van onderscheiden effecten en hoe wordt het toegepast?

Dit paradigma omvat:
  1. Identificeren van drie componenten voor een succesvolle actie (bijv. verspringen)
  2. Onderzoeken welke factor het belangrijkst is
  3. Statistisch analyseren van de invloed van factoren

Hoe kunnen intermediaire doelen bijdragen aan het einddoel binnen een theorie?

Intermediaire doelen zijn:
  1. Gericht op het uiteindelijke doel
  2. Geobserveerd en getest voor effectiviteit
  3. Essentieel voor het validatieproces van een theorie

Wat kan de formule van Dunst et al. bijdragen aan het onderzoek naar prestaties?

Deze formule kan:
  1. De rol van verschillende factoren (I,S,G) in prestaties analyseren
  2. Een statistische methodologie bieden
  3. Bepalen welke trainingsfocus het meest relevant is

Wat zijn mogelijkheden om verandering te meten binnen 1 individu of buurt?

Er zijn verschillende opties om verandering te meten:
  1. Indices of change - meet de veranderingsmate in de tijd.
  2. Vergelijk resultaten voor en na interventie.
  3. Observeer de versnelling van groei binnen één kind.

Hoe worden indices of change gebruikt om de groei van een kind te meten?

De indices of change worden gebruikt om:
  1. Ontwikkeling van een kind over de tijd te volgen.
  2. Vergelijkingen te maken van groeisnelheid voor en na interventie.
  3. Versnelling in leerprestaties na interventie te beoordelen.

Wat is een belangrijk resultaat bij het meten van verandering volgens de indices of change?

Een belangrijk resultaat is:
  1. Als de hoek van groei steiler wordt na de interventie, is dat een teken van verbetering.
  2. De kind mantieneert echter nog steeds een achterstand ten opzichte van de normgroep.
  3. Absolute vooruitgang kan nog steeds gepaard gaan met relatieve achterstand.

Wat zegt de groei na interventie over de ontwikkeling van een kind in vergelijking met de normgroep?

De groei na interventie toont aan:
  1. Het kind groeit sneller dan voor de interventie.
  2. Desondanks blijft het kind onder de norm vorderingen maken.
  3. Er is sprake van parallelle ontwikkeling met de normgroep zonder inhaalslag.

Wat is een alternatieve methode om tijdsverschillen te registreren zonder controlegroep?

Een methode gericht op de individu is N=1 GAS. Dit houdt in:
  1. Doelen stellen met bijvoorbeeld een werkgever.
  2. Na een bepaalde periode evalueren van de doelbereiking.
  3. Zelfreflectie over voortgang en mogelijk achteruitgang.

Hoe werkt de GAS-methode in termen van doelbeoordeling?

De GAS-methode omvat:
  1. Het stellen van een specifiek doel.
  2. Een gesprek na enkele maanden voor evaluatie.
  3. Rapporteren van hoe goed het doel is bereikt, inclusief subjectieve elementen.

Wat wordt bedoeld met de Reliable Change Index (RCI)?

Dit index geeft de mate van verandering aan voor een individu of groep. Het wordt berekend door:
  1. Het verschil tussen twee tijdstippen.
  2. Dit verschil te delen door een standaarddeviatie van verschillen.
  3. Het resultaat helpt om individuële vooruitgang op te volgen.

Wat heb je nodig om de RCI voor een individu te kunnen berekenen?

Voor de berekening van RCI heb je nodig:
  1. Gegevens van het individu.
  2. Standaarddeviatie van verschillen op groepsniveau.
  3. Informatie over de winst van andere kinderen voor relatieve vergelijking.

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo