Samenvatting: Methodisch Werken

Studiemateriaal generieke omslagafbeelding
  • Deze + 400k samenvattingen
  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
LET OP!!! Er zijn slechts 77 flashcards en notities beschikbaar voor dit materiaal. Deze samenvatting is mogelijk niet volledig. Zoek a.u.b. soortgelijke of andere samenvattingen.
Gebruik deze samenvatting
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo

Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van Methodisch Werken

  • Examentraining

    Dit is een preview. Er zijn 67 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 10/10/2020
    Laat hier meer flashcards zien

  • Competenties van een sociaal werker (6)

    1. Je kunt leven en werken met de overtuiging dat je de wereld van de ander niet kunt kennen
    2. Je benadert problemen van individuen als problemen van de gemeenschap
    3. Je kunt jouw visie op een passende manier in dialoog brengen
    4. Je kunt omgaan met onzekerheid en hebt vertrouwen in de ander
    5. Je kunt verschillende werkwijzen hanteren die de aandacht richten op de krachten en het sociale werk
    6. Je kunt je staande houden in spanningsveld tussen vragen en cliënt en eisen van de organisatie
  • Benoem positieve effecten van online hulpverlening (7)

    1. Het geeft gemakkelijker toegang tot de dienstverlening
    2. Het is laagdrempelig voor degene die contact opneemt
    3. Je kunt relevante informatie beter vastleggen
    4. Je kunt vanuit de eigen vertrouwde omgeving werken
    5. Betrokkenen komen minder snel tot vooroordelen
    6. Informatie is eenvoudig te bewaren en chats die aan de orde zijn geweest zijn eenvoudig na te lezen
    7. Je hebt tijd om in de eigen omgeving na te denken en het volgende contact voor te bereiden
  • Benoem punten voor een positieve basishouding (10)

    1. Cliënt centraal, niet zijn problematiek
    2. Starten waar de cliënt is, vanuit zijn leefwereld
    3. Open en eerlijk zijn
    4. Warm en echt
    5. Betrouwbaar
    6. Humor en relativeren
    7. Respect
    8. Doen wat je zegt
    9. Bereikbaar zijn
    10. Oprecht geïnteresseerd zijn
  • Begrip verklaren 'professionele vriend'Wat is het verschil met traditionele hulpverlening

    Het begrip 'professionele vriend' komt uit het Civil Society domein en verwijst naar de combinatie van deskundigheid en betrokkenheid van iemand uit het sociale netwerk. 

    Traditionele hulpverlening is te snel diagnose en behandeling
  • Beschrijf leer theoretisch referentiekader Beschrijf gedragsmodificaties (3)

    Psychosociaal functioneren wordt gezien als een geheel van aangeleerde responsen, wat de hulpverlener kan afleren en herleren. 

    1. Multimodale gedragsmodificatie
      RET-methode met alle modaliteiten

    2. Traditioneel-orthodoxe gedragsmodificatie
      Stimuli en respons door middel van leerprocessen

    3. Cognitieve gedragsmodificatie
      RET-methode (rational Emotive Therapy), cognitieve herstructurering, coping en probleemoplossend.   


    Theoretische integratie
    Integratie van theorieën die ten grondslag liggen aan verschillende benaderingen
  • Verklaar de begrippen:Probleemsetting Activeringinbedding 

    • Probleem setting 
      Urgente problemen nagaan, zien waar de beste kansen liggen en zien wie de meest aangewezen personen zijn om in actie te komen. 

    • Activering 
      van cliënt en omgeving werkt alleen met inbedding

    • Inbedding
      Zorg dragen tot verandering stabiel is
  • Wat is het onderscheid/verschil tussen de narratieve ruimte en dialogische ruimte

    Narratieve ruimte
    is voor het verhaal en de vertelling afkomstig van de cliënt. 

    Dialogische ruimte
    is het gesprek over het verhaal, waar ook de hulpverlener invloed op heeft.
  • Benoem en beschrijf de modaliteiten van persoonsspecifieke interventies (6)

    1. (B) Behavior - Gedrag 
      Waarneembare handelingen, gemiste vaardigheden 
      Interventie: Bekrachtiging of communicatietraining

    2. (A) Affect - Gevoel
      Problematische gevoelens ervaren of juist missen
      Interventie: Gevoelsherkenning of rouwverwerking

    3. (S) Sensation - Waarneming
      Gewaarwording, zowel intern als extern
      Interventie: Mediatie of ontspanningsoefeningen

    4. (I) Imagery - Fantasie
      Beeldende cognitie, zowel positief als negatief
      Interventie: Imaginatie oefening of andere vormen van verbeelding

    5. (C) Cognition - Gedachten
      Denkstijlen en denkinhouden, zelfbeeld en irrationele gedachten
      Interventie: Technieken van bewustwording of RET-methode

    6. (D)Drugs - Lichamelijke toestand
      Interventie: Bevordering van gezonde leefgewoonten of verwijzing naar een arts
  • Welke pedagogische waarde heeft Civil Society

    • Vrijwilligers worden beschouwt als gelijkwaardig
    • Vrijwillige inzet biedt nabijheid en medeleven
    • Onafhankelijke positie en oprechte relatie
    • Meer toegankelijkheid en vrijheid/continuïteit in de werkwijze
  • Noem 4 nadelen/valkuilen van de Civil Society

    1. Particularisme
      Willekeurig helpen, zelfbeschikking kan leiden tot willekeur basis subjectieve criteria

    2. Paternalisme
      Normen en waarden overdragen, beperken vrijheid voor eigen bestwil

    3. Amateurisme 
      Risico vrijwilligers, soms meer deskundigheid gewenst

    4. Gebrek aan hulpmiddelen
      Afhankelijk giften tijd en geld
LET OP!!! Er zijn slechts 77 flashcards en notities beschikbaar voor dit materiaal. Deze samenvatting is mogelijk niet volledig. Zoek a.u.b. soortgelijke of andere samenvattingen.

Om verder te lezen, klik hier:

Lees volledige samenvatting
Deze samenvatting +380.000 andere samenvattingen Een unieke studietool Een oefentool voor deze samenvatting Studiecoaching met filmpjes
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart