Wright : selecting tests

32 belangrijke vragen over Wright : selecting tests

Wat ligt centraal in het proces van psychologische assessment?

Het selecteren vd juiste psychologische tests om bepaalde onderdelen van iemand zijn functioneren te testen. Juiste test = meer achterhalen dan alleen wat diegene verteld of wat je direct observeert. Je moet dan wel begrijpen hoe een test in elkaar zit.

Na klinisch interview en beoordelen van info -> hypothese opgesteld. Wat moet je bekijken om die te testen?

Zowel het cognitieve als de persoonlijkheid en het emotionele functioneren.

je moet weten welke info nodig is om te testen. Als je dat weet ga je kijken wat beste is om die info te verzamelen (observatie/zelfrapportage/andere rapportages).

als iemand bijv. Gedrag benoemt en jij ziet dat ook, kan je met test gaan kijken hoe serieus de probs zijn.

Wat is nodig om foutieve hypotheses te voorkomen?

Meerdere tests
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart

Vaak hebben psychologen een standaard set van tests die de basis vormt voor hun assessment. Deze bevat:

  • screening test voor grove neurologische meting
  • brede meting van cognitieve vaardigheden
  • verschillende multimethod metingen van persoonlijkheid en emotioneel functioneren.
      • hieronder vallen zelfrapportages die gebaseerd zijn op symptomen, andere zelfrapportages en projectieve metingen.

De standaard set van tests (standard battery) zorgt voor:

- een aantal basis hypotheses vanuit verschillende hoeken.
- een beeld van hoe iemand momenteel functioneert.

een zelfrapportage in combi met projectieve technieken en een klinisch interview kunnen een heel breed beeld geven van iemand zijn emotionele functioneren.

soms leidt het testen van je hypothese tot een nieuwe hypothese, die zul je dan weer moeten testen.

Mental measures yearbook & tests in print:

Geven beschrijvingen en beoordelingen van de meeste tests.

Gebruik omdat je up-to-date moet blijven van de beschikbare test, wat ze meten en hoe ze meten wat ze moeten meten.

verschillende tests hebben hun eigen gevoeligheid voor verschillende aspecten van persoonlijkheid en emotioneel functioneren.

Wat is belangrijk bij het kiezen welke testen in je basis set komen?

Kijken naar psychometrische eigendommen. Dat houdt in dat de testen betrouwbaar en valide moeten zijn.

Interbeoordelaarsbetrouwbaarheid (inter-rater reliability)

Meerdere onderzoekers moeten dezelfde conclusie halen uit een test om een betrouwbare test te hebben.

Split-half / alternatieve vormen betrouwbaarheid (alternative forms reliability)

Correlatie tussen ene helft items en andere helft items wordt berekend. Bij een hoge correlatie is de test betrouwbaar op dit vlak. Soms hebben tests meerder onderdelen die niet hetzelfde meten, dan wordt het lastiger om deze betrouwbaarheid te berekenen.

Test-hertest betrouwbaarheid (test-retest reliability)

Iemand die twee keer dezelfde test krijgt moet twee keer vergelijkbare resultaten hebben om op dit vlak goede betrouwbaarheid te hebben. Hierbij is wel een stabiel construct nodig. Zo kan kwaliteit van slapen erg variëren en is de kans klein dat er de 2e keer vergelijkbare resultaten uit komen.

Interne consistentie betrouwbaarheid (internal consistency reliability)

Er wordt gekeken naar de correlatie tussen de resultaten van verschillende items van een test die hetzelfde meten. Bij hoge correlatie is een test betrouwbaar op dit vlak.

Validiteit op zicht (face validity)

Gaat over hoe valide een test overkomt op de persoon die hem maakt. Zo verwacht je bij een vragenlijst over somberheid/interesse verlies wel verwachten dat deze valide is voor het meten van depressie. Deze vorm geeft niet aan hoe valide een test daadwerkelijk is.

Criteriumgerelateerde validiteit (criterion-related validity)

Wordt meest gebruikt voor psychologische tests. Je vergelijkt hierbij met andere tests die zelfde construct meten. Je kan dan kijken of een nieuwe test even goed is of wellicht ook andere constructen kan meten. Dit noem je ook wel gelijktijdige validiteit, omdat beide tests tegelijk gegeven worden.

Voorspellende validiteit (predictive validity)

Er wordt iets gemeten wat iets in de toekomst kan voorspellen. Je kan bijv een test maken voor een nieuwe baan om te kijken of je de functie waarschijnlijk goed kan vervullen.

Zelf-rapportage, symptoom-gebaseerde metingen

- Kan veel vormen aannemen maar meestal vragenlijsten of semigestructureerde interviews.
- vaak tests ook die algemeen testen op symptomen voor diagnoses.
- er kunnen ook specifieke symptomen voor diagnoses mee getest worden.
- Belangrijk is het op de hoogte blijven van juiste gebruik, de populaties waarop ze zijn genormeerd en hun betrouwbaarheid en validiteit.

Uitvoering-gebaseerde metingen (performance-based measures)

DIt zijn projectieve metingen waarbij een bepaalde taak wordt uitgevoerd die door de assessor beoordeeld wordt. Vaak uitvoering vergelijken met norm voor zelfde leeftijd.

hierbij is minder snel bias door motivatie of inzichten.

vaak wel alleen representatief voor functioneren op dat precieze moment. (iemand slaapt slecht terwijl normaal goed, dat kan invloed hebben op functioneren die dag).

bij deze vorm hoort testen van cognitie en neuropsychologisch functioneren bij projectieve emotionele en persoonlijkheidsmetingen.

veel van deze tests hebben geen standaard manier van scoren en interpreteren.

Wat is de kracht van projectieve technieken? (performance-based measures)

Zij kunnen gemeenschappelijke afweermechanismen bij psychologische metingen omzeilen en onderliggende emoties en de persoonlijkheid onthullen.

clienten weten namelijk niet zo snel hoe hun antwoorden beoordeeld worden. Daardoor is de test moeilijk te vervalsen dan bij standaard objectieve meting.

projectieve metingen kunnen de kwaliteit van een diagnose ophelderen. Eigenlijk voer je nooit alleen een projectieve test uit. Je doet dit samen met andere tests.

Projectieve metingen zijn controversieel. Er zijn zowel voor- als tegenargumenten voor gebruik ervan. Waarom?

Je projecteert iets van jezelf op dubbelzinnig stimuli. De basis van deze metingen ligt bij psychoanalytische theorie.

hier is taboe op bij empirische psychologen maar wordt juist veel gebruikt in klinische praktijk. Er wordt dan niet meer genoeg op validiteit gelet.

ondanks controversieel, veel vraag naar: moet waarderen wat het kan brengen, maar ook sceptisch blijven tijdens het gebruik.

Praktische overwegingen bij het kiezen van je tests

Daar moet je ook rekening mee houden. Belangrijk hierbij is tijd en geld. Meer info is goed maar een er is een punt waarbij je met zelfvertrouwen een conclusie kan trekken waarbij extra info geen verschil meer gaat maken.

Verder rekening houden met leeftijd en functionele capaciteit vd client. Test die je kiest moet hierbij passen.

Wat staat in the handbook of multicultural assesment

Info over onderzoeken naar culturele biases bij tests. En onderzoek of tests minder effectief zijn voor bepaalde culturen.

! Geen enkele test is perfect voor elke populatie, dus let op met welke test je kiest!

Wat zijn de meest gebruikte assessments voor het testen van persoonlijkheid en emotie?

- cognitieve assessment
- personality and emotional assessment

Wat zijn cognitieve onderdelen bij cognitieve assessment?

Algemeen intellectueel functioneren
mentale status
visuele-motor-integratieve functioneren (vaak in algemene)
verbaal functioneren (vaak in algemene)
non-verbaal functioneren (vaak in algemene)
aandacht
geheugen
academische prestaties
werkend geheugen (vaak in algemene)

Wat zijn onderdelen bij persoonlijkheid en emotioneel assessment?

Performance-based metingen
zelfrapportages
zelfrapportages gericht op symptomen (deze heeft weer deelcategorieën; algemene symptomatologie en specifieke psychopathologie)

Bij verschillende culturen is het construct dat wordt gemeten bij psych. Testen anders. Het is belangrijk te weten wat impact van cultuur is op de de meting vd test.
wat weten we hierover?

Culturele achtergrond kan ervoor zorgen dat een bepaalde test niet gebruikt kan worden omdat hij nog niet goed de cultuur is aangepast.

individualistische cultuur = assertiviteit en directheid wordt beloond. Staan minder open voor therapie.

collectivistische cultuur = generositeit, openheid en vrijgevigheid worden beloond. Staan meer open voor therapie en wat het kan betekenen voor de groep.

Verschillende leeftijden benaderen op verschillende manieren is belangrijk. Test zelf zal ook anders zijn bij kind en volwassene. Manier van info verzamelen kan ook anders bij leeftijden. Wat is gebruikelijk?

- volwassenen vaak alleen zelfrapportages, bij kinderen minder.
- kinderen & adolescenten vaak andere aanpak voor meer achtergrondinfo verkrijgen -> interview met ouders is gebruikelijk. Of gesprekken met anderen uit omgeving. Soms zelfs dag mee naar school voor gedragsobservatie.

- kind = sneller moe en minder concentratie. Houdt hier rekening mee door kortere sessies en invulling sessies.
Je denkt dan na over wat voor betere aandacht kan zorgen en waar meeste aandacht voor nodig is.
- hierbij tussendoor activiteit voor verbetering motivatie en concentratie.
- tests moeten dan ook afwisselend zijn voor betere motivatie

Wat is belangrijk bij de plek waar je een test afneemt?

Dat het een neutraal gebied is, zodat de client optimaal kan presteren.
- weinig afleiding
- geen emotionele lading voor de client
- niet te veel geluid en/of decoratie
- niet rond etenstijd; kan moe zijn/ honger hebben/ laag bloedsuikerniveau.

Kan invloed hebben op prestatie. Soms is het niet anders. Je kan eten klaarleggen en/of kortere sessie houden.
Houdt ook rekening met de tests die je dan uitvoert. Die kunnen beter niet zoveel energie en concentratie kosten.

Assessor is wat anders dan een therapeut. Wel moet je opletten op afstand en nabijheid. Bijvoorbeeld?

Client kan niet zoveel delen als je te afstandelijk bent.

te veel empathie kan ongemakkelijk zijn voor client.

testfase; psycholoog heeft vooral als taak om de tests zo accuraat mogelijk te administreren. Je neemt dan meer afstand.

soms kom je onder testen achter gevoelige informatie. Dan belangrijk om de therapeutenrol aan te nemen en weer meer empathie te tonen. Laten dan evt. De test afmaken.

Het is belangrijk om tijdens testen alles goed te administreren. Resultaten vergelijk je met anderen die de test maakten. Voor vergelijk moet de situ waarin test werd gemaakt wel steeds het zelfde zijn.

vragen stellen wanneer niet nodig kan zorgen voor een...? 

waar kan een slechte administratie voor zorgen?

Bias. Vooral als een client geirriteerd raakt of onzeker wordt. 

dat de test geen score kan krijgen en niet valide is.

er kunnen dus veel kleine fouten gemaakt worden. Daarom focust een training zich ook vooral op het proces van het afnemen vd test.

Kleine variaties van de standaardprocedure kunnen soms goed zijn. Maar zoveel mogelijk vermeden worden. Wat gebeurd er als er bij een andere cultuur, de populatie niet goed gerepresenteerd wordt bij de normatieve steekproef van een test?

Dan wordt de administratie minder belangrijk. Het vergelijken van de resultaten met de normatieve steekproef kan namelijk niet.

De assesor moet wel snappen wat het effect is van het afwijken van de standaardprocedure. Hiermee moet hij namelijk rekening houden met het interpreteren van de resultaten.

Je hoopt dat een test het meest wordt beïnvloed door het construct dat je meet. Maar er zijn veel factoren die het proces, en ook de prestatie kunnen beïnvloeden. Bijv: nachtrust kan een groot verschil maken.

soms moet je een stapje terug doen en de administratie van een test wijzigen om drie dingen te checken:

1. Of iets in de weg staat van de prestatie
2. Of de client beter kan functioneren
3. Om te betekenissen van de antwoorden uit te diepen

het 'testen van grenzen' kan het zelfvertrouwen, emotionele staat en de vermoeidheid beïnvloeden.

Wat betekent het testen van grenzen (testing the limits)?

Als je van de procedure van de standaard test afwijkt.

eerst rondt je de standaardprocedure af, zodat resultaten betrouwbaar blijven. Daarna test je eventueel de grenzen. Dat kan namelijk invloed hebben op zelfvertrouwen, emotionele staat, vermoeidheid.

Wat is coding en wat is scoring?

Coding = term voor het proces van een systeem voor het coderen van de antwoorden van een client.

scoring = term voor het berekenen van scores op basis van cumulatieve en samengestelde getallen die weer afgeleid zijn van de gecodeerde antwoorden.

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo