De Diagnostische cyclus - Probleemanalyse

43 belangrijke vragen over De Diagnostische cyclus - Probleemanalyse

Waarom voer je de PA uit?

  • Breder kijken welke problemen er allemaal spelen
  • Om te kijken of de klachten terecht zijn

Welke verandering is aan de DSM IV gekomen in 1994?

Beter empierische fundering en documentatie en 16 diagnostische klassen waaronder de stoornissen zuigelingenleeftijd, kindertijd en adolecentie

Wat is het verschil tussen de PA en KA?

In de KA inventariseer je de negatieve beleving van de cliëntopvoeder, de gevolgen en de hulvraag.

In de PA gaat het om zo objectief mogelijk vaststellen en beschrijven wat de aard, de omvang en de ernst van het probleemgedrag is
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart

Welke 3 onderdelen omvat de probleemanalyse?

  1. Inventariseren en beschrijven van het probleem in termen van actuele concrete gedragingen van cliënt-jeugdige
  2. Ordening en samenvattend benoemen (clustering) van actuele concrete gedragingen van cliënt-jeugdige
  3. Ernsttaxatie van het probleemgedrag van cliënt-jeugdige

Stap 1 PA: op welke 4 dingen moet je goed letten tijdens de inventarisatie van het probleemgedrag?

  • Het gedrag moet in een natuurlijke situatie zijn
  • Zo volledig mogelijk zijn (multi-informant, multi-method)
  • Concreet observeer, geen interpretaties
  • Vragen naar positieve gedragingen en kind hierin betrekken

Welke tien type informatie heeft de DSM-5 per stoornis?

  • Diagnostische kenmerken
  • Bijkomende kenmerken die kunnen ondersteunen
  • Prevalentie
  • Ontwikkeling en beloop
  • Risico en prognostische factoren
  • Cultuur en classificatie
  • Gender en classificatie
  • Gevolgen voor het functioneren
  • Differentiële diagnostiek
  • Comorbiditeit

Stap 1 PA: op welke 4 dingen moet je goed letten tijdens de inventarisatie van het probleemgedrag?

  • Het gedrag moet in een natuurlijke situatie zijn
  • Zo volledig mogelijk zijn (multi-informant, multi-method)
  • Concreet observeer, geen interpretaties
  • Vragen naar positieve gedragingen en kind hierin betrekken

Stap 1 PA: wat is het doel van de inventarisatie en beschrijving van het probleemgedrag?

.

Stap PA 1: wat is de structuur van een gedragsuitspraak? (wijze rapportage van gedrag)

Als specifieke situatie x dan gedrag y, en frequentie Z
Door feitelijke weergave te beschrijven in een specifieke situatie

Welke 7 meest voorkomende problemen zijn er op de basisschool volgens de DSM-IV?

  1. Specifieke fobie
  2. Separatieangststoornis
  3. Gegeneraliseerde angststoornis
  4. Depressie
  5. Oppositionele Opstandige gedragsstoornis
  6. Antisociale gedragsstoornis
  7. ADHD

Stap 2 PA: Wat houdt clustering in stap 2 concreet in?

Ordenen en samenvatten van de informatie

Stap 2 PA: Hoe cluster je volgens de Bruyn de gedragingen?

Door de gedragingen onder te brengen in syndromen of stoornissen en de individuele probleemgedragingen met de beschikbare classificatiesystemen voor probleemgedrag

Stap 2 PA: Wat is volgens de Bruyn een andere benaming van het onderbrengen en het vergelijken van individueel probleemgedrag met beschikbare classificatiesystemen?

Het toetsen van een onderkennende hypothese

Stap 2 PA: Wat is volgens de Bruyn een andere benaming van het onderbrengen en het vergelijken van individueel probleemgedrag met beschikbare classificatiesystemen?

Het toetsen van een onderkennende hypothese

Stap 2 PA: Wat zijn twee doelen van het ordenen en benoemen (de classificatie)?

  1. Dat je de losse gedragingen efficiënt samenvat en dit handig kan communiceren met de belanghebbende.
  2. Belangrijk dat je aansluiting vindt op de verklarings-en behandeling theorieën uit de literatuur

Stap 2 PA: wat is volgens Rutter classificatie?

Een taal voor onderzoekers, overeengekomen set met termen waarmee de verschijnselen kunnen worden behandeld en onderzocht. De gemeenschappelijke taal zorgt dat het classificatiesysteem is ontstaan.

Stap 2 PA: Wat zijn private classificaties?

Classificaties die diagnosten zelf aan de individuele gedragingen geven

Stap 2 PA: in welke drie checkvragen kan je gedragingen ordenen/benoemen?

  1. Afweging niet té specifiek en niet te globaal
  2. Gebruik gemeenschappelijke termen (DSM)
  3. Gebruik wetenschappelijke literatuurtermen
  4. Het type gedrag beschrijven, niet verklaren

Welke vier aanpassingen zijn in 1980 aan de DSM III aangebracht?

  1. Expliciete diagnostische criteria
  2. Een meer beschrijvende benadering
  3. Neutraal t.o.v. Verklaringstheorieën
  4. Meerdere assen (5)

Wat is een categorische classificatie en wat zijn de haken en ogen hieraan?

Het is het indelen in categorieën met sterke grenzen: je hebt het wel of je hebt het niet. Dit is in de praktijk niet altijd mogelijk en daarom wordt er gestreefd naar dimensionele benadering

Stap 3 PA: Hoe pak je de ernsttaxatie aan?

Door instrumenten als de CBCL of DSM te raadplegen, of de WHODAS, of de ernstcriteria van Rutter

Stap 3 PA: Naar welke twee onderdelen moet je kijken bij de ernsttaxatie?

  1. Aard probleem
  2. Gevolgen

Stap 3 PA: Welke 6 vragen bevatten de criteria van Rutters?

  1. Leeftijd (past het bij de leeftijd)?
  2. Sinds wanneer?
  3. Frequentie
  4. Intensiteit
  5. Situatie
  6. Nadelige gevolgen voor bijvoorbeeld

4 nadelige gevolgen van de 6de criteria van Rutter?

  1. Kind en gezin
  2. De omgeving
  3. Sociale beperkingen
  4. Verstoring ontwikkeling

Hoe omschrijft de Bruyn probleemgedragingen?

Interne en externe disfunctionele gedragingen die een normaal ontwikkelingsverloop in gevaar brengen ofwel een disfunctionele reactie in een specifieke situatie

Stap 1 : wat is het verschil tussen intern en extern gedrag?

Intern = gedachte en gevoelens (soms aan te zien)
Extern = observeerbare handelingen

Stap 1 : wat is het verschil tussen intern en extern gedrag?

Intern = gedachte en gevoelens (soms aan te zien)
Extern = observeerbare handelingen

Stap 1 PA: Wat moet je doen als er interpretaties worden gegeven?

Dan moet je doorvragen wat het kind concreet in die situatie doet, dus waaraan zie je dat het kind bijvoorbeeld bang is

Stap 1 PA: Wat moet je doen als er interpretaties worden gegeven?

Dan moet je doorvragen wat het kind concreet in die situatie doet, dus waaraan zie je dat het kind bijvoorbeeld bang is

Welke vier vragen van het SGI interview kan je inzetten om die situatie concreet te maken?

Waar?
Met wie?
Tijdens wat?
Wanneer?

Hoe kan je het gedrag het beste rapporeren?

Omschrijf een globale situatie en gebruik daarbij de gedragsstructuur

Als Bert in situatie x is doet hij Y en dat komt z keer per tijdseenheid voor

Van welke zes factoren kan problematisch gedrag aan worden gekenmerkt? (CAFDIH)

  • Context
  • Adequaatheid
  • Frequentie
  • Duur
  • Intensiteit
  • Hardnekkigheid

Welke vier scenario's schetsen dat gedrag problematisch kan zijn?

  • Het gedrag kan maar het is teveel
  • Het kan maar het is te weinig
  • Kan in ene situatie wel in de andere niet
  • Doet iets ergens wel en ergens anders niet

Stap 1 PA: Hoe inventariseer je gedragingen met de gedragsstructuur xy?

Door feitelijke weergave te beschrijven in een specifieke situatie

Stap 1 PA: welk 3 psychometrische en professionele voorwaarden moet je hebben om het gedrag te kunnen vastleggen?

  • Dat je zo objectief mogelijk kijkt en werkt
  • je goed kan observeren
  • goed bent in het uitvragen van informatie 

Stap 1 PA: welk 3 psychometrische en professionele voorwaarden moet je hebben om het gedrag te kunnen vastleggen?

  • Dat je zo objectief mogelijk kijkt en werkt
  • je goed kan observeren
  • goed bent in het uitvragen van informatie 

Welke hulpmiddelen kan je bij de inventarisatie inzetten als het kind informant is? Noem 3 voorbeelden van methodes:

  1. Vragenlijsten zoals de Youth Self Report, Vragenlijst angst voor kinderen en de depressievragenlijst voor kinderen
  2. Dominc interactive
  3. Berkely Puppet interview

Waarom zijn de vragenlijsten zoals de Dominic vragenlijst soms lastig om bij kinderen te gebruiken?

  • Omdat de cognitieve ontwikkeling soms nog niet goed genoeg is om dat te meten
  • de kinderen het nog niet goed kunnen lezen

Op welke 2 dingen moet je bij gesprekken met kinderen goed op letten?

- ze zijn gevoelig voor suggestie
- het is niet altijd gestructureerd --> onvolledig

Op welke 2 dingen moet je bij gesprekken met kinderen goed op letten?

- ze zijn gevoelig voor suggestie
- het is niet altijd gestructureerd --> onvolledig

Welke vier punten zijn uniek aan de Dominic test?

  1. Het is tekst en plaatjes wat voor kinderen met een beperking ook werkt, (andere taal etc.)
  2. Je kan het aanpassen op etniciteit en het geslacht
  3. Het is verkrijgbaar in 11 talen
  4. Het screent de breedte op probleemgedrag

Wat is de werkwijze van de eerste stap van de PA (4)?

  • Intakegesprek met KA
  • Bronnen en meerdere informanten bevragen
  • Uitspraken en probleemgedrag verzamelen
    • Middels Multi methode: zoals
      • onderkennende toetsen of testen
      • observaties
      • gesprekken
      • belevingsvragenlijsten of voor het leren
  • Kijken wat nu goed gaat

Wat is de werkwijze van de eerste stap van de PA (4)?

  • Intakegesprek met KA
  • Bronnen en meerdere informanten bevragen
  • Uitspraken en probleemgedrag verzamelen
    • Middels Multi methode: zoals
      • onderkennende toetsen of testen
      • observaties
      • gesprekken
      • belevingsvragenlijsten of voor het leren
  • Kijken wat nu goed gaat

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo