Startpagina / Samenvattingen / Methodiek oudergericht pedagogisch adviseren / ouder-nodigt-beter

Stap 2: zicht op het kind nuanceren en mogelijkheden van handelen afleiden - Overzicht

Q: Wat is verstoord wanneer er opvoedingsvragen zijn?

De ouderschapsgroei is verstoord.

9 belangrijke vragen over Stap 2: zicht op het kind nuanceren en mogelijkheden van handelen afleiden - Overzicht

Wat zijn de doelen van stap 2?

1. het beter begrijpen van het gedrag van het kind
2. de ouder ondersteunen bij het ontdekken van nieuw gedrag dat beter aansluit bij het kind, waardoor hij de lastige situatie kan voorkomen of voor zijn gevoel beter mee kan omgaan

Wat is verstoord wanneer er opvoedingsvragen zijn?

De ouderschapsgroei is verstoord.

Een belangrijk onderdeel van het 2e gesprek is?

de inbreng van algemene kindinformatie om het kindgedrag beter te begrijpen.

Wat is het schakelpunt van de methodiek?

zicht op het kind

Informatie delen gebeurd in twee gedeelten. Welke gedeelten zijn dit?

Een verklaring van het kindgedrag.
Het bedenken van mogelijkheden van handelen.

In stap 2a gaat de hulpverlener:

1. de onzekerheid aan van de open uitkomst van het samen onderzoeken
2. legt de verbinding met het vorige gesprek
3. geeft uitleg over het doel en de werkwijze van het gesprek en sluit hierover een contract
4. introduceert het werken met een mindmap en vraagt toestemming hiervoor
5. werkt op basis van gelijkwaardigheid in het gesprek qua inbreng; stelt zich niet op als alleswetend, maar nodigt uit tot samen onderzoeken.

Wat doet de hulpverlener in de eerste laag van de mindmap?(3)

1. nodigt de ouder uit algemene informatie over de leeftijdsfase van zijn kind in te brengen
2. geeft aanvullende informatie, biedt de informatie aan als algemene kennis en ervaring vanuit het eigen werk met kinderen en ouders, niet als specifieke kennis over dit kind
3. laat de informatie aansluiten bij de ouder

Wat doet de hulpverlener in de 2e laag van de mindmap? (2)

1. nodigt de ouder uit om te onderzoeken of de ouder zijn kind herkent in de aangeboden informatie
2. vraagt door op hoe de ouder zijn kind herkent

Wat doet de hulpverlener in de 3e laag van de mindmap? (3)

1. onderzoekt met de ouder welke kenmerken die hij herkent bij zijn kind een verklaring zouden kunnen geven voor het gedrag van zijn kind in de lastige situatie
2. ondersteunt de ouder erbij om losse verklarende kenmerken samen te voegen tot een sluitende verklaring, die hem helpt zijn kind in de lastige situatie te begrijpen
3. nodigt de ouder uit zich in te leven in zijn kind in de lastige situatie

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

Methodiek oudergericht pedagogisch adviseren | 9789088506970 | Sonja Ehlers, et al

Bekijk samenvatting