Kessels : De psycholoog als scientis-practitioner

10 belangrijke vragen over Kessels : De psycholoog als scientis-practitioner

Wat is een wetenschapper zowel als praktiserend psycholoog?

Scientist-practitioner

Wat is, in het heel kort, de oorsprong van de scientist-practitioner als opleidingsmodel?

- 2e helft 19e eeuw: eerste universitaire psychologische laboratoria ontstonden.
- 1942: eerste toegepaste psychologen. Was vooral ondersteunen psychiater.
- na 2e WO werd vergeleken hoe opleiding tot psycholoog moest zijn om klinische psycholoog eigen identiteit te geven.
- de Boulder-conferentie 1949
- vervolgconferenties
- het einde van het beroepsmodel -> start van het beroepsmodel

Een keer per 2 jaar was er een nieuwe conferentie in de VS over de opleiding tot klinisch psycholoog. Wat werd er besproken tijdens de Chicago conferentie in 1965? Maar wat bleek later alsnog?

Wetenschap hoort bij het vak. Een psycholoog moet expert zijn op beide gebieden.

Toch bleek  dat veel mensen na hun opleiding alsnog maar één van beide functies uitvoerden. Ze kozen voor psycholoog óf wetenschapper.
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart

In de 2e helft vd jaren 60 was er minder aanhang voor het scientist-practitioner model. In de conferentie van Vail in 1973 kwam er weer een splitsing tussen onderzoeken en praktiseren. Dat kwam door de volgende 3 redenen:

  1. In 1950 werd geloofd in de combi en de focus was fenomenologisch. In 1960 werd er minder in geloofd en meer focus op ieder eigen ding.
  2. Er was een sterk groeiende GZ waardoor meer vragen naar psychologen in GGZ. Er moesten veel psychologen in korte tijd worden opgeleid daardoor makkelijker zonder wetenschappelijke deel.
  3. Er waren geen goede modellen. In NL werd de splitsing zelfs in de wet gezet.

Het scientist-practitioner model is nu nog steeds een belangrijk model. Het is wel een een ideaalbeeld en in de praktijk valt het tegen. Het werkte niet goed als opleidingsmodel maar werd een beroepsmodel. Het werd een model voor hoe een psych moet functioneren als onderzoeker en praktiserend psycholoog.

1990: congres Florida: er werd vastgesteld dat dit goede beslissing was en beroepsmodel werd voor 2 redenen geintroduceerd =

1. Veel vraag naar wetenschappelijk onderzoek en verantwoording vd resultaten (bijv. Van praktiserende effectieve therapieën).
- APA (American psychological association) kwam met emperical validated therapies. Hierbij was het effect vastgesteld met goed wetenschappelijk onderzoek. 
- Ook kwamen er richtlijnen voor passende zorg die waren opgesteld op basis van wetenschappelijk onderzoek en praktijkervaringen.

2. De opvattingen over wetenschappelijk onderzoek veranderden in toepassingsgebieden. Dit bleek mogelijk te zijn. In 1970 was er veel aandacht voor psychoanalyse en in 1990 voor cognitie en wilden mensen meetbare gedragsveranderingen et goed beschrijfbare interventies.

Waarmee houdt de scientist-practitioner zich bezig en welke competenties past hij toe?

Houdt zich bezig met
- diagnostiek (wat is er aan de hand)
- indicatiestelling (wat moet er gebeuren)
- behandeling

competenties toe te passen
- effectief redeneren
- betekenis creëren
- evalueren

Het is belangrijk om perspectief te kiezen en daaruit te analyseren, doorgronden en beïnvloeden. Hiervoor vaardigheden nodig: redeneren, beoordelen, beslissen, problemen oplossen. Dit kwalitatief goed doen, dus alles moet logisch zijn, te volgen, en aansluiten op wetenschappelijke inzichten.

Soms wordt alsnog onbelangrijke/subjectieve info gebruikt. Hier zijn niet goede oplossingen voor, maar wat kan helpen?

Gebruik van gestandaardiseerde meetinstrumenten.

professional moet ook efficient werken. Soms daarvoor gebruik van wetten vd logica en wetenschap, maar vaker intuitie.

op goede moment beslissingen maken die 'goed genoeg' zijn.

soms externe versterking nodig. Psycholoog moet weten wanneer dit nodig is.

Scientist-practitioner is niet beter dan andere professionals maar hij hij heeft wel bepaalde vaardigheden die hem helpen. Hij heeft veel zelfreflectie en doet aan reframing, dat betekent dat:

Hij ervoor zorgt dat hij ziet wanneer de interpretatie te weinig effect heeft. Hij zal dan een nieuw perspectief moeten kiezen.

Als een spycholoog niet effectief is, wordt hij hier op afgerekend. Goed punt van scientist-practitioner is dat hij zich op de context richt. Hij neemt die mee in het bepalen vd invloed op huidige problemen, maar ook in het bepalen vd effectiviteit van interventies.

Op basis van eigen ervaring formuleert hij ook andere onderzoeksvragen. Hierbij worden drie aspecten besproken:

1. Effectiviteitsvraag gaat niet puur over de interventie maar ook over het handelen vd professional daarbij. Hij moet de client ook overtuigen vd interventie.

2. Effecten van een interventie zijn te snel alleen gericht op het opheffen van een probleem. Soms beter om kwaliteit leven te verbeteren en eigen kracht & competenties client te bevorderen (empowerment)

3. Onderzoekers zijn vooral geïnteresseerd in de werkzaamheid (effectivity) van een interventie, en te weinig in de doelmatigheid (efficacy) ervan. Terwijl praktiserend psychologen de werkzaamheid minder belangrijk vinden en de doelmatigheid juist wel. Deze discussie = effectivity versus efficacy.

Een zwak punt van de scientist-practitioner

Beïnvloeding heuristieken/bias bij onvoldoende zelfreflectie, waardoor hij door het verkeerde perspectief gaat kijken.

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo